‘God is mijn lus in de bus, mijn houvast’

Embert Messelink | 20 januari 2018
  • Interview
  • Ontmoeting

Wubbo Wierenga is 85 jaar oud, preekte nog tot voor kort en studeert al tien jaar dagelijks op het Bijbelboek Openbaring. De emeritus predikant van de GKv en oud-godsdienstleraar woont in een voormalig schoolgebouwtje op het platteland van Drenthe, in Midlaren. Preken was zijn lust en leven, tot het niet meer ging. Ook verder kende zijn leven donkere tijden. Een gesprek over het veelbewogen leven van een eigenzinnige predikant.

‘Ja, ik was predikant en leraar. Eerst Grieks en Latijn, later godsdienst. Ik kom uit een onderwijsfamilie. Mijn voorganger op de Gereformeerde Scholengemeenschap Rotterdam kon de leerlingen moeilijk in de hand houden, ze klommen zelfs uit het raam. Het kostte veel inspanning om hem op te volgen, maar binnen een jaar had ik mijn naam gevestigd: bij Wierenga moest je geen rotzooi trappen. Ik gaf ook gerust een onvoldoende, wat voorheen niet gebruikelijk was. Maar ze mochten in de les zeggen wat ze wilden. Ik hield van discussiëren en kon het ook goed. Mijn taak was om de hoogste klassen voor te bereiden op het studentenleven. Ik studeerde dus hard op Sartre, op de oecumenische beweging en andere relevante onderwerpen. Daar spraken we over. Verschillende latere dominees hebben destijds bij mij in de klas gezeten.’

Een oud-leerling schrijft ergens: ‘Ik zie mijn godsdienstleraar op de middelbare school, ds. Wubbo Wierenga, nog vol vuur op de grond stampen: Het gaat om deze aarde, jongens, hier!’ Was u zo’n acteur?
‘Ja, ik kon op de preekstoel ook wel stampen. Ik preek met mijn lichaam. Ik ben inderdaad wel een beetje een acteur. Dat moet een predikant ook zijn, die capaciteiten moet hij hebben om zijn boodschap over te brengen.’

‘Ik ben inderdaad wel een beetje een acteur’

Hoe kwam u ertoe om theologie te gaan studeren? Voelde u zich geroepen?
‘Een inwendige roeping, daar geloof ik niet zo erg in. Ik was 12 toen de Vrijmaking plaatsvond in Groningen-Helpman. Dominee R.H. Bremmer en mijn vader, die ouderling was, waren de leidende figuren. Elke dag kwam Bremmer bij ons en ging het gesprek over geloof en leer. Ik zat er vaak met rode oortjes bij. Ik las toen al de verklaring van K. Schilder van de Heidelbergse Catechismus. Later plakte ik zelfs krantenfoto’s van dominees in een schrift. Zo ben ik van jongs af in theologie geïnteresseerd geraakt. Als je dat roeping wilt noemen, mag dat van mij. Maar voor mij werd roeping pas concreet toen ik daadwerkelijk beroepen werd door een gemeente en aan de slag kon.’

Hoe heeft uw werk uw persoonlijke geloof gevormd?
‘Het predikantschap was echt mijn werk. Mijn nadenken over God was sterk technisch gekleurd. Tijdens de studie wordt je hart uitgeschakeld. Je bent vooral met je verstand bezig. Wat staat er in een tekst? Dat vond ik het belangrijkst: hoe kan ik mensen de tekst goed laten lezen, wat kunnen ze er vandaag mee? Maar het persoonlijke contact beoefenen met God, daar was ik niet zo sterk in. Collega’s zeiden wel: voordat je aan je preek begint, moet je eerst bidden. Dat heb ik vrijwel nooit gedaan. Maar ik merkte tijdens het preken wel hoezeer ik betrokken was bij de boodschap die ik bracht. Het heeft mijn liefde voor God, Christus en de Bijbel enorm laten groeien.

Eerlijk gezegd is dat persoonlijke pas na mijn emeritaat veel meer tot bloei gekomen. Ik kan met mijn vrouw heerlijk praten over mijn geloof. De kern is voor mij: het leven is als een stadsbus. Daarin kun je het moeilijk hebben. Hij slingert, zwaait, remt plotseling. Als je geen zitplaats hebt, lig je zo omver. Zo is het leven. Zo heb ik het ook zelf ondervonden. Maar ik heb wel een lus in die bus. Een lus die vastzit aan het dak. Die lus heb ik stevig vast en ik val niet om. Dat is mijn geloof in God. Mijn lus in de bus.’

U hebt de zware kanten van het leven ook zelf ondervonden, bijvoorbeeld toen het preken niet meer ging. Wat was er aan de hand?
‘Preken was mijn lust en mijn leven, maar de spanning van het preken maken werd te groot. Het werk was zo intensief. De meeste mensen vonden mijn preken over het algemeen goed, maar het kostte me wel heel veel tijd. Ik had voortdurend mijn publiek voor ogen en woog elk woord: begrijpen ze dit, klopt het in het verband? Ik was al een keer op de preekstoel flauwgevallen. Ik raakte soms mijn bewustzijn kwijt, zelfs tijdens vakanties. Ik had een aantal tia’s gehad. Uiteindelijk concludeerden twee psychiaters dat het niet verantwoord was dat ik nog verplichte arbeid zou verrichten. Ik was 55. Ik heb enorm gehuild om het verlies van mijn werk. Veel later ben ik toch weer gaan preken. Het lukte om weer preken te schrijven en ze regelmatig te houden. Vorig jaar december ben ik gestopt.’

‘Mijn vrouw reageerde met: ach, weer zo’n lieverdje erbij’

U werkte niet meer. En de jaren daarna werden nog veel donkerder…
‘Mijn vrouw overleed in 1992 aan de gevolgen van borstkanker. Ik heb haar in haar laatste jaar zelf verzorgd, samen met anderen. Elke avond las ik met haar uit de Bijbel, bad ik met haar. We zijn elkaar in dat jaar veel nader gekomen.

Een jaar later overleed mijn op één na jongste dochter. Zij was manisch-depressief. Ze was eerder onbedoeld zwanger geraakt. Ik weet nog dat ze het ons vertelde en mijn vrouw reageerde met: ach, weer zo’n lieverdje erbij. We hebben geen woord van vermaan of berisping gesproken, maar geprobeerd haar aan alle kanten bij te staan. Ze heeft lang met het meisje hier in huis gewoond. Op een nacht is ze in haar slaap overleden. Ik ben er nooit helemaal zeker van geweest wat er gebeurd is. Het zou kunnen dat ze haar medicijnen heeft opgespaard en allemaal ineens heeft ingenomen. Haar kind is na wat omwegen door mijn oudste dochter opgevoed. Zij heeft dat voortreffelijk gedaan. Onze kleindochter is nu volwassen en werkt in de orthopedagogiek, ze is een volkomen zelfstandige vrouw die alles zelf regelt.’

Hoe hebt u die moeilijke tijd doorstaan?
‘Twee jaar later ben ik met een schaaltje aardbeien naar Ineke Oldenhuis gegaan om nader kennis te maken. Ik kende haar als gemeentelid. Zij heeft mij erbovenop geholpen. We zijn nu 22 jaar samen en hebben een buitengewoon fijn huwelijk. Mijn kinderen zijn ook wijs met haar.’

Nederland Midlaren dominee Wubbo Wierenga 11-1-2018  foto Jaco Klamer

(beeld Jaco Klamer)

We moeten het nog over iets anders hebben. U bent zeer eigenzinnig, u hebt vaak gebotst met mensen…
‘Dat is inderdaad wel een rode lijn in mijn leven. Ik heb er geen last van als ik een afwijkend standpunt meen te moeten innemen. In 2011 verscheen mijn boek Geen geboden rustdag meer? Daarin stel ik dat in het nieuwe verbond de zondag een dag is als alle andere dagen. Het boek werd door sommigen hoog geprezen, maar door veel anderen fel afgewezen.

Ik herinner me ook dat de Synode van Hattem in 1972 een uitspraak moest doen over professor Kamphuis. Hij had in de periode van de scheur in de GKv kerkleden in Noord-Holland opgeroepen om zich niet langer achter hun kerkenraden te stellen. Hij werd unaniem vrijgesproken, maar met één onthouding. Dat was ik. Ik had ernstige bezwaren tegen zijn werkwijze. Maar openlijk ertegen ingaan, dat ging zelfs mij te ver. Ik nam trouwens altijd een flaconnetje whisky mee naar dat soort vergaderingen. Ik kon er slecht tegen, kreeg vaak hoofdpijn. Een slokje whisky hielp.’

En de vrouw in het ambt? U was er niet bang voor om dat al jaren geleden aan de orde te stellen.
‘Ja, ik maakte als student al een punt van actief kiesrecht voor vrouwen en de vrouw in het ambt. Ik vond gewoon dat ik gelijk had. Ik ervaar het als een grote zegen dat het nu zover is. Als God zegt: “Het is niet goed dat de mens alleen is”, geldt dat voor alle regeerfuncties. Vrouwelijke inbreng in de kerkenraad is even hard nodig als die van de man. Dan ontstaat er een goed evenwicht. Ik vind het ook onrecht als de talenten van vrouwen onbenut blijven.’

‘Een slokje whisky hielp’

Ik schrok eerlijk gezegd van een open brief op uw site over New Wine. U bestrijdt ze, maar ik proef nergens dat u verbinding zoekt of verwantschap ervaart.
‘Ja, ik ben wel een felle… Er waren hier in de gemeente aanhangers van New Wine. Dat leidde tot veel spanningen. Een zieke in onze gemeente werd door hen bezocht, er werd gebeden, maar ze overleed toch. En toen zeiden zij: er is onvoldoende gebeden. Daar heb ik bezwaar tegen gemaakt. Ook de kerkenraad wees dit af. Uiteindelijk zijn ze opgestapt, velen gingen naar de CGK. Ik heb ze allemaal een brief gestuurd met de boodschap: respecteer die gemeente, probeer niet de touwtjes in handen te krijgen. Dat gebeurde helaas wel. De jaren daarna kwamen er veel CGK’ers naar onze gemeente. Ik was echt bang geworden voor die beweging.’

In veel kerken is er geen spanning ontstaan, maar zijn er door New Wine elementen toegevoegd aan het DNA van een gemeente.
‘Misschien had dat ook hier gekund. Maar de groep in onze gemeente had een houding van: wij hebben de Geest, jullie hebben te luisteren. Ook de doelstelling van New Wine om de kerken “te vernieuwen” en “gericht te veranderen” stuitte mij tegen de borst. Maar het klopt: ik heb vrij fel geschreven.’

U bent 85 en nog elke dag aan het studeren. Waarin verdiept u zich nog?
‘Ik studeer al tien jaar op Openbaring. Ik heb er nu 170 boeken over gelezen. Ik ben tot de overtuiging gekomen dat Openbaring ons geen schrik hoeft aan te jagen. Alle rampspoed in dit Bijbelboek gaat niet over de toekomst, maar over het verleden. Openbaring beschrijft de tijd van 70 na Christus, de verwoesting van Jeruzalem. Het nieuwe Jeruzalem is de nieuwtestamentische kerk. In die kerk zal God alle tranen van de ogen afwissen, daar heeft de dood niet langer het laatste woord, daar staat de levensboom die Christus is. Waar de kerk van Christus is, daar is het nieuwe Jeruzalem. Ik hoop er nog een eigen boek over te schrijven.’

Het adres van Wierenga’s website is: home.kpn.nl/wierold/index.html. Zie voor zijn kijk op het karakter van de zondag www.nd.nl/nieuws/geloof/zondag-is-een-dag-als-alle-andere.241460.lynkx (betaalmuur). Zijn bijdragen over de ‘zwijgteksten’ en over de omgang met de Bijbel rond het thema man/vrouw zijn onderdeel van www.onderwegonline.nl/vrouw-in-het-ambt.

Over de auteur
Embert Messelink

Embert Messelink is zelfstandig tekstschrijver.

‘Met jezelf bezig zijn doe je ook voor een ander’

‘Met jezelf bezig zijn doe je ook voor een ander’

Arie Kok
  • Ontmoeting
  • Thema-artikelen
Schoonheid in de ogen van God

Schoonheid in de ogen van God

Alain Verheij
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen

Reacties zijn gesloten.

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief