Het belang van het verbinden van generaties

Jos de Kock | 13 september 2019
  • Opinie
  • Thema-artikelen

Een aantal jaren geleden ontstond in jeugdwerkland de term ‘intergeneratief jeugdwerk’: jeugdwerk waarin de generaties binnen de christelijke gemeente met elkaar verbonden worden en waarin met en van elkaar geleerd wordt. Deze benadering is nog steeds belangrijk. Voor het jeugdwerk vraagt het om ten minste twee zaken: voorbeelden en gemeenschappen.

(beeld melitas/Shutterstock)

(beeld melitas/Shutterstock)

Er zijn verschillende manieren waarop je iets kunt leren. Een van de meest voorkomende manieren is het leren dat ontstaat in het leven van alledag: iets uitproberen, door ontmoetingen met andere mensen of door samen met anderen dingen te ondernemen. Dat geldt ook voor geloofsleren. Veel van wat we geloofsleren noemen, ontstaat doordat christenen het leven met elkaar delen: thuis, in de kerk of op straat. Je kijkt dingen van elkaar af, je vraagt elkaars mening, je helpt elkaar. In het leven van alledag zijn vaak verschillende generaties tegelijk betrokken. Precies dat maakt het leven van alledag ook zo leerzaam: elke generatie heeft haar eigen, creatieve inbreng in het leerproces. Daarom is het belangrijk om ook in de christelijke gemeente die creativiteit te benutten: dat begint door het leven daadwerkelijk met elkaar te delen, met verschillende generaties tegelijk.

Samen leven

Je kunt het natuurlijk ook omdraaien. Het jeugdwerk in de christelijke gemeente beoogt juist het samen leven als geloofsgemeenschap. Ontmoetingen tussen verschillende generaties zijn dan niet zozeer het middel om jongeren tot geloofsleren te brengen. Jeugdwerk en het geloofsleren daarbinnen is juist een belangrijk middel om het werkelijk samen leven in de christelijke gemeente mogelijk te maken. Zo bezien dient jeugdwerk geen toevluchtsoord te zijn voor de jongste generatie in de kerk, maar een ontmoetingsplek waar die jongste generatie leert deel te nemen aan de geloofsgemeenschap van verschillende generaties.

Elke generatie heeft zijn eigen creatieve inbreng

Bij ontmoeting tussen de generaties in de gemeente is het belangrijk om twee aspecten te onderscheiden. Bij zo’n ontmoeting is de eerste reflex wellicht om aan gesprekken te denken. Maar bij ontmoeting gaat het ook om samen dingen ondernemen. Ontmoeting tussen de generaties heeft dus een dialogisch aspect en een handelingsaspect.

Het dialogische aspect heeft betrekking op verschillende generaties die met elkaar in gesprek zijn over God, geloof, de kerk en het leven. Het gaat dan letterlijk om gesprek: volwassenen en jongeren bevragen elkaar op ideeën en ervaringen en helpen elkaar met inzichten en bemoedigingen.

Het handelingsaspect heeft te maken met volwassenen, kinderen en jongeren die gezamenlijk deelnemen aan praktijken. Het kan dan gaan om typisch kerkelijke praktijken, waaronder het samen voorbereiden van en deelnemen aan vieringen. Het gaat echter ook om deelnemen aan typisch alledaagse praktijken, zoals samen eten of sporten.

Visie

Intergeneratief leren vraagt dus om praktijken waarin dialoog en participatie centraal staan door onderlinge ontmoeting van generaties. De verwachting is dat in die onderlinge ontmoeting in de christelijke gemeenschap geleerd wordt. Dat betekent dat verschillende generaties, jong en oud, in de ontmoeting met elkaar van elkaar leren hoe aan een gelovig leven gestalte te geven. Intergeneratief leren is dus een visie waarin twee opvattingen van leren centraal staan:

1. Leren in de christelijke gemeenschap is sociaal leren: door interactie met anderen van verschillende generaties doe je inzichten, ervaringen en vaardigheden op.

2. Leren in de christelijke gemeenschap is participatief leren: door samen met verschillende generaties iets te doen of te ondernemen breng je leren op gang. Daarbij kun je bij elkaar afkijken wat geloven in het dagelijks handelen kan betekenen.

Wederkerig

Het is belangrijk om deze twee opvattingen van leren goed in het vizier te hebben. Want bij leren in de kerk denk je onwillekeurig aan situaties als een Bijbelkring, waarin een kringleider een stuk uitleg geeft over een Bijbels thema. Of je denkt aan een catechesebijeenkomst, waarin jongeren informatie tot zich nemen. Dat zijn evengoed waardevolle leeractiviteiten waarin intergeneratief leren mogelijk is. Maar het wederkerig leren kan veel breder in de christelijke gemeente gezocht en gevonden worden als je ervan uitgaat dat alle situaties met dialogische en participatieve aspecten in de christelijke gemeente potentieel leerzaam zijn.

Spiegel

Waarom is intergeneratief leren belangrijk in de christelijke gemeente? Het belang ervan gaat schuil achter een pedagogisch principe: de ontmoeting met de ander biedt niet alleen de kans om de ander beter te leren kennen, maar ook jezelf. In de ontmoeting met de ander kijk je in de spiegel naar jezelf. In die wederkerigheid van de ontmoeting vinden heel veel leerprocessen plaats.

Leren in de christelijke gemeente heeft bovendien niet alleen het individu op het oog, maar ook de gemeenschap als geheel. Met elkaar draag je de verantwoordelijkheid voor elkaars geloofsontwikkeling en, bijvoorbeeld, de geloofsopvoeding van jonge mensen.

Soms ontbreekt de groep van kinderen en jongeren
in de kerkgemeenschap

Ook de geloofsopvoeding is overigens geen eenrichtingsverkeer van de opvoeder richting kind of jongere, maar is een wederkerig proces: in de ontmoeting met jonge mensen leren opvoeders meer over God, geloven en kerk-zijn in het hier en nu. Die opvoeders zijn bovendien niet slechts de ouders of verzorgers alleen. Het is elke volwassene die een kind of jongere tegenkomt in de christelijke gemeenschap.

Kritisch

Als het gaat om jeugdwerk: dat is niet alleen bedoeld om een nieuw cohort leden in te wijden in de status quo van de geloofsgemeenschap. Ook jeugdwerk draagt als het goed is bij aan wederkerig leren. Jeugdwerk is een plek waar kinderen en jongeren een soms kritische en meer dan eens creatieve bijdrage leveren aan de geloofsgemeenschap. Kinderen en jongeren vormen een belangrijke spiegel voor de gemeente: hoe geloofwaardig is de gemeente eigenlijk? Brengt zij wel in praktijk wat met de mond beleden wordt? Jeugdwerk is niet alleen een plek waar geloof wordt doorgegeven, maar ook een plek waar geloof en geloofspraktijk van de gemeente vernieuwd worden. Dat is de wederkerigheid die in intergeneratief leren ligt besloten.

Papier

Intergeneratief leren is niet zonder uitdagingen. Intergeneratief leren ‘op papier’ gaat uit van een kerk als leergemeenschap waarin meerdere generaties een plek hebben. Naast catechese en jeugdwerk voor de jongste generatie worden ook nog allerlei andere activiteiten gerealiseerd waarin verschillende generaties elkaar ontmoeten en leerprocessen op gang worden gebracht. Ook gaat het er ergens vanuit dat wat er in de kerk gebeurt op enigerlei wijze verbonden is met wat er aan geloofsopvoeding in gezinnen gebeurt en als het eventjes kan ook op school.

(beeld melitas/Shutterstock)

(beeld melitas/Shutterstock)

De praktijk ziet er in toenemende mate echter anders uit dan de theorie. De kerk kan zichzelf bijvoorbeeld in de weg staan met een gefragmenteerd aanbod: elke doelgroep, lees: leeftijdsgroep, zijn eigen aanpak, programma en activiteit. In z’n algemeenheid lijkt godsdienstige vorming in de praktijk steeds meer gefragmenteerd plaats te vinden. Die praktijk wordt steeds minder gedomineerd door een geprogrammeerd kerkelijk aanbod, het vindt steeds vaker plaats op originele pekken, originele manieren, onvoorspelbaar, offline en online, steeds vaker informeel dan formeel. Hoe heb je daarin je rol te spelen als kerk en christelijke gemeente? Dat is de uitdaging.

Ingrediënt

Het jeugdwerk vraagt van de christelijke gemeente ten minste twee zaken: voorbeelden en gemeenschappen.

1. Voorbeelden om kinderen en jongeren heen zijn belangrijk voor de ontwikkeling van geloven. Afkijken, aflezen en nadoen zijn essentiële manieren waarop kinderen leren, ook als het om geloven gaat. Het is daarom belangrijk dat een kerk erop uit is om kinderen en jongeren zo veel mogelijk in contact te laten komen met deze ‘geloofsvoorbeelden’. Meer dan een programma, een activiteit of een catecheseavond zijn zij degenen die een nieuwe generatie in de kerk vormen. Jongeren zijn op zoek naar ankerpunten voor hun (godsdienstige) ontwikkeling: wat is waar, wat is waardevol, wat is de zin van het leven? Daarin kunnen voorbeelden – mensen aan wie je in hun leven kunt zien wat waar, waardevol en zinvol is – een belangrijke rol vervullen.

2. Naast voorbeelden vormen gemeenschappen een belangrijk ingrediënt voor het dienen van kinderen en jongeren in de kerk. Dat is niet altijd eenvoudig. Jongeren van nu verbinden zich vaak maar moeilijk met de kerk. Soms is het zelfs zo dat de groep van kinderen en jongeren helemaal ontbreekt in een kerkgemeenschap. Dat betekent dat de plaatselijke kerk nieuwe manieren moet zoeken om aan die gemeenschap met jonge mensen gestalte te geven. Zij vinden die ruimte voor ontmoeting niet ‘automatisch’ meer in de plaatselijke gemeente als geloofsgemeenschap.

Uitdaging

De uitdaging voor intergeneratief leren is nog een stukje groter als je bedenkt dat kerken lang niet altijd kunnen steunen op de primaire praktijk van intergeneratief leren, namelijk die in het gezin. De christelijke gemeente kan lang niet altijd bogen op ouder-kindrelaties. Of de kinderen zijn niet meer betrokken bij de gemeente, of de ouders zijn niet meer betrokken of er is sprake van verstoorde relaties in een gezin. Daarom is het des te belangrijker om bij intergeneratief leren de hele gemeente in beeld te hebben en alle mogelijkheden van pedagogische relaties tussen ‘potentiële opvoeders’ en de ‘kinderen van de gemeente’ te activeren en te onderhouden. Voor de inwijding van een nieuwe generatie in de christelijke gemeente is dat van wezenlijk belang. Dat vraagt meer dan ooit een extra inspanning van gemeenten om generaties met elkaar te verbinden.

Hopelijk motiveert dit themanummer jou om in je eigen kerk te zoeken naar passende antwoorden op al deze uitdagingen en vind je inspiratie en voorbeelden om praktisch aan de slag te gaan.

Leestips

Enkele passages in dit artikel zijn ontleend aan:

A. de Kock, ‘Kinder- en jongerenwerk. Wat staat de kerk te doen?’, in: Ouderlingenblad, 63 (1062), p. 25-27, 2015.

Jos de Kock schreef over deze thematiek ook:

A. de Kock, ‘Volwassen worden in de kerk’, in: Radix, 43 (2), p. 78-84, 2017.

A. de Kock, ‘Leren geloven: de kerk als leergemeenschap?’, in: J. Hoek (red.), De kerk leeft. Vitaal gemeente-zijn vandaag, Heerenveen: Groen, p. 163-187 (hoofdstuk 8), 2014.

Over de auteur
Jos de Kock

Jos de Kock is godsdienstpedagoog en hoogleraar praktische theologie aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven.

Als de overheid het goede niet meer doet

Als de overheid het goede niet meer doet

Peter Strating
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Wat is onze roeping? Daar te zijn waar Christus is

Wat is onze roeping? Daar te zijn waar Christus is

Arie Kok
  • Interview
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief