Openbaring lezen (hoofdstuk 1-11)

Roel Kelder | 31 maart 2018
  • Opinie
  • Thema-artikelen

De Openbaring van Jezus Christus aan Johannes heeft een geweldige belofte in zich. ‘Gelukkig is wie dit voorleest, en gelukkig zijn zij die deze profetie horen en zich houden aan wat hier gezegd wordt’ (hoofdstuk 1:3). Gelukkig! God wil ons gelukkig maken als we deze woorden lezen en in ons opnemen. In wat voor omstandigheden we ook leven.

Rondom de troon, een schilderij van Frans van Hoffen. Rond Gods troon staan 24 tronen voor 24 oudsten, die de kerk van het Oude en het Nieuwe Testament vertegenwoordigen. Van Hoffen heeft een serie schilderijen over Openbaring gemaakt. Zie voor meer informatie fransvanhoffen.nl.

Rondom de troon, een schilderij van Frans van Hoffen. Rond Gods troon staan 24 tronen voor 24 oudsten, die de kerk van het Oude en het Nieuwe Testament vertegenwoordigen. Van Hoffen heeft een serie schilderijen over Openbaring gemaakt. Zie voor meer informatie fransvanhoffen.nl.

Openbaring is een hoopvol boek. Het zit vol verwachting van wat God doet en gaat doen. Het is het laatste boek in de canon en eindigt met de voltooiing van Gods nieuwe wereld. Daarmee is in de Bijbel de cirkel rond. Gods schepping uit het begin komt tot haar volheid en heerlijkheid. Want God vervult zijn beloften. Hij maakt alles nieuw (21:5) en leidt de geschiedenis van de wereld door oordelen heen naar een climax.

Maar je kunt gauw verdwalen in de verschillende manieren waarop Openbaring is uitgelegd. Gaat het over de verwoesting van Jeruzalem? Of gaat het vooral over de tijd die net voorafgaat aan de terugkomst van Jezus? Of over ons heden? En al die getallen, zijn die nu symbolisch of kun je ze ook letterlijk nemen? Wat te denken bijvoorbeeld van het duizendjarig rijk?

Zeven

Je moet het eigenlijk voor je zien. Johannes tekent vooral visioenen op. Visioenen kun je omschrijven als getoonde gelijkenissen. In beelden laat God zien hoe Hij werkt in het verleden, het heden en de toekomst. De beelden zitten vol symboliek, met lijnen naar het Oude Testament. Ook de getallen zijn symbolisch.

Wie Openbaring leest, kan bijvoorbeeld niet om het getal zeven heen. Dat staat bekend als het getal van volheid. De openbaring is geadresseerd aan zeven gemeenten, waarmee meteen de kerk van Christus over heel de wereld is aangeschreven. Verder zijn er zeven geesten (zo rijk en vol is Gods Geest), zeven zegels, zeven bazuinen, zeven donderslagen en zeven schalen.

Het zien van het getal zeven kan je helpen om de structuur van het boek te ontdekken. De eerste drie hoofdstukken concentreren zich op de zeven gemeenten, oftewel op de kerk van Christus in de wereld. De hoofdstukken 4 tot en met 7 laten met het verbreken van de zeven zegels vooral zien hoe de kerk van Christus lijdt onder de verschrikkingen in de wereld (Handelingen 2:19-20). In de hoofdstukken 8 tot en met 11 klinken zeven bazuinen, waarmee Gods oordelen worden ingeleid. Hoofdstuk 11 eindigt met het oordeel over de vijanden van Christus en de beloning van de dienaren van de Heer.

Geen kind dat sterft of de hemel zwijgt

Vanuit drie verschillende perspectieven laat God zijn licht schijnen over de plaats van Christus’ gemeenten in de wereld; hoe zij door alle tijden heen met verleidingen en vervolgingen te maken hebben, maar ook hoe de Heer hen daar dwars doorheen leidt. Hij regeert, zijn koninkrijk staat vast.

Ontroerend

Lezen in Openbaring lijkt een uitdaging, maar is bemoedigend als je ontdekt dat het draait om Christus, die heeft overwonnen. Daarom moet je echt beginnen bij hoofdstuk 1, waarin de apostel Johannes de Heer Jezus ontmoet.

De bekende vredegroet staat hier: vrede voor u van ‘Hem die is, die was en die komt’. Openbaring laat zien hoe Jezus Christus bezig is te komen. Alles wat beschreven staat, is uiteindelijk verbonden met zijn komst. Jezus komt, kijk maar hoe dat plaatsvindt. Alles – ook de pijnlijke en zware dingen die beschrijven hoe volgelingen van Christus lijden – staat uiteindelijk in het teken van zijn komst. Hij komt eraan, houd moed.

Ontroerend is het om te zien hoe de Heer zijn doorboorde hand op Johannes legt en hem bemoedigt: wees niet bang! Bij alles wat je verder leest over wat er gebeurt tussen hemelvaart en Jezus’ terugkomst moet je dat niet vergeten: wees niet hopeloos bang. Daarmee kunnen de kerken over heel de wereld verder. Het gaat erom dat je ziet dat Hij komt! Hij die is, die was en die komt.

Christus bemoedigt en vermaant de kerken (hoofdstuk 2-3). Hij kent ze en weet hoe ze leven met God, maar ook welke zonden in hun midden bestaan. Zo laat Jezus Christus zien dat Hij zich tussen die gemeenten – de zeven kandelaren – bevindt (1:13).

Lam en leeuw

In hoofdstuk 4 mag Johannes op uitnodiging van Christus in de hemel kijken. De deur is open. Zo komen we in de troonzaal van God. Rond Gods troon staan 24 tronen voor 24 oudsten, die de kerk van het Oude en het Nieuwe Testament vertegenwoordigen. En er is nog meer te zien! Vier wezens, die op dieren lijken, met daarbij verschijnselen uit de schepping: de regenboog, bliksem en donderslagen en vuurfakkels. Ze zijn daar als een voortdurende herinnering voor God om aan zijn schepping te denken. Zoals iemand op zijn werk foto’s van zijn gezin heeft staan, zo ziet God zijn schepping, waar Hij voor zorgt. Die schepping prijst God eenstemmig: voor God alle lof, eer en macht!

Zeven bazuinen klinken als een geweldig luchtalarm

Voor de troon verschijnt het lam, dat is Jezus Christus. Hij komt de troonzaal binnen. Het is de hemelvaart, vanuit het perspectief van de hemel. Het lam is ook een leeuw. Kwetsbaar en sterk tegelijk.

Zijn taak als hogepriester gaat na zijn hemelvaart door. Hij bidt voor ons bij de troon van de Almachtige. Daarbij ontvangt Hij de eer om de geschiedenis tot een einde te brengen. Een boekrol, verzegeld met zeven zegels, mag door Hem worden geopend. Het lam ontvangt alle lof. ‘Met uw bloed hebt U voor God mensen gekocht’ en ‘uit hen een koninkrijk gevormd en hen tot priesters gemaakt’ (5:9 en verder.). Wie eigendom is van Christus, maakt Hij tot priesters: mensen die hun leven wijden aan God. Zo ben je geroepen om als priester te bidden voor alle mensen. Je brengt God onder de mensen en mensen bij God.

Mededogen

De Heer opent de eerste zegels van de boekrol. Beroemd zijn de vier paarden, symbolen voor verleidingen, oorlog en strijd, hongersnood en de dood (zie ook Matteüs 24:4-12). Je ziet als het ware het NOS Journaal. Deze paarden draven nu door de straten van onze wereld. Maar opnieuw is er bij al dit geweld iets moois te ontdekken. De dienaren van God krijgen het zegel van God op hun voorhoofd. Het is de verzegeling met de heilige Geest, die geloof en kracht geeft om vol te houden tot Christus komt (Efeziërs 1:13 en 4:30). Dit is het pinksterfeest vanuit het perspectief van de hemel. God weet hoe zijn dienaren zijn Geest nodig hebben. Zo leeft de hemel mee met de aarde.

Dat zie je ook als het zevende zegel opengaat. Openbaring is een boek met veel geluid, maar nu wordt het stil. De hemel houdt de adem in bij wat op aarde gebeurt. Deze stilte symboliseert hoe de hemel met de aarde meeleeft in al het lijden. Geen bombardement of het is stil in de hemel. Geen hongersnood in Afrika of het is stil. Geen kind dat sterft of de hemel zwijgt. Er is een diep mededogen om ons heen.

De gebeden van gelovigen stijgen op tot Gods troon als reukwerk, gezuiverd door Christus. Die gebeden gebruikt God om zijn plannen verder te brengen als ze als zijn oordelen op de aarde komen. Christus komt, en gelovigen zijn biddend daarbij ingeschakeld.

Alarm

Voor de mensen is het gelukkig nog niet te laat. Je kunt nog aan Gods oordeel ontkomen. Zeven bazuinen klinken als een geweldig luchtalarm. Bekeer je! Het kan nu nog. Er is nog tijd. Hij komt, maar tot die tijd is de tijd van genade.

Alle oordelen die in hoofdstuk 8 en 9 over de aarde gaan, staan in het teken van dat alarm. God bereidt ons en de wereld voor op zijn komst. Wat nu zo erg lijkt – branden die uitbreken, drinkwater dat vervuilt en schaars wordt – is nog niet het laatste oordeel. Nog niet alles gaat eraan (al is het veel: een derde van de schepping), want er is nog geduld, er is nog tijd voor bekering. Hoofdstuk 10 en 11 staan dan ook in het kader van getuigen. God wil dat de oproep tot bekering blijft klinken.
Bij de laatste, zevende bazuin breekt het oordeel aan. Vanuit de hemel breekt het licht door: de tempel van God in de hemel gaat open en de verbondsark komt in beeld. God denkt aan zijn verbond!

Hier eindigt de eerste serie visioenen, van hemelvaart tot wederkomst. God bewaart zijn dienaren en zijn kerk. Hij vervult wat Hij heeft beloofd. Wees vol verwachting van God, ook in onze tijd.

Over de auteur
Roel Kelder

Roel Kelder is predikant van de GKv Amersfoort-Emiclaer.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reacties zijn gesloten.

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief