Meer willen dan snoepgoed voor de snelle trek

Peter Strating | 9 juli 2016
  • Opinie
  • Thema-artikelen

De wereld is gebroken en dat doet pijn. Onze westerse samenleving biedt tal van mogelijkheden om die pijn te verzachten, te verdoezelen of zelfs helemaal te vergeten. Maar lost dat wat op? De kerk is de plek bij uitstek waar valse behoeftebevrediging ontmaskerd kan worden en waar het verlangen naar échte levensvervulling kan groeien, schrijft Peter Strating.

Ons verlangen is vaak gericht op zaken die ons leven aangenaam maken en ons de pijn van de gebrokenheid doen vergeten. (beeld ale de sun/Shutterstock)

Ons verlangen is vaak gericht op zaken die ons leven aangenaam maken en ons de pijn van de gebrokenheid doen vergeten. (beeld ale de sun/Shutterstock)

‘Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw…’ Dit bekende kinderliedje van Hanna Lam is soms verguisd, omdat het lijkt op te roepen tot een lijdzaam wachten totdat eindelijk alles goed komt. Ik heb het altijd een prachtig lied gevonden, dat mijn hart raakt. Voor mij is het een liedje van verlangen, dat vanuit de gebrokenheid van deze wereld zingt over hoop. Deze wereld is zo vol van ellende dat je soms nog moet huilen. Maar er komt een andere wereld. Alles wordt nieuw.

Nu is er in onze welvaartssamenleving veel waarmee we onze pijn kunnen verzachten. Het verlangen naar een betere wereld lijkt daardoor naar de achtergrond verdwenen te zijn, en daarmee is ook God uit beeld geraakt. Hij is immers niet nodig om ons te redden en te leiden naar een betere toekomst. Toch zie je dat ook mensen die alles hebben wat hun hart begeert, rusteloos blijven zoeken. Welvaart bevredigt het hart niet. Er blijft een diep verlangen naar iets anders.

Verlangen is een rauwe emotie, die alles te maken heeft met gemis, met gevuld willen worden. Het heeft te maken met een hunkering naar een goed leven. Door de zondeval en de verdrijving uit het paradijs voelt de mens een gemis. De wereld is niet heel en ons eigen leven ook niet. En het lukt ons niet om dat te herstellen.

Aan de zelfkant van het leven wordt dit gemis het meest ervaren. In de Haagse Schilderswijk, waar het leven over het algemeen niet vanzelf gaat, zijn de mensen diep religieus, ook al weten ze lang niet altijd waar ze het moeten zoeken. Dat geldt ook voor de prostituees in troosteloze bordelen. Er is geen plek waar ik het zo makkelijk vond om pastoraat te verlenen als daar. Daar vind je geen atheïsme. Daar sluimert het verlangen dat God eens zal komen als bevrijder en alles anders zal maken. Wordt dat verlangen aangeraakt, dan groeit de hoop.

Verlanglijstje

Verlangen is altijd wezenlijk geweest voor mijn geloof. Misschien ben ik extra gevoelig voor het onvolmaakte en trek ik me het leed van de wereld erg aan. Maar als je geconfronteerd wordt met gebrokenheid, kun je simpelweg geen genoegen nemen met het bestaande. Dan ontstaat er een verlangen naar het volmaakte van God.

Dat verlangen is tegelijk ook lastig. Ik ken heel goed de wens om het leven gemakkelijk te houden en vrede te hebben met hoe het hier en nu is. Daar krijgen we in onze westerse wereld met al zijn overvloed ook alle kans toe. Ons verlangen is vaak gericht op zaken die ons leven aangenaam maken en ons de pijn van de gebrokenheid doen vergeten. Zelfs kinderen kennen de grote kracht van die verleiding. Denk aan de grote toewijding waarmee ze een verlanglijstje voor Sinterklaas maken. Ze pluizen de folders van speelgoedwinkels uit en denken zorgvuldig na over wat er op het lijstje moet komen te staan.

Zulke verlanglijstjes blijven we hebben in het leven. Dingen die we willen bereiken, plekken die we nog graag willen zien, geluk dat we graag met anderen willen delen. De mens is een verlangend wezen.

De reclamewereld doet hier een enorm appèl op. In reclames worden we niet volgestopt met allerlei informatie, maar krijgen we een beeld ingeprent dat appelleert aan ons verlangen, en dat vervolgens subtiel wordt gekoppeld aan een bepaald product. Dat is iets waar we heel gevoelig voor zijn. Want de onvolmaaktheid van het leven willen we liever niet onder ogen zien. Als we dat doen, voelen we voortdurend de pijn.

Roken

Nu is er van alles wat de pijn in ons leven kan verzachten of wegnemen. Maar de producten die dat beloven, geven slechts kortdurige bevrediging, waardoor het nooit genoeg is. Het verlangen blijft, ook al lijken onze behoeften even bevredigd te zijn.

In de Bijbel wordt dit soort verlangen ontmaskerd als begeerte. Begeerte is gericht op een levensvervulling buiten God. Je probeert jezelf in slaap te sussen en goed voor jezelf te zorgen, zodat je de boze buitenwereld op afstand kunt houden. Jakobus wijst onze begeerte aan als bron van de zonde. Verleiding komt voort uit onze eigen begeerte, zegt hij. En als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde (Jakobus 1:15).

Er is geen plek waar ik het zo makkelijk vond om pastoraat te verlenen als onder prostituees in troosteloze bordelen

Ons verlangen is dus niet onproblematisch. Er is van alles wat ons leven aangenaam kan maken, maar veel van die dingen kunnen ons het zicht op echte levensvervulling ontnemen. Hun verleiding is niettemin sterk, omdat het ons raakt in ons hart. Die ellende begon al in het paradijs. Toen Eva van de verboden vrucht at, deed ze dat niet vanuit een beredeneerde overtuiging. Ze werd verleid omdat ze zag dat de vrucht begerig was en omdat ze wist dat ze daardoor wijs kon worden.

Hoe groot de kracht van begeerte is, weten we allemaal. Probeer maar eens een vervelende gewoonte in je leven te veranderen, zoals roken of dingen op je computer doen die je eigenlijk niet wilt doen. Je kunt dat proberen met grote discipline, maar dat kost veel energie en je merkt dat het meestal toch niet lukt. Je wordt geconfronteerd met waar Paulus over schreef in Romeinen 7: ‘Niet wat ik wens doe ik, maar juist datgene wat ik niet wil.’

Tussen ons denken en ons doen zit een grote kloof. We merken dat we niet met ons hoofd kunnen bepalen wat we doen. We worden gedreven door de verlangens van ons hart. En het kost over het algemeen veel oefening en veel vallen en opstaan om de gewoontes waarmee we de onrust van ons hart bedwingen, te veranderen. Niet voor niets laat de Bijbel zien dat de geestelijke strijd in ons leven gaat om ons hart. Niet voor niets worden we in Spreuken gewaarschuwd om boven alles te waken over ons hart, want het hart is de bron van het leven (Spreuken 4:23).

Schreeuw

Wie probeert om zich niet te laten leiden door zijn begeerten, merkt hoe moeilijk dat is. Het leven wordt kaal en de onrust slaat toe, want we gaan ons gemis voelen. Ik geloof dat dat nodig is om ons weer te verbinden met het grote verlangen van God.

De mens is een verlangend wezen, omdat God een God is met verlangen. Zijn verlangen is dat zijn schepping weer heel wordt. Het verhaal van de Bijbel is dat God vanaf de zondeval aan het werk is om zijn schepping te herstellen. Hij gaat de pijn van de gebrokenheid daarbij niet uit de weg. God heeft de gebrokenheid van de schepping zó serieus genomen dat zijn Zoon midden in deze wereld is gekomen om deel te krijgen aan die gebrokenheid, zonder deze te verzachten door ijdele beloften.

‘Was ons hart niet brandend in ons toen Hij tot ons sprak?’

Wie in navolging van Jezus verlangt naar heelheid, voelt de pijn van gebrokenheid. Jezus heeft gezegd: ‘Zalig zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid.’ Honger en dorst zijn geen fijne sensaties; echt honger en dorst hebben is als een diepe schreeuw van binnen, die pijn doet. Het is niet verwonderlijk dat we dat gevoel met van alles proberen te sussen. Hongeren en dorsten naar gerechtigheid betekent dat je de pijn van het onrecht voelt en dat is ongemakkelijk. Tegelijk belooft God dat juist via die weg – verlangen naar recht en heelheid – de verzadiging komt, als een geschenk van Hem.

Verstikt

Het is opvallend dat juist in onze westerse samenleving, waarin mensen alles lijken te hebben wat hun hartje begeert, de onvrede steeds groter wordt. Kennelijk blijven we verlangen, ook als alle behoeften bevredigd lijken te zijn. Spullen, rijkdom en status kunnen geen echte vrede geven. Ze brengen ons niet terug tot God, de bron van ons bestaan. Dat is de reden waarom mensen soms weer op zoek gaan naar hun echte verlangens. Al is dat nog niet zo eenvoudig. Het pure verlangen moet worden losgemaakt van allerlei valse begeerten, want door gehoor te geven aan die begeerten wordt ons pure verlangen verstikt.

Het pure verlangen naar levensvervulling moet worden losgemaakt van allerlei valse begeerten. (beeld ale de sun/Shutterstock)

Het pure verlangen naar levensvervulling moet worden losgemaakt van allerlei valse begeerten. (beeld ale de sun/Shutterstock)

Nu geloof ik niet dat veel mensen opeens vanuit een nieuw verlangen op zoek zullen gaan naar God. Maar áls het gebeurt, hoeven we dat niet vreemd te vinden. Want uiteindelijk is er buiten God niets wat ons diepste verlangen kan vervullen. ‘Ons hart is onrustig totdat het rust vindt in God’, aldus Augustinus.

Ontmaskeren

De kerk is een mooie plek om dit pure verlangen weer te laten ontkiemen. Maar dat zal niet gebeuren als we menen dat geloof een zaak van het hoofd is. Kennis is zeker belangrijk – goede kennis kan het verlangen naar God en zijn heelheid aanwakkeren – maar verlangen is allereerst een zaak van het hart. Daarom is het nodig dat we in de kerk de taal van het hart leren spreken.

Jezus heeft ons dat prachtig voorgedaan. Als Hij na zijn opstanding met twee discipelen op weg is naar Emmaus, spreekt Hij op zo’n manier vanuit de Schriften over de dingen die gebeuren moesten dat de mannen na afloop tegen elkaar zeggen: ‘Was ons hart niet brandend in ons toen Hij tot ons sprak?’ Het spreken van de Heer wil ons hart raken en ons verlangen aanwakkeren.

Ons verlangen naar God en naar de doorwerking van zijn heil is gegrond in het verlangen van God zelf. Hij verlangt naar vrede in zijn schepping. Daar werkt Hij al sinds de val van de mens aan. Voortdurend is Hij eropuit om de mens te zoeken en te vinden. ‘Adam waar ben je?’ klinkt het als de mens zich heeft verstopt in het struikgewas. God wil zijn liefde aan ons kwijt.

De kerk is ervoor om dit verlangen weer in ons aan te wakkeren. Dat gaat niet vanzelf. Daarvoor zullen we alle valse behoeftebevrediging moeten ontmaskeren. De Bijbel spreekt in dat verband over afgoden. Om bij ons hart te komen, zullen we onze afgoden moeten verwijderen. Dan zullen we meer van God ervaren, maar tegelijk ook meer pijn van de onvolmaaktheid van deze wereld voelen.

De kerk kan een oefenplaats zijn voor een goed verlangen. Dat vraagt om lofprijzing, waardoor ons verlangen wordt gericht op God en zijn verlangen om zijn liefde en genade te openbaren aan ons en onze wereld. Ook vraagt het om een spiritualiteit waarin ruimte gelaten wordt voor klagen; klagen door de pijn bij God te brengen zonder het antwoord te weten, zoals dat gebeurt in sommige psalmen en in Klaagliederen. En het vraagt vooral om ruimte om deze twee dingen naast elkaar te laten staan: de vreugde om het goede van God en de pijn om de gebrokenheid van de wereld. Als we dat naast elkaar laten staan, kunnen we ons ook gaan richten op het dienstbaar zijn in de wereld vanuit een honger en dorst naar gerechtigheid. De vreugde om het goede van God zal daarbij hand in hand gaan met de frustratie van de gebrokenheid. Want die mooie wereld van Gods belofte is er nog niet. Nu moet je soms nog huilen van verdriet en van verlangen.

God is een goed werk in deze wereld begonnen, maar het is er nog niet. Nog steeds heerst het onvolmaakte en voelen we de pijn van de gebrokenheid. Verlangen zet ons aan tot daden van recht en vrede, omdat we geen genoegen nemen met het bestaande. Maar verlangen zet ons soms ook aan tot schreeuwen naar God. Hoelang nog, Heer? Kom toch, kom toch spoedig.

Webtips

www.desiringgod.org/articles/who-else-but-you

www.desiringgod.org/articles/what-the-psalms-do

www.theoblogie.nl/oefenplaatsen-van-verlangen

www.levenindekerk.nl/2016/05/23/anders-kerk-zijn-samen-lezen-samen-delen-samen-eten

Leestips

John Piper, Verlangen naar God. Overdenkingen van een christenhedonist, Franeker (Van Wijnen), 2012.

Bernd Wannenwetsch, Verlangen. Een theologische peiling, Zoetermeer (Boekencentrum), 2014.

Els J. van Dijk, Oefenen in verlangen, Apeldoorn (De Banier), 2015.

James K.A. Smith, Desiring the Kingdom, Ada (Baker Publishing Group), 2009.

James K.A. Smith, You are what you love, Ada (Baker Publishing Group), 2016.

Over de auteur
Peter Strating

Peter Strating is predikant van de Havenkerk (NGK) in Den Haag.

Wat kan er in een kerkgebouw? reflectievragen

Wat kan er in een kerkgebouw? reflectievragen

Jorien Holsappel
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Macht en misbruik in de kerk

Macht en misbruik in de kerk

Frank Schneider
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief