Openbaring lezen (hoofdstuk 12-22)

Na de eerste serie visioenen in Openbaring volgt een tweede serie, die opnieuw begint bij de hemelvaart van Jezus Christus. De invalshoek is nu hoe Satan alles uit de kast haalt om Christus tegen te werken. Adembenemend om te zien, maar vooral ook bemoedigend, want in dit laatste Bijbelboek krijgen we inzicht en hoop. De Openbaring aan Johannes gaat ook over de volharding van de heiligen.

Het nieuwe Jeruzalem, een schilderij van Frans van Hoffen. Het vraagt geloof en volharding vandaag dit Jeruzalem in de kerk te zien, de bruid van Jezus. Van Hoffen heeft een serie schilderijen over Openbaring gemaakt. Zie voor meer informatie fransvanhoffen.nl.

In Openbaring 12 komt de draak in beeld, met zeven koppen en tien horens. Eeuwenlang heeft hij de zwangere vrouw – Gods volk in verwachting van het kind dat beloofd was aan Adam en Eva – belaagd. Hij heeft geprobeerd om het volk te vernietigen, te misleiden en te verstrooien. Maar toch werd het kind geboren. Een groot wonder van Gods trouw en krachtige regering!

Op die geboorte volgt meteen de hemelvaart van het kind, waarover in de eerste reeks visioenen veel is getoond. Nu is het de draak die in beeld blijft. Hij wordt uit de hemel gegooid, niet langer is hij de overste van deze wereld. Jezus is Heer! Aan Hem is alle macht gegeven in hemel en op aarde (Matteüs 28:18). Woedend probeert de draak zich te storten op de vrouw, maar zij wordt voor hem in veiligheid gebracht. Wat nu? Geeft hij het op? Nee, maar hij verandert zijn tactiek, op een echt duivelse manier.

Het is zijn laatste truc, maar zó listig en effectief

Johannes ziet een beest opkomen, in wezen aan de draak gelijk, maar in een aardse gedaante. Voor een draak slaat iedereen op de vlucht, maar dit beest blijkt heel verleidelijk. Heel de wereld loopt achter hem aan, want hij geeft alles wat mensen maar willen. Dat is herkenbaar. Het leven heeft ineens zo veel te bieden dat je God vergeet. De wetenschap kan alles en voor amusement kom je tijd tekort. Maar let op de list: de draak droeg al zijn kracht en heerschappij en gezag op dit beest over (hoofdstuk 13:2). Het is zijn laatste truc, maar zó listig en effectief. De vrouw is veilig voor de gruwelijke draak, maar dit verleidelijke beest is net zo duivels.

Nog een tweede beest komt erbij. Het ziet eruit als het lam, maar het spreekt als de draak. Je denkt Jezus te herkennen, maar de boodschap is vals. Wel gaat die gepaard met grote wonderen en tekenen, zodat zelfs de uitverkorenen erdoor verleid zouden worden (Matteüs 24:24). Dit tweede beest stimuleert de mensen om het eerste beest te aanbidden. Wie dat niet doet, wordt buitengesloten. Daarmee is het duivelse complot compleet. `t Is maar dat je het in de gaten hebt!

Gratis

Opvallend is hoe Satan zich voordoet als God. Ook hij laat zich gelden in een drie-eenheid. Na de draak kwam het eerste beest, met een kop die eruitzag als geslacht, maar toch genas. Sprekend Gods Zoon, maar toch helemaal niet. Het tweede beest geeft mensen hun geloof, compleet met wonderen en een teken op hun voorhoofd of rechterhand. Sprekend de Geest, maar toch nep.

De twee beesten willen niets liever dan je overladen met alles wat leuk, knap en begerenswaardig is

Dit is dus waarvoor we op onze hoede moeten zijn. We verbinden Satan gemakkelijk aan onze ziektes en tegenspoed, terwijl we God danken voor alle mooie dingen. En zodra we wonderen zien, zijn we van slag. ‘Daar gebeurt het dan toch maar’, hoor je dan. Maar de twee beesten willen niets liever dan je overladen met alles wat leuk, knap en begerenswaardig is! De wonderen krijg je er gratis bij. Als je daarvoor God maar vergeet, dát is de inzet.

Schapen van de goede herder kunnen niet van Hem worden geroofd (Johannes 10:28). Nu zet Satan alles in op misleiding, waarbij hem niets te dol is.

Aanval

De hoofdstukken 12 tot en met 20 hebben één grote spanningsboog. Aan het begin zien we hoe de macht van de draak wordt beperkt, waarna hij een eerste en een tweede beest laat opdraven. Aan het eind van de tijd wordt dit trio opgepakt. Eerst worden de twee beesten overwonnen en in het vuur gegooid (19:20), vervolgens is de draak zelf aan de beurt (20:1-10). Hij is dan duizend jaar geketend, zo staat er.

Alle getallen zijn symbolisch, net als de visioenen zelf. Sinds de hemelvaart van Jezus heeft de draak zich niet meer als draak kunnen vertonen; heel de tijd van het Nieuwe Testament. Maar uiteindelijk zal dat toch nog heel even gebeuren: als de twee beesten zijn verwijderd mag de draak zich in zijn ware gedaante laten zien in een laatste moordlustige aanval op het volk van God. Het zal snel met hem gebeurd zijn, maar toch, iedereen zal de adem inhouden.

Waarom deze laatste vertoning? God verslaat de vijand niet buiten ons blikveld. Door onze zondige keuze hebben we de verslindende draak macht gegeven over de aarde en de mensheid. Dan is het niet te veel gevraagd om hem één keer in ware gedaante te zien. Jezus rekent net zo zichtbaar met hem af als toen Hij onze schuld verzoende aan het kruis.

Teken

Onder deze spanningsboog verstrijkt nu de tijd. Een tijd vol spanning, maar ook heel verschillend. Er zijn oorlogen en terreurdreigingen, voetbalkampioenschappen en Olympische Spelen: er is altijd wel een spanning die heel de wereld voelt. We worden eronder bedolven en dat is de duivelse bedoeling. Want maar één spannende kwestie is van levensbelang: welk teken draag je op je voorhoofd? Het teken 666 van het duivelse trio of de naam van de drie-enige God?

Het vraagt geloof en volharding
vandaag dit Jeruzalem in de kerk te zien

Vergelijk hoofdstuk 13:16-18 met 14:1-5, dan zie je dat het niet alleen om een teken gaat, maar vooral om de invloed ervan op je denken en handelen. Wie of wat is leidend in je leven? Die vraag heeft twee kanten. Positief: Jezus laat zien hoe zijn ontelbare schare Hem overal volgt en niets tekortkomt. Negatief: Jezus waarschuwt dat wie het beest aanbidt ook zal drinken uit de beker van Gods toorn over het beest.

Zee

Intussen gaat de vervulling verder. Geen vijand houdt Jezus tegen. Terwijl Hij de aarde zijn toorn laat voelen in zeven laatste plagen, leidt Hij zijn volk daar dwars doorheen. Ooit ging Gods volk door de zee, achternagezeten door de farao en zijn hele legermacht, maar veilig onder de wolk met de engel van de Heer (Exodus 14:19). Aan de overkant zongen ze het lied van Gods overwinning op zijn vijanden, het lied van Mozes. Dat beeld keert terug in Openbaring 15. Aan de glazen zee vol vuur van Gods oordeel staan nu de overwinnaars van het beest en zijn getal. Zij zingen opnieuw het lied van Mozes en het lied van het lam. Zij gingen dwars door de zee – deze tijd, vol van Gods naderende oordeel – met dank aan het lam, dat het pad heeft gebaand en hen veilig heeft geleid.

In dit betekenisvolle visioen wordt onze levensweg in één keer getypeerd en in lijn gezet met de regering van het lam sinds zijn hemelvaart. Dit is voluit vervulling van de Schriften en van het hoge ambt van Jezus Christus, onze redder. De vervulling is bezig, net als een glas wijn dat je schenkt totdat het helemaal gevuld is.

Twee steden

De vervulling van de tijd van vijandschap en volharding wordt samengevat in de toekomst van twee steden die nu in aanbouw zijn, Babylon en Jeruzalem. Babylon is de stad van de mens. Zij is niet ergens op de kaart aan te wijzen, ze is overal waar de mens vol is van zichzelf en aan God voorbijgaat. Ze is als een hoer die met iedereen de liefde bedrijft en zich aan niemand hecht. Een schitterende stad, dat wel, vol pracht en rijkdom. Er wordt gehandeld en geleefd. Jezus onthult echter dat deze hoer wordt gedragen op de rug van het eerste beest. Haar verleiding is door en door antichristelijk. In Babylon wordt het bloed gevonden van de heiligen. De Heer waarschuwt deze stad te verlaten om niet met haar ten onder te gaan.

De schoonheid van Jeruzalem is daarentegen nog verborgen in deze tijd. Toch mag Johannes daar al een blik op werpen. Hij ziet de stad van God op een hoge berg, neerdalend langs haar hellingen, naar de profetie van Jesaja 2. Haar top is in de hemel, haar poorten staan op aarde, gesierd met de namen van de twaalf stammen en van de apostelen. Eén en al vervulling! Veelkleurig wordt de heerlijkheid van God weerkaatst door tal van edelstenen. Levende stenen.

Het vraagt geloof en volharding vandaag dit Jeruzalem in de kerk te zien, de bruid van Jezus. Toch is daar nu al de bron van levend water, die ontspringt aan de troon van God en van het lam. Hier vinden mensen genezing en begint de vreugde van het eeuwige leven.

Wat een openbaring! De Geest en de bruid zeggen: ‘Kom!’