Gertjan van Harten: ‘Ik ben niet gespaard, nee’

Wilfred Hermans | 1 april 2017
  • Interview
  • Ontmoeting

In de muziek verkiest Gertjan van Harten – predikant van de GKv Spakenburg-Zuid – een rauwe schreeuw vol oprechte pijn boven een zoetsappig verhaaltje dat haaks op het leven staat. Hij kan het weten. ‘Ze zei: “Mama, ik ben zo bang.” Ik dacht: wij ook, meissie.’

Gertjan van Harten (47) is predikant van de GKv Spakenburg-Zuid. Eerder stond hij in Blije-Holwerd en Wezep. Hij presenteert wekelijks een muziekprogramma bij de Lokale Omroep Spakenburg.

Hij houdt enorm van muziek en sport, vertelt Gertjan aan zijn keukentafel. Over beide onderwerpen leest hij veel, hij presenteert een muziekprogramma op de lokale radio en als het kan, staat hij de zaterdagen op het voetbalveld.

Als hij moet kiezen, wordt het toch muziek. ‘Dat raakt me meer dan sport, op een diepere laag. Muziek hangt samen met speciale momenten. Het nummer “Waste of life” van Bart van der Lee bijvoorbeeld, dat gaat over de begrafenis van zijn vader. Pa, zingt hij, je hebt altijd voor God geleefd, maar dat was nutteloos want God bestaat niet. Een tragisch nummer dat me ontzettend raakt, de enorme worsteling, de rauwheid van het leven. Die schreeuw om heelheid ook, dat klinkt door in zijn stem. Ik zou hem het liefst zelf het geloof geven… Zulke muziek zet mij ook aan het denken: hoe voed ík mijn kinderen op? Je kunt onbedoeld een sta-in-de-weg voor hen zijn om Gods liefde te ervaren.’

Watje

Gertjan staat op en vist een cd uit zijn wandbedekkende cd-kast. Het is de cd Life is people van Bill Fay: ‘Het lied “Thank You, Lord” herinnert me aan mijn ernstige ziekte in 2012. Ik had een chronische darmontsteking, viel twaalf kilo af en de ontstekingen namen toe. Er was een medicijn waarvan de kans 50 procent was dat het zou aanslaan. Mijn vrouw en ik zeiden: we zijn niet onderworpen aan de wet van de statistiek, we vragen God of Hij het medicijn wil gebruiken. Uiteindelijk sloeg het niet aan en hebben ze met spoed m’n dikke darm eruit gehaald. Ik moest een stoma. Ik begrijp het niet, maar heb er wel vrede mee. Vlak voor de operatie was ik ook wonderbaarlijk rustig. Heel bijzonder, want ik ben een watje; als mijn kind een bloedneus heeft, val ik al flauw.

‘Ik zou hem het liefst zelf het geloof geven…’

Eerder dat jaar kreeg onze jongste dochter Mette een hersentumor. Toen draaide ik “Flower Bed” van Bart van der Lee grijs. Ik kan dat nummer niet altijd met droge ogen luisteren. Zijn ouders zijn zendelingen, maar hij heeft met het geloof gebroken. Ga maar lekker slapen, zingt hij, vergeet de ellende in de wereld. Elke keer als ik dat nummer draai, zie ik Mette weer liggen in dat ziekenhuis in Groningen.

Toen we naar de operatiekamer reden, zei ze: “Mama, ik ben zo bang.” Dat was het moeilijkste moment uit mijn leven. Ik dacht: wij ook, meissie. “Ga maar lekker slapen, meisje”, zei ik. De operatie duurde bijna de hele dag, maar ik weet nog dat mijn vrouw en ik zeiden: wat er ook gebeurt, het is goed, zelfs als Mette sterft – al krijg ik buikpijn als ik eraan denk. We konden het echt overgeven, ze was Gods kind. Dat gaf zo ontzettend veel rust.

Een paar weken na haar operatie zag Mette mijn vrouw een boek lezen: Waar is God als ik pijn heb? van Philip Yancey. “Wat lees je?” vroeg Mette. En toen, 6 jaar oud: “Stom boek. God is toch bij je? Daar hoef je toch geen boek over te lezen?” Dat kinderlijke geloof! Ik hoop dat ze het nóg zegt als ze 18 is.’

Bewust gereformeerd

Terug naar de jaren negentig. Gertjan studeerde aan de heao, maar begon in het tweede jaar te twijfelen. Het was de tijd dat de bomen tot in de hemel groeiden, alles draaide om geld. Ondertussen sprak hij veel met vrienden die met het geloof braken. Dat raakte hem diep en wakkerde het verlangen aan om fulltime met mensen en het evangelie bezig te zijn.

De studie theologie leek een obstakel, want Gertjan is nooit een talenwonder geweest en de studiebeurs was op. Daarom volgde eerst een diaconaal jaar in een kleine gereformeerde kerk in Oostenrijk, voor bezinning: ‘Niemand wist daar dat ik theologie overwoog, maar toch zeiden meerdere mensen: waarom word jij geen dominee? Een bevestiging dat ik op de goede weg zat. Die kwam ook van mijn ouders, toen ze me opzochten. M’n vader bleek onderweg naar Oostenrijk tegen mijn moeder gezegd te hebben: “Het zou me niet verbazen als Gertjan theologie gaat doen.” Dat trok me over de streep, en ik ben er nooit in teleurgesteld.’

‘Gertjan gaat los’ heet het radioprogramma dat de predikant presenteert. ‘Het is geen verkapte evangelisatie nee, ik draai van alles.’

‘Gertjan gaat los’ heet het radioprogramma dat de predikant presenteert. ‘Het is geen verkapte evangelisatie nee, ik draai van alles.’

Bij zijn komst gaf Gertjan een interview aan De Bunschoter. De kop van het krantenartikel: ‘Dominee Van Harten is heel bewust gereformeerd’. ‘Dat had ik niet moeten zeggen, want later hoorde ik van een inwoner: “Je zei dat je bewust gereformeerd bent, maar dat valt alles mee. Je bent heel enthousiast, ik ben blij met je!” Een ander zei: “Je bent helemaal niet gereformeerd, want je laat Opwekking zingen.” Haha! Vroeger op de jeugdvereniging werd gediscussieerd of we niet-vrijgemaakten wel broeders en zusters konden noemen. Bizar, ik ben blij dat we dat kerkisme kwijt zijn.

Ik heb me in een kringloopwinkel in Friesland weleens geschaamd voor de vrijgemaakte kerk. Ik sprak er een christelijk-gereformeerde man met een dochter met het syndroom van Down; dat sprak me aan, want wij hebben ook een zoon met down. Hij vertelde dat zijn dochter voor een gezinsvervangend tehuis helemaal naar Gouda moest: “In Friesland zijn die er ook wel, maar daar kom je niet in als je niet vrijgemaakt bent.” Dat stak me, heel pijnlijk.’

Markt in Coevorden

‘Bunschoten is een dorp van 21.000 inwoners, met vergelijkbare problemen als andere vissersdorpen. Ik spreek 15-jarige catechisanten die met droge ogen zeggen dat ze thuis van hun ouders bier krijgen. Een jongerenprobleem komt vaak voort uit een opvoedingsprobleem, kort door de bocht gezegd.

Wat voor predikant ik ben? Ik ben een man van de praktijk, geen studeerkamergeleerde. Verwacht van mij geen visiedocumenten, vergezichten of missionaire plannen. Ik heb een hekel aan vergaderen, maar pastoraat en catechisatie doe ik erg graag. Ik houd ook van preken, al vind ik dat best moeilijk. Van een collega heb ik geleerd dat contextualisatie heel belangrijk is bij het maken van een preek: weet waar je hoorders staan. Daar heb ik volgens mij een ontwikkeling in gemaakt; als ik oude preken teruglees, schaam ik me weleens. Veel informatie, veel uitleggen. Nu probeer ik bewuster het hart van de mensen te bereiken, door me in hen in te leven: wat hebben zij er morgen op de markt in Coevorden aan? Ik ontmoet mensen op allerlei plekken. Voorafgaand aan het rugbyfeest – drankfeest eigenlijk – gaan we altijd flyeren voor de jeugddienst van de zondag erna. Het dorp weet dat ik dominee ben, dus als ik bij het voetbalveld ben, spreken mensen me ook vaak aan.

‘Na mijn ongeluk was het: oké, jullie mogen Gertjan hebben. Dat voel je, als kind’

Ik ben een behoorlijke voetbalfan, ja. Als ik kan, ga ik op zaterdag naar het voetbal. Daarvoor zit je goed in Spakenburg, met ‘de blauwen’ en ‘de rooien’. Ik ben blauw. Het shirt van IJsselmeervogels – de rooien – lijkt erg op dat van Ajax, en daar heb ik echt…’ Gertjan slikt wat in. ‘Daar houd ik niet van, ik ben Feyenoorder in hart en nieren. Mijn zoon voetbalt bij diezelfde rooien, de enige club van de twee die een gehandicaptenteam heeft.’

Geen evangelisatie

Even terug naar de muziek. ‘Gertjan gaat los’ heet het programma dat de predikant presenteert: ‘Ik hanteer één regel: de liedjes moeten uit mijn eigen verzameling komen. Die is groot genoeg; soms sta ik een kwartier voor de kast te genieten van wat ik heb en kan ik niet kiezen wat ik zal draaien. Het eerste nummer ooit was van Bill Fay. Dan vertel ik waarom dat nummer zo bijzonder voor me is. Het is geen verkapte evangelisatie nee, ik draai van alles.’

Luisteren naar moderne muziek helpt de predikant om de vragen van de tijd te verstaan. Kunstenaars weten vaak goed te vangen waar een cultuur mee worstelt, zegt hij. ‘Daarom draai ik liever muziek van mannen als Bill Fay en Bart van der Lee dan polonaisemuziek. Ik ben een vrolijk type en lach veel, maar ik houd niet zo van polonaisemuziek. Het is voor mij geen probleem om te genieten van muziek van seculiere artiesten. Ik kan ook geweldig genieten van schilderijen die door niet-gelovigen zijn geschilderd. Liever een rauwe schreeuw vol oprechte pijn dan een zoetsappig verhaaltje dat haaks op het leven staat.’

Coma

Op zijn elfde kreeg Gertjan een ingrijpend ongeluk waar hij tot op de dag van vandaag hoorbaar last van heeft. ‘In Oberstdorf gleed ik tijdens een bergwandeling uit en rolde ik als een balletje honderd meter naar beneden, tot ik vlak voor een ravijn tegen een rotsblok aan knalde. Een helikopter bracht me naar een ziekenhuis. In een hersenkliniek in München heb ik een dag of tien in coma gelegen. Ik werd beademd, waarvoor ik een slangetje in m’n luchtpijp kreeg. Er wordt een balletje opgeblazen zodat dat slangetje blijft zitten, maar daarbij zijn mijn stembanden voor de helft beschadigd. Daardoor heb ik te weinig lucht, waardoor ik geen conditie kan opbouwen. Als ik hardloop, sta ik te hijgen als een postpaard. Sporten gaat dus niet meer.

Vóór mijn ongeluk werd ik bij een potje voetbal altijd snel gekozen, omdat ik zo fanatiek was. Na mijn ongeluk was het: oké, jullie mogen Gertjan hebben. Dat voel je, als kind. Misschien dat ik het gebrek aan sporten compenseer door sport intensief te volgen. Toen ik een Twitteraccount aanmaakte, moest ik een naam kiezen. Dat werd @Hardgras, de naam van een prachtig sportmagazine dat ik verslind. Sindsdien zijn er allerlei voetballiefhebbers die mij volgen, ha!

Overigens werd ik door mijn handicap afgekeurd voor militaire dienst, waardoor ik besloot een jaar vrijwilligerswerk te doen. Zo ben ik in Oostenrijk terechtgekomen, waarna ik uiteindelijk dominee ben geworden. God laat alles meewerken ten goede, hoe dat ook precies werkt.

Ik ben niet gespaard, nee. Maar God zegt: hoe het ook stormt in je leven, Ik ben bij je. Dat hebben wij echt mogen ervaren in tijden van ziekte. Soms verlang ik terug naar die periode, naar dat diepe besef: wat kan mij gebeuren, ik ben toch in Gods hand?! Maar God heeft gezworen: Ik laat je nooit alleen.’

Over de auteur
Wilfred Hermans

Wilfred Hermans is freelance journalist.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief