Geen kunst
- Column
‘We willen niet investeren in stenen’ was ooit het motto van onze gemeente, een missionaire kerk in een Vinex-wijk waarin drie kerkgenootschappen samenwerken. ‘Wij investeren in mensen!’ Dit lukte jarenlang, we kerkten in scholen en in een zalencentrum, als onderdeel van de wijk: mensen ontmoeten op gewone plekken – niet per se in een kerkgebouw.
De gemeente groeide door naar meer dan duizend leden. Dan toch maar een kerkgebouw! Naast de optelsom van idealen woog ook de optelsom van financiën mee, en er kwam een kans: een stuk grond vlakbij het treinstation. Daar staat nu ons kerkgebouw te stralen in de nog steeds gewenste eenvoud, aantrekkelijk door haar openheid van staal en glas. Met weinig tussenmuren: vanuit de kerkzaal sta je zo in het café en ’s zomers loop je meteen het terras op. Geen wonder dat buurtbewoners gemakkelijk binnenlopen. Het ideaal van ‘niet teveel geld in stenen’ is vastgehouden, het doet sober aan. Daar liep ik tegenaan in de commissie ‘inrichting’: nee, geen geld voor kunst. Als ik denk aan mijn ergernis over het goud in Rome – zoveel kerkelijke rijkdom, maar zo weinig eer voor God daarin – juich ik dit streven toe. Aan de andere kant heeft mijn hart ook symboliek nodig en spreekt God niet alleen door woord en muziek het hart aan, maar ook door beelden en kleuren. Kunstenaar Wilma Veen was snel geïnspireerd en schilderde twee prachtige rode schilderijen met het kruis en de opstanding van Christus. In deze schilderijen zijn menselijke reacties herkenbaar.
Maar geen budget dus… Iemand suggereerde sponsoring door gemeenteleden, een tientje per oppervlakje. Ik zag het nog niet gebeuren, maar rekende toch de oppervlakte uit: per 10 cm2 bleek de afmeting precies te kloppen met het gevraagde bedrag! Een knipoog van God: doe het maar! Het geld is er gekomen en nu hangen de schilderijen warmrood te vibreren in de lichtgrijze kerkzaal. In coronatijd kwamen ze vaak in beeld tijdens het gebed en hoorden er helemaal bij.
Afgelopen jaar verbleven vluchtelingen in ons multifunctionele gebouw en zal er vast een van de kinderen, vrolijk rondrennend in deze ongewone speelruimte, even verwonderd naar de schilderijen hebben opgekeken.