Zoveel mensen, zoveel meningen?

Myriam Klinker | 13 maart 2021
  • Eyeopener

Dat is althans mijn mening, en ik meen dat ook ik de Geest van God bezit. (1 Korintiërs 7:40b)

‘Dat is althans mijn mening.’ Paulus zou zo kunnen aanschuiven in een talkshow. Ik zie hem al zitten aan de ronde tafel bij Jinek, druk in gesprek over een actueel onderwerp. De argumenten gaan over en weer – en ook Paulus geeft zijn mening. Maar zo vrijblijvend lijkt het bij Paulus niet. Integendeel, zijn optreden neigt meer naar directief. Wat bedoelt hij precies met het woord ‘mening’?

(beeld z_wei/iStock)

(beeld z_wei/iStock)

De setting van de eerste brief aan de Korintiërs is niet bepaald die van een talkshow. Ook de verhouding tussen Paulus en zijn lezerspubliek is van een totaal andere aard. De apostel is in gesprek met zijn gemeente onder meer over seksualiteit, onthouding, gehuwd of ongehuwd door het leven gaan. Voor sommige situaties kan hij terugvallen op een gebod van Jezus zelf. Bijvoorbeeld als het gaat over de optie om te scheiden. Maar voor de ongehuwden, zo schrijft Paulus, heeft hij geen voorschrift van de Heer. Dus geeft hij zijn eigen mening (1 Korintiërs 7:25).

Mening

Je zou kunnen denken dat Paulus zich hier inderdaad aan de ronde tafel schaart en gewoon zijn mening geeft. Dit in tegenstelling tot vers 10 waar hij de veel sterkere term ‘gebieden’ gebruikt, wanneer hij naar het gebod van Jezus verwijst: ‘Degenen die getrouwd zijn geef ik, nee, niet ik – de Heer geeft hun het volgende gebod.’ Verschil moet er zijn. Toch is deze gedachte onjuist. Want meteen al in vers 12 lijkt Paulus weer op gelijke directieve hoogte te komen met de Heer, al wordt daar een ander werkwoord gebruikt. Bovendien gebruikt Paulus wat later in de brief het werkwoord ‘gebieden’ net zo goed in relatie tot zijn eigen voorschriften (11:17) en in andere brieven zelfs om het optreden van zijn medewerkers te karakteriseren (1 en 2 Tessalonicenzen; 1 Timoteüs).

Waarom heeft Paulus het hier dan toch zo expliciet over zijn ‘mening’? Het woord zegt in eerste instantie iets over het karakter van de situatie die hij aanstipt. Hij heeft geen eenduidig gebod van de Heer en het komt dus aan op wikken en wegen. Zeker vanwege ‘de huidige beproevingen’ lezen we, waarmee Paulus wijst op de periode van uitzien naar Jezus’ terugkomst. Naar joodse verwachting zou de komst van de messias ingeluid worden door een tijd van toenemend lijden. Zoals ook de stoïcijnen in zijn tijd wel deden, wikt en weegt Paulus alle voor- en nadelen van getrouwd zijn in deze situatie. Het huwelijk brengt hechting aan aardse zaken met zich mee. De zorg hiervoor bemoeilijkt een onverdeelde toewijding aan de zaak van de Heer. Kiezen voor een ongehuwd leven brengt, wanneer men niet de gave van de onthouding heeft, weer andere risico’s met zich mee. Wat is wijs?

Advies

Paulus wikt en weegt om zijn mening te onderbouwen. Hij formuleert geen duidelijk voorschrift, je zou het met hem oneens kunnen zijn. Tegelijk gaat het hier om meer dan gewoon een opinie. De apostel geeft de Korintiërs zijn weloverwogen advies, zou je kunnen zeggen. Advies, zo vertaalt de Bijbel in Gewone Taal de gebruikte term. Daar spreekt inderdaad iets van gezag uit. Aan een advies hecht je meer waarde dan aan een persoonlijke mening. Het vertelt je geïnformeerd en doordacht hoe je het beste kunt handelen. Advies komt niet van een willekeurig persoon. In onze samenleving is het recht van advies doorgaans gebaseerd op een speciale expertise. Je weet of kunt iets en op grond daarvan wordt jou om advies gevraagd. Zo baseert het kabinet zich voor haar coronabeleid op het advies van virologen, want zij zijn deskundig op dit gebied.

Maar anders dan in onze samenleving blijkt Paulus’ recht van advies niet gebaseerd op enige expertise, integendeel. Hij was natuurlijk wel ervaringsdeskundig op het gebied van single door het leven gaan, zo valt op te maken uit 1 Korintiërs 7:7-8. Het is niet bekend of hij eerder getrouwd is geweest, maar op het moment van schrijven leeft hij kennelijk in onthouding op grond van de gave die hij daartoe had ontvangen. Toch is het niet deze ervaringsdeskundigheid die hem het recht geeft om de Korintiërs hierin van advies te voorzien.

Paulus’ advies is veeleer geworteld in het gezag dat meekomt met zijn status als apostel. Status, daar waren de Korintiërs wel gevoelig voor. Uit de hoofdstukken 12 tot 14 van de brief blijkt dat in de gemeente zelfs een onderlinge statusconcurrentie bestond op het gebied van gaven van de Geest. In dat licht kan ik een glimlach nooit onderdrukken wanneer Paulus zijn advies in hoofdstuk 7 droogjes afrondt: ‘Dat is althans mijn mening, en ik meen dat ook ik de Geest van God bezit.’ Met de ironie die hem typeert, neemt Paulus juist afstand van die statuswedloop onder de Korintiërs over de mate waarin iemand de Geest bezit.

Roeping

Paulus’ adviesrecht is dus niet gebaseerd op zijn ervaringsdeskundigheid, noch op een bijzondere mate van vervuld zijn door de Geest. Hij baseert zijn adviesrecht heel eenvoudig op de barmhartigheid die de Heer hem heeft bewezen: ‘Dus geef ik mijn eigen mening, als iemand die door de barmhartigheid van de Heer betrouwbaar is.’ (1 Korintiërs 7:25). Het woord ‘barmhartigheid’ of ‘ontferming’ doet denken aan de bijzondere roeping van Paulus, zoals hij die omschrijft in de eerste brief aan Timoteüs, en daarbij tot tweemaal toe diezelfde term gebruikt (1 Timoteüs 1:13,16). Ondanks de flinke tegenindicatie, gezien Paulus’ activiteiten als christenvervolger, koos Jezus Christus uitgerekend hem uit voor de dienst als apostel. Voor Paulus is deze bizarre roeping de meest effectieve PR voor de boodschap van barmhartigheid die hij vervolgens mag uitdragen: Jezus redt! Dit is een betrouwbaar Woord (1 Timoteüs 1:15) en het is diezelfde barmhartigheid die Paulus tot een betrouwbare boodschapper maakt (1 Korintiërs 7:25).

Kortom, geen deskundigheid en ook niet een bijzondere gave van de Geest, maar eenvoudigweg de genadige roeping door Jezus Christus zelf maakt dat Paulus – ondanks zichzelf – het volste recht heeft om de Korintiërs als apostel te adviseren. Het gaat hier dus beslist niet om een geval van ‘zoveel mensen, zoveel meningen’.

Geschikt?

Je kunt ouderlingen en diakenen niet zomaar met Paulus vergelijken. Maar toch is het mooi om tegen deze achtergrond even stil te staan bij de verkiezing voor ambtsdragers die in veel kerken nu weer op gang komt. Elke gemeente wil natuurlijk graag vacatures invullen met geschikte mensen voor het ambt. Maar wat heet geschikt? Het is goed om te beseffen dat het om een diepere werkelijkheid gaat dan simpelweg vinkjes zetten bij een profiel. Voor de gemeente als geheel wordt het dan extra belangrijk om dit proces biddend in te gaan. Misschien word je zelf wel tot een ambt geroepen, maar schrikt het pastorale gesprek je af of vind je het lastig daadwerkelijk advies te geven in ingewikkelde situaties. Weet dan dat Christus je met het ambt ook vrijmoedigheid zal geven, juist op grond van je roeping. Zeker, het wordt wikken en wegen. Tegelijk: je bent geschikt, niet alleen omdat je broers en zussen dat vinden, maar juist omdat Hij je geschikt acht.

Om over door te praten

  • Het GKv-formulier voor de bevestiging van ouderlingen en diakenen roept de gemeente op om deze mannen en vrouwen ‘als dienaren van God te ontvangen’. Dit wordt bekrachtigd met woorden als ‘gehoorzamen’ en ‘onderwerpen’. Roepen deze woorden herkenning of vervreemding op? In hoeverre heb jij contact met je ouderling en beleef je de onderlinge verhouding ook zo?
  • Dien je zelf in een ambt, of heb je zelf ooit in een ambt gediend? Hoe gemakkelijk of lastig vind je het om richting te geven in bepaalde situaties? Voel(de) je je daarin ook vrijmoedig door je roeping en gedragen door Gods Geest?
  • Ook al moet Paulus de Korintiërs op dit punt corrigeren, voor hem blijken onderscheiden gaven van de Geest wel degelijk van belang bij de opbouw van de gemeente (1 Korintiërs 12; Efeziërs 4:1-16). Hoe zie je dit weerspiegeld in je eigen kerkelijke gemeente? Moet het advies van ambtsdragers ook ‘getoetst’ worden? Hoe zit het met jouw mening en hoe verhoudt zich dit alles tot het ‘ambt van alle gelovigen’?
Over de auteur
Myriam Klinker

Myriam Klinker is universitair docent Nieuwe Testament.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief