God ontmoeten buiten de kerk

Maarten Boersema | 29 september 2018
  • Achtergrond
  • Interview
  • Thema-artikelen

Hoe worden je oren en ogen geopend voor Gods werk buiten de kerk en in niet-christenen? Drie voorgangers met veel buitenkerkelijke contacten vertellen erover: Martijn Leeftink, werkzaam bij het christelijke ontmoetingscentrum Het Kruispunt in Rotterdam, de Amsterdamse studentenpastor Maarten Vogelaar en wijkpastor Nico van Splunter van de multi-etnische kerk Geloven in Spangen.

‘Christenen staan vaak op zenden’

‘Het is lastig om generaliserend te spreken over de mensen die ik spreek, maar bij een heleboel gesprekspartners merk ik openheid voor religie, spiritualiteit en zingeving. Mensen zijn daarmee bezig. Maar zodra je het religieuze taalveld betreedt en termen als zonde, Jezus, God, hemel en hel gebruikt, haakt een groot deel van mijn doelgroep af, omdat ze denken: dat is voor christenen en niet voor mij.’

Maarten Vogelaar: 'Als ik naar Jezus kijk, zie ik een man die uit interesse in de ander vragen stelt.'

Maarten Vogelaar: ‘Als ik naar Jezus kijk, zie ik een man die uit interesse in de ander vragen stelt.’

Maarten Vogelaar, studentenpastor in Amsterdam via IFES en lokale kerken, vervolgt: ‘Ze hebben vaak ook wel redenen om af te haken, want de kerk heeft toch iets van een dwangbuis: een boek dat weet hoe je moet leven en mensen die ook weten hoe je moet leven. Er zijn christenen die goedbedoeld evangeliseren, maar daarmee de indruk geven dat ze niet zozeer geïnteresseerd zijn in hun gesprekspartner, maar meer bezig zijn met een boodschap te verkondigen.’

Vogelaar probeert zijn werk anders vorm te geven. ‘Ik ben veel meer activiteiten met mijn gesprekspartners gaan organiseren en zo heb ik het effect van vreemdelingschap ontdekt. Het is kwetsbaar, want je kunt niet meer onder je eigen condities aan het werk gaan, maar je hebt je te houden aan de condities van anderen. Als je bij anderen bent, ben je aan hun genade overgeleverd.’

Vogelaar is bijvoorbeeld workshops gaan organiseren over levensvragen, relaties, liefde en keuzestress. Dit gebeurde in kleine groepen, met daarin bijvoorbeeld atheïsten, humanisten en christenen. Het gevolg is dat Vogelaar minder makkelijk over zijn geloof spreekt en ook minder religieuze taal gebruikt. ‘Ik ben bijvoorbeeld de metafoor van groeien, bloeien en snoeien gaan gebruiken. Vaak komt vroeg of laat de vraag: “Maarten, vertel eens, waarom geloof je dit?” Ik merk dat er op deze manier van binnenuit interesse wordt opgewekt.’

Strategisch

Door zijn werk met niet-christenen is Vogelaar gaan beseffen dat christenen vaak op zenden staan. ‘Het lijkt erop dat we soms bang zijn dat we Jezus verloochenen als we niet elke gelegenheid aangrijpen om over Hem te vertellen. Maar als ik naar Jezus kijk, zie ik een man die juist uit interesse in de ander vragen stelt. Dat doet Hij ook om ze te laten nadenken. Hij zocht mensen op en vertelde verhalen om mensen van binnenuit nieuwsgierig te maken. Ik vind dat een inspirerende manier van werken.’

Vogelaar wil graag meegeven dat in de kerken misschien te veel gekeken wordt naar de aantallen die we bereiken met ons activiteitenaanbod, in plaats van naar daadwerkelijk veranderde levens. ‘We zijn als kerken vaak gewend om te denken in termen van groot en strategisch, terwijl het goed zou zijn om meer te investeren in coaching en training van kleine aantallen. Investeer in kleinere groepen, waarin in workshopachtige sessies levensverhalen in verbinding met God worden gebracht. Het zou mij veel waard zijn om met elkaar leerscholen voor het leven op te zetten.’


‘Moslims zijn geen atheïsten’

‘Je kunt dingen nooit vanzelfsprekend achten, maar je moet geloof altijd onder woorden brengen. De verwoording van je geloof en uitgangspunten gaat heel diep. Het is heel uitdagend om steeds weer de juiste woorden te zoeken.’

Aan het woord is Martijn Leeftink. Hij werkt sinds vijf jaar bij Het Kruispunt. Deze ontmoetingsplek is ooit opgezet vanuit de GKv-gemeenten in de regio Rijnmond, als een missionair project onder moslims. ‘In het begin was het werk van Het Kruispunt vooral gericht op de dialoog. Een groep moslims en een groep christenen hadden een serie gesprekken over het geloof en maatschappelijke onderwerpen. Dit waren vooral goed opgeleide mensen.’

Het Kruispunt wil mensen in woorden en daden de liefde van God laten proeven. (beeld Het Kruispunt)

Het Kruispunt wil mensen in woorden en daden de liefde van God laten proeven. (beeld Het Kruispunt)

Leeftink vertelt dat de werkwijze de afgelopen jaren beetje bij beetje is veranderd. ‘We merkten dat je op een gegeven moment bent uitgepraat. Het is dan alsof je rondjes aan het draaien bent en niet verder komt. Het lukte niet om af te steken naar een persoonlijk niveau. We merkten ook dat er veel moslims op ons pad kwamen die niet op een dialoog zaten te wachten, maar wel op praktische, concrete aandacht en liefde. Dat kwam ook door de grote aantallen vluchtelingen uit bijvoorbeeld Syrië. Dit alles heeft ertoe geleid dat we meer vanuit een diaconaal-missionaire insteek zijn gaan werken. Daarbij willen we in woorden en daden mensen de liefde van God laten proeven, door ze welkom te heten en een gevoel van thuis te bieden. Bij sommige activiteiten gaat de Bijbel open, bij andere activiteiten moet vooral onze houding spreken.’

Echte personen

In de ontmoetingen die er zijn tussen moslims en christenen ziet Leeftink geleidelijk vooroordelen verdwijnen. ‘We denken vaak in algemene waarheden over de ander en benadrukken daarbij de verschillen’, zegt hij. Een opvallende opmerking van moslims die hij vaak heeft gehoord is dat christenen zo aardig zijn. ‘Het is alsof ze moslim zijn’, wordt dan gezegd. Leeftink legt uit dat veel moslims die bij Het Kruispunt komen een beeld hebben van hoe je moet leven en dat beeld vinden ze terug bij dienstbare christenen. ‘De christenen die ze tegenkomen stroken niet met het negatieve beeld dat ze hebben.’

Andersom werkt het net zo goed. Ook over moslims bestaan veel vooroordelen. ‘Ik heb tien jaar in Syrië gewoond en toen ik terugkwam, merkte ik dat er veel polarisatie is. Uiteraard zijn er slechte moslims, maar er zijn ook slechte blanke Nederlanders. Juist de ontmoeting met echte personen heeft er voor mij voor gezorgd dat ik genuanceerder ben gaan denken.’

‘Christenen zijn zo aardig,
het is alsof ze moslim zijn’

Opvallend is dat de theologische verschillen tussen moslims en christenen bij Leeftink zorgen voor een verlangen om moslims te vertellen over Jezus. ‘Moslims zijn geen atheïsten die de kerk vaarwel hebben gezegd. Je hebt te maken met mensen die geloven in een schepper die barmhartig is. Als christenen kunnen we soms ook veel leren van hun trouw, discipline en eerbied. Toch ben ik steeds meer gaan zien dat er in de islam een weg van angst wordt bewandeld. Dit heeft mijn hart geopend om juist moslims te vertellen over de genade die bij Jezus te vinden is. De bekende woorden van Jezus – “Kom naar Mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal Ik jullie rust geven” – spelen voor mij daarin een grote rol.’

Bij dit alles zijn ontmoetingen van levensbelang, want je kunt pas tot de kern doordringen als je met iemand een gesprek van hart tot hart aangaat. Open, eerlijk, gastvrij en geïnteresseerd.


‘Alles wat je doet, wordt een getuigenis’

‘De bezoekers van onze vieringen zijn vaak laagopgeleid. Mijn preek is mede daarom niet langer dan twaalf minuten. Eens in de maand is er in de dienst geen preek en dan verwerken we een Bijbeltekst op een andere manier, bijvoorbeeld door iets met onze handen te maken.’

Nico van Splunter noemt zichzelf wijkpastor in de Rotterdamse wijk Spangen. Hij is voorganger in een multi-etnische christelijke gemeenschap met als naam Geloven in Spangen, maar iedereen mag een beroep op hem doen. De gemeenschap valt onder de PKN en is verbonden aan de landelijke missionaire organisatie IZB.

Geloven in Spangen organiseert niet iets voor de buurt, maar met de buurt. (beeld Geloven in Spangen)

Geloven in Spangen organiseert niet iets voor de buurt, maar met de buurt. (beeld Geloven in Spangen)

‘We hebben ervoor gekozen om vooral met mensen uit de Caribische gebieden te werken’, vertelt Van Splunter. ‘Op de tatoeages van mensen zie ik veel kruizen en heilige maagden, maar vaak zijn het voor de dragers symbolen zonder inhoud. Toch zijn die symbolen mooie aanknopingspunten om met elkaar te spreken.’

Hond

Van Splunter vertelt dat hij God vooral aantreft in kleine dingen. ‘Het is prachtig om te zien dat God mensen echt laat veranderen, maar die veranderingen zijn soms zo klein dat ik ze in eerste instantie niet zie. Er is een man van 70 die nu iets langer dan een halfjaar in onze vieringen komt. De laatste vijf jaar had hij zijn verjaardag niet gevierd, omdat er toch niemand kwam. Dat was dit jaar anders, want er waren vijftien mensen op zijn feest. Als ik daar langer over nadenk, vind ik dat gaaf. Of wat te denken van mensen die een uitkering hebben en in de schuldsanering zitten, maar toch sparen voor een goed doel. Het zijn ervaringen die mij confronteren met mijn eigen geefgedrag en mijn omzien naar anderen.’

Van Splunter vindt het belangrijk om te benadrukken dat de kerk niet iets voor de buurt organiseert, maar dat het anders ligt. ‘Buurtbewoners die christen zijn, maar ook buurtbewoners die niet christen zijn, mogen meedoen met het organiseren van activiteiten. We organiseren dus niet iets voor de buurt, maar met de buurt. En tijdens dat soort activiteiten kan het over God gaan. Dat maakt het meteen ook spannend, want het is makkelijker om te organiseren op een plek waar je niet bekend bent dan op een plek waar je wel bekend bent. Waar je bekend bent, ziet men alles van je, ook hoe je omgaat met je kinderen, met je auto, met je hond. Alles wat je doet, wordt dan een getuigenis. Of niet.’

De vraag die iedere kerk zich volgens Van Splunter zou moeten stellen is: Wat is je doel voor de kerk? Wil je dat er mensen in de kerk komen of wil je dat de samenleving verandert en de kerk daar een middel voor is? ‘Het grotere doel is volgens mij het koninkrijk van God, dat zich openbaart binnen en buiten de kerk.’

Over de auteur
Maarten Boersema

Maarten Boersema is fotograaf, tekstschrijver en predikant.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief