Zing een nieuw lied voor de HEER

Jaap Cramer | 13 januari 2023
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen


De kerk heeft altijd al gezongen. Psalmen, hymnen en geestelijke liederen.
Het wonderlijke goede nieuws van Jezus de Verlosser heeft alle eeuwen door mensen aangespoord tot creativiteit. Oproepen vind je in de Bijbel zelf: zing de Heer een nieuw lied! Zo is elk lied, ook dat wij oud vinden, ooit nieuw geweest. In dit artikel wil ik iets van de complexiteit verkennen van het kerklied van vandaag. Ik hoop ruimte te maken voor diversiteit door deze complexiteit vanuit verschillende invalshoeken te belichten.

Vol van de Geest vonden gelovigen woorden en schiepen ze melodieën die de hoogte en dieptepunten van een leven met God bezingen. Liederen die menselijke nood beklagen en bij God brengen, die zangers meenemen in het helende proces van erkenning van schuld naar vergeving, die uitbundig bijdragen aan de lof die God verdient. Zo is door de tijd heen een ongekend divers spectrum ontstaan. Van gregoriaans tot gospel, van Johnny Cash tot cantates, Opwekking tot oratorium, van massale mannenkoren tot een lief luisterlied door een singer-songwriter en zoveel meer. Wat je goede muziek vindt, is heel persoonlijk. Wat jou raakt, is niet de beleving van de hele gemeente. Muziek vandaag is een expressiemiddel, met gepersonaliseerde spotify-playlists voor de stemming van het moment. Dat geeft muziek iets vluchtigs.

Smaak en stijl

Er is bijna niets zo divers als muziek. De smaken zijn eindeloos, afkomstig uit verschillende tijden en tradities, regio’s en genres. Alles wat mensen maken is tijdgebonden. Zelfs muziek die we tijdloos noemen heeft duidelijke stijlkenmerken uit de tijd van hun schepping. In kerkmuziek en in liturgisch gebruikte teksten zit iets conserverends. Bepaalde frases uit het doop- of avondmaalsformulier kunnen velen dromen. Veel gebruikte bijbelteksten blijven hangen in een oudere vertaling: het psalmversje dat je als kind op de basisschool had geleerd. Dat is hoe tekst of lied tot ons gekomen is, zo zijn we ermee vertrouwd geraakt.
Teksten verdiepen als ze een leven lang met je meegaan: een trouwtekst, een lied gezongen bij een begrafenis. Door het gebruik door de tijden heen krijgen ze toegevoegde waarde. Een repertoire waarop je kunt terugvallen. Tot je ontdekt dat het ouderwets is geworden. Een voorbeeld. Voor het slapengaan zongen we met onze kinderen het Onze Vader van Dirk Zwart. Ik vind dat een prachtige melodie: hoe die omhoogklimt, hoe de onderliggende harmonie niet al te voor de hand liggend is. Dit is mijn smaak. Maar wat meekomt met deze versie, is de oude vertaling uit NBG ’51: ‘Onze Vader die in de hemelen zijt.’ Onbedoeld leer ik mijn kinderen iets van het taalkleed van zeventig jaar terug. Werp ik blokkades op om te begrijpen wat ze zingen of is het een steen aan de rand van de Jordaan die hen uitnodigt om te vragen: wat betekent dit?

In het kerklied zit een natuurlijke tendens om te conserveren. Dat drukt ook iets uit van: wij zijn niet de eersten die geloven. De kerk is van alle tijden. Maar het roept ook de vraag op: wat is nu precies het bewaren waard? Is dat de melodie die een beproefd zingbaar middel is gebleken om de tekst de dragen? Of de theologische inhoud of de spiritualiteit die achter de liedtekst zit? We ontdekken ook nieuwe accenten. Naast oud en vertrouwd, nieuw en actueel. Neem bijvoorbeeld Schrijvers van Gerechtigheid die sociale thema’s scherp verwerken. Er is behoefte aan liederen in het tekstuele en muzikale taalkleed van vandaag. Je kunt tal van redenen hebben om iets te willen bewaren. Maar het toevoegen van conserveringsmiddelen doet niets met de smaak. Door de tijd heen wordt er toegevoegd aan het repertoire en uiteindelijk zal de tijd zelf leren of iets de tand des tijds doorstaat.

Intensiteit

Op een meer beschouwend niveau zie je dat niet alleen smaken verschillen, maar ook de manier waarop muziek tot ons komt. Dat gaat van ‘liftmuziek’, een niet veelzeggend behangetje van geluid, tot het intens ervaren van muziek. En of je dat nu in een concert doet of met de koptelefoon op een nieuw album beluistert, het heeft een intensiteit die totaal anders is dan een gemakkelijk achtergrondmuziekje. De intentie van muziek verschilt. Het ene nummer heeft als doel intensief beluisterd te worden, een ander is geschreven als eenmalige zomerhit; met daarmee ook de beperkte houdbaarheid. Daarin hebben we allemaal een eigen behoefte. Zo raakt muziek gemeenteleden ook verschillend. Muziek komt tot ons met verschil in intensiteit. Ik kan het niet helpen, maar beluister alle muziek intensief. Om die reden kan ik het klassieke ‘Ere zij God’ niet verdragen. De eindeloze herhaling van de saaie melodie, de doorgaans domme harmonie die eronder staat. Ik word echt doodongelukkig, omdat fantastische tekst in zo’n schaamteloos lege muzikale huls is gestopt. Dan ervaar ik kortsluiting; eer aan God onwaardig. Ik ben me ervan bewust dat (gelukkig) lang niet iedereen dit zo ervaart. We zijn gewoon divers. Voor de een is het geluid van orgel hinderend in de lof tot God, voor een ander roept het geluid van een viool meteen emoties op, voor een zuster met tinnitus is het geluid van drums niet verdragen. Voor de een is een pianist die een toets mist onvergeeflijk, voor een ander maakt dat niet zoveel uit. Iedereen ervaart muziek met zijn eigen intensiteit.

Tekst en muziek

Als je het hebt over kerkmuziek hebben we het vrijwel altijd over zang. Dat geeft het een dubbele laag: naast de muziek de tekst. Je hebt teksten die je meteen pakken, maar ook gedichten die je op je moet laten inwerken voor ze iets uitwerken. Neem bijvoorbeeld het lied als ‘Wat zijn de goede vruchten’ (Liedboek voor de Kerken 252; Nieuw Liedboek 841). Daar vind je in vers 1 en 2 de zinnen: ‘Geloof om veel te vragen, te vragen honderd-uit; geloof om veel te geven, te geven honderd-in’. In dit lied worden vruchten van de Geest genoemd, zoals geloof, waarom je mag vragen. Honderduit vragen is een bestaande uitdrukking. Maar ‘honderd-in’ is een nieuwigheid. Taalkundig een leuke vondst, eentje waarover ik even moet nadenken. ‘Vragen’ tegenover ‘geven’, ‘uit’ tegenover ‘in’. Poëzie vraagt het soort reflectie waarvoor je tijd nodig hebt; tijd die je trouwens niet altijd hebt als je lekker doorzingt. Ook teksten hebben diversiteit in stijl.
Wat voor oude en nieuwe muziek geldt, geldt ook voor liedteksten. Ook die hebben een datum. Als voorganger in een samenwerkingsgemeente zie ik hoe de GKv gewend was aan hun eigen psalmberijming en de NGK aan psalmen uit het Liedboek voor de Kerken. Over en weer vonden we de vertaling van de ander oud. Maar doordat je aan je eigen teksten gewend bent, heb je het daarvan minder in de gaten. Als salomonsoordeel geef ik dan nieuwere vertalingen op. Soms vraag ik me af: voelt nu niemand zich meer vertrouwd? Maar gelukkig werkt het vaak verfrissend.
Ook in de relatie tussen tekst en muziek kun je verschil waarnemen. In dat samenspel ontstaat iets dat groter is dan de losse tekst of alleen de muziek. Tekst en muziek worden een commentaar op elkaar. Ze versterken elkaar, zorgen dat de boodschap beter of dieper binnenkomt. Neem een adventslied als ‘O kom, o kom, Immanuël’. De melodie begint laag, heeft iets melancholisch en verlangends. Dan knalt de melodie er opeens uit met een hoge noot en hoopvolle harmonie: ‘Wees blij!’ Ook dit zal persoonlijk zijn, maar wordt universeel beleefd. Een citaat als ‘wie zingt, bidt dubbel’ illustreert precies deze ervaring. De noten dragen de woorden vanuit je hart naar de hemel.
Aan de andere kant van het spectrum: bescheiden muziek die zich terugtrekt, het gaat om de tekst. Een gezongen declamatie kan juist met minimale middelen heel veelzeggend zijn. Denk aan sacred minimal music, waar juist in de eenvoud iets puurs en hemels kan worden ervaren. Overigens is het goed om op te merken dat schoonheidservaringen niet automatisch hetzelfde zijn als godservaringen. Soms liggen ze dicht bij elkaar en zijn kunstenaars daadwerkelijk geïnspireerd. Maar als je de heilige Geest alleen kunt voelen bij een bepaald instrument of akkoord, hebben we Gods kracht opgesloten in onze particuliere smaak.

U moet u inloggen om dit artikel te bekijken. Inloggen om toegang te krijgen.
Over de auteur
Jaap Cramer

Jaap Cramer is predikant van de NGKV Heerde en redacteur van OnderWeg.

Gods Geest in het Oude Testament

Gods Geest in het Oude Testament

Koert van Bekkum
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Reisbagage: ‘Leren omgaan met de Bijbel is als leren fietsen’

Reisbagage: ‘Leren omgaan met de Bijbel is als leren fietsen’

Pieter Kleingeld
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief