‘Biechten betekent meer dan alleen je hart luchten’
- Interview
- Thema-artikelen
Biechthokjes met een gordijntje ervoor, wie weet ze nog te vinden? Willen moderne gelovigen en niet-gelovigen hun zonden en angsten nog kunnen belijden? Hoe gaat de kerk van nu daarmee om? Twee predikanten, Pieter Versloot uit Groningen en Rikko Voorberg uit Amsterdam delen hun praktijkervaringen met het moderne biechten.
Pieter Versloot (48). Sinds 2016 predikant van de protestantse wijkgemeente Martinikerk in Groningen. Initiatiefnemer van het Boter- en broodhuisje.
We starten in Groningen, bij het Boter- en broodhuisje. Een verstild minihuisje dat als de holte van een handpalm tegen de zuidkant van de Martinikerk aan ligt, achter restaurant de Kostery. Vroeger verdeelden de diakenen hier brood en boter onder de armen. Na zijn aantreden in 2016 als predikant van de protestantse wijkgemeente Martinikerk zag Pieter Versloot er direct brood in om het als biechthuisje te gaan gebruiken.
Waarom ben je met een biechtspreekuur begonnen?
Pieter: ‘Mensen lopen soms jaren rond met een verschrikkelijk geheim. Met het biechtspreekuur bieden we als kerk een plek in de stad waar mensen hun verhaal kwijt kunnen bij iemand met ambtsgeheim. Dit intieme huisje heeft luiken die alleen gesloten zijn als er niemand aanwezig is. Het beschikt over een kleine ruimte met een keukentje. ’s Zondags doet het dienst als consistorie van de kerk. Door de week is het een ideale ruimte om er te komen biechten of je nu wel of niet iets met de kerk of God hebt.’
Kennismakingsbezoek
‘Ik ging op kennismakingsbezoek bij de overburen: de studenten van studentenvereniging Vindicat. Als de nieuwe dominee van de Martinikerk was ik immers ook hun buurman. Toen ik na een boeiende wederzijdse kennismaking vertelde over mijn plan om in het Boter- en broodhuisje biechtspreekuur te gaan houden, vroeg een studente mij: “Bedoelt u dat mensen hier hun hart kunnen luchten?” Daarmee sloeg ze de spijker op z’n kop. ‘Lucht uw hart’ werd de slogan om mensen te attenderen op deze mogelijkheid.
‘Wat me overigens opvalt: studenten komen niet zozeer vanuit zonde- en schuldbesef. De meesten komen langs, omdat ze zijn vastgelopen in te hoge verwachtingen van anderen en zichzelf. Ze falen voor hun gevoel tegenover succesvolle studiegenoten. Vaak zijn ze doodmoe en voelen ze zich afgewezen. Ze vinden hier een plek zonder afwijzing, een plek om op verhaal te komen. En ja, sommigen vinden dan alsnog de weg naar God en de kerk.’
In het ouderwetse biechthokje blijf je aan beide kanten onzichtbaar als je te biecht gaat. Hoe gaat dat in het Boter- en broodhuisje?
‘De opzet heb ik ontleend aan de oosters-orthodoxe praktijk, waarin ik de kracht van de persoonlijke biecht heb leren kennen tijdens mijn verblijf in Kazachstan als zendingspredikant. Er staat een tafel met daarop een bijbel en liedboek. De luiken zijn niet gesloten: in de oosters-orthodoxe traditie vindt de biecht in alle openheid plaats. Mensen kunnen van tevoren een afspraak maken. Ze mogen ook gewoon binnenvallen, elke woensdagmiddag tussen drie en vijf uur.’
Filevorming
‘Soms komt er een enkeling, maar er is ook geregeld filevorming. Dan vraag ik de mensen in de kerk te wachten of terug te komen op een ander moment. De biecht vindt aan tafel plaats. Ik zit altijd in een hoek van negentig graden ten opzichte van de biechteling. Daarin volg ik de oosters-orthodoxe overtuiging dat de biechteling in feite tegenover Christus zit. Ik leg ook altijd uit waarom ik dat doe: als biechthoorder bemiddel je alleen maar. Ik vertel dat ik daar niet als psycholoog zit, maar als dominee met ambtsgeheim. Met een lied of Bijbeltekst mag ik bemoedigen of desnoods absolutie verlenen. Aan het einde van het gesprek bied ik aan voor de biechteling te bidden. Verder benadruk ik dat de biecht niet iets magisch is en de biechteling ook niets bijzonders hoeft te voelen. Het is wel een concrete eerste stap op weg naar herstel, zichtbaar en tastbaar gemaakt in een rituele handeling. Met sommigen onderhoud ik naderhand ook nog wel emailcontact. Als ik verhinderd ben, word ik vervangen door een collega-predikant.’
Rikko Voorberg (39). Predikant en initiatiefnemer van de PopUp kerk te Amsterdam.
In Amsterdam gaat het er heel anders aan toe met het moderne biechten. Daar tref ik dominee Rikko Voorberg in de kroeg ‘Dwaze Zaken’ tegenover het station. Nee, hij heeft op dit moment geen vaste, fysieke plek waar hij mensen uitnodigt om hun schaamte en schuld te delen. Hij creëert steeds opnieuw plekken waar dat kan, zowel met kunstinstallaties in de publieke ruimte als met zijn PopUp kerk. Een initiatief waarover hij tijdens de koffie een boekje opendoet.
Hoe ben je op het idee van een PopUp kerk gekomen?
Rikko: ‘Het idee van een PopUp kerk is voortgekomen uit Stroom Amsterdam. Het begon met StroomWest, een dochterproject van Stroom, waar we vanaf 2011 met behulp van theater- en installatiekunst een nieuwe vorm van kerk creëerden, buiten alle gebaande paden. We verzorgden in een lokaal theater en op Amsterdamse kunstfestivals ontregelende voorstellingen en experimenten. In die setting is ook het project ‘de BiechtTafel’ geboren.’
Je bent predikant. Waarom koos je niet voor een gewone gemeente?
‘Ik kom uit een vrijgemaakt nest, met een predikant als vader, Paul Voorberg. Toen ik de predikantenopleiding volgde aan de vrijgemaakte Theologische Universiteit in Kampen, concludeerde ik halverwege dat het misschien wijzer was me niet beroepbaar te stellen. Ik voelde me meer thuis bij mensen aan of over de rand van de kerk. De rauwheid en eerlijkheid van hun benadering van het christendom, afwijzend of nieuwsgierig, was verfrissend en inspirerend. Ik wilde het geloof beter leren begrijpen. Ik ging werken met kunstenaars en theatermakers en nodigde hen uit mij mee te nemen in hun visie op thema’s zoals: Wie is Jezus van Nazareth, wat deed Hij? Waarom leefde Hij zo? Hoe ging Jezus te werk? Van hen leerde ik een nieuwe fascinatie voor falen dat in de kerk ‘zonde’ heette.’
Kunstenaar
‘Ik leerde een hele nieuwe taal voor oude woorden. De manier waarop de kunstenaar kan reflecteren en onderzoeken is onmisbaar voor de theoloog, zie ik nu. Kunstenaars maken ideeën fysiek, ze proberen het ongrijpbare te benaderen, maar weten dat het niet uit te leggen is. Het was belangrijk voor mij als theoloog om de gebrekkigheid van taal – en zeker die van uitleggende taal – onder ogen te zien.’
Hoe zit dat precies met die BiechtTafel?
‘We maakten de tafel voor Backfire, het community art onderdeel van ArtZaanstad. Dat was in juni 2017. Van wie dat wilde, werd de biecht in de tafel geslagen. Vanuit het idee dat biechten eigenlijk prachtig was. Je kon naar een kerk kon gaan en in een hokje je spijt achterlaten. Iemand had daar notabene de officiële taak om je te vergeven. Briljant.’
Publiek
‘Met de BiechtTafel keert de publieke plek van falen terug. Er valt met het lezen van andermans biechten een last van de schouders van de deelnemers. Soms wordt de BiechtTafel-sessie afgesloten met een vieringsritueel, waarbij we niet alleen zelf van de wijn drinken, maar die ook uitgieten over de tafel. De Biechttafel stond ook bij de Nacht van de Theologie en op het Jongerenkloosterfestival in Diepenveen.’
Biedt de PopUp kerk iets wat volgens jou de gevestigde kerk niet biedt of minder biedt?
’De kerk mag veiligheid bieden aan een grote groep gelovigen. Haar grote bijdrage is dat je in de kerk van oudsher ruimte hebt om te biechten en te vergeven. De toon waarop de kerk soms vraagt en ruimte geeft, kan het voor mensen aan de rand moeilijker maken om zich daar veilig te voelen. Die veiligheid is essentieel. Mijn werk is vooral om buiten de bestaande kerk de kracht van spijt en vergeving opnieuw te ontdekken.
Bij de PopUp kerk hoef je niet eerst de soms zo vreemd aanvoelende, ingesleten gewoontes van de kerk je eigen te maken. Je zit direct aan tafel met brood en wijn en de vraag of je wijsheid hebt in te brengen. Of je wordt gevraagd mee te helpen met acties of kunstinstallaties. Dat is verfrissend, vind ik.’
Elise Lengkeek publiceert literaire non-fictie, is tekstschrijver en journalist.