Avondmaal in de kring

Hans Schaeffer | 28 maart 2020
  • Opinie
  • Thema-artikelen

Vijftien jaar geleden kwam de vraag op in onze gemeente: kunnen we het avondmaal niet in onze Bijbelkring vieren? Een logische vraag, want we hadden in onze gemeente kleine kringen en vaker avondmaal vieren gestimuleerd. Dat zoiets zou uitmonden in de wens om in de kring avondmaal te vieren, past hierbij. Maar is hier wel een rol weggelegd voor kleine kringen? En wat betekent dit voor de vraag met wie we avondmaal vieren?

(beeld Pearl/Lightstock)

(beeld Pearl/Lightstock)

In 2008 liet wijlen Jaap Modderman in zijn boek Kerk (in)delen zien hoe veel kleine gereformeerde kerkverbanden vanaf het jaar 2000 bewust inzetten op het ontwikkelen van kleine kringen. We zetten ons af tegen formalistische en institutionele manieren van kerk-zijn. We zochten het in de ontmoeting onderling: daar kon pastoraat worden beoefend, daar zou de groei van levensheiliging besproken worden. Zo konden we laagdrempelig open staan voor onze niet-christelijke buren of vrienden. Zo konden we een kerk met kringen zijn. Niet de formele structuur van kerkenraad, ouderlingen, huisbezoeken en zondagse kerkdiensten stond centraal. Het waren de onderlinge ontmoeting en bemoediging rond een open Bijbel in de kring die de celstructuur van het gemeente-zijn zouden bepalen.

Frequentie

Tegelijkertijd is in de eerste twee decennia van de 21e eeuw ook een ontwikkeling te zien dat kerken zich bezonnen op de avondmaalsviering. Dat ging vaak over de vorm waarin we vierden, maar ook over de frequentie. Vanouds vieren gereformeerde kerken vier tot vijf keer per jaar avondmaal. Dat was ook mede tegenover de typisch rooms-katholieke visie en praktijk: elke dag de mis, terwijl de gewone vrouwen en mannen intussen nog maar nauwelijks een mis bezochten. Maar goed, rond de laatste eeuwwisseling ontstond toch weer een behoefte aan vaker avondmaal vieren. Hoewel de gereformeerde oerkerkvader Calvijn pleitte voor een wekelijkse viering, gaat dat veel kerken te ver. Toch is in heel wat kerken nu een maandelijkse viering gebruikelijk. Vaak is daarbij een afwisseling in de vorm van de viering ingevoerd: aan tafels, door de banken heen, gaand of lopend avondmaal of staande in een kring.

De sacramenten hebben behoefte
aan transparant leiderschap

Beide ontwikkelingen kunnen niet los gezien worden van de sociaal-culturele context van Nederland en het Westen. Ik denk in dit opzicht vooral aan twee zaken. Allereerst het grote accent op beleving: geloven is niet alleen een stellig weten, maar ook ervaren. De wat rationeel gekleurde gereformeerde kerken gingen meer nadruk op de ervaring leggen. Geloven moet je delen en vertellen, je moet het persoonlijk en laagdrempelig maken. Dat alles lukt beter in een kleine kring dan in een grote gemeente. Parallel hieraan wilden we van die statig plechtige avondmaalsdiensten meer een ervaring van heil maken. In plaats van vier diensten per jaar met lange stiltes, tot wel zes ‘tafels’, en vaak een wat bedrukte sfeer, met lange formulieren, toelatingsbrieven en attesten geven we de voorkeur aan diensten die je persoonlijk en meer in relatie met elkaar beleeft.

Naast beleving speelt ook de deïnstitutionalisering een belangrijke rol. Vanwege de nadruk op ervaring en beleving is de kerk niet allereerst dat plechtige instituut, maar veel meer een plek voor levendige en persoonlijke ontmoeting. Niet de zondagse eredienst, maar de kleine kring. Het groeiende accent op netwerken in plaats van instituten is iets wat in de hele samenleving terug te zien is. Alle oude instituten hebben het moeilijk. Vakbonden en partijen, clubs en belangenbehartigers: ze worden steeds informelere netwerken. Het is dan ook logisch dat kerkgangers zich gaandeweg meer kringbezoekers voelen. Niet de zondag, maar de kringavond voelt als het zwaartepunt van hun geloofsleven. Maar, kunnen we dan ook niet in die setting avondmaal vieren? En moet daar dan per se een dominee of een ouderling bij zijn?

Allergisch

De vraag ‘in welke kring vier ik avondmaal?’ is typerend voor een protestantse geloofs- en kerkbeleving. Een rooms-katholieke christen zal nooit verzinnen dat je gewoon zelf, met elkaar, onderling avondmaal viert. Dat kan gewoon niet, daar is een priester voor nodig. In de protestantse tradities kennen we zulke hoge ambtsopvattingen veel minder. We zijn een beetje allergisch voor mensen die menen een bijzondere bemiddeling van Gods genade te kunnen bewerkstelligen. Toch betekent dit niet dat kerkenraden of predikanten massaal toestemming geven voor avondmaal in de Bijbelkring. Waarom niet?

Dat heeft te maken met de nadruk op de vraag wie toegelaten worden tot de viering. Het is immers niet zomaar een gezellig etentje. Avondmaal gaat over zonde, zondebesef en verzoening van zonden: over nieuw leven in gehoorzaamheid achter onze Heer aan. Het gaat over bewuste erkenning van en eenwording met het lijden en sterven van Jezus als onze Heiland. Avondmaal stelt daarom ook grenzen: avondmaal en ongeloof horen niet bij elkaar. En wie mag dat avondmaal bedienen? Wie stelt die grenzen, wie beslist over waar, wanneer en met wie? Religieuze en kerkelijke macht in kleine kringen kan ontsporen; deze kan onterecht uitsluiting bewerkstelligen en de grenzen van het evangelie onrecht doen. Daarom hebben kerken rond de sacramenten van doop en avondmaal behoefte aan transparant leiderschap. Wie wel of niet ‘hoort’ bij de kerk, gedoopt mag worden en avondmaal mag meevieren, dat is een zaak van iedereen. Daarom moeten we dat goed ordenen en regelen om misbruik zoveel mogelijk te voorkomen. Een goede regeling dient de veiligheid van de gemeente en van de individuele gelovige. Zo worden manipulatie en machtsmisbruik in elk geval iets minder gemakkelijk.

(beeld Pearl/Lightstock)

(beeld Pearl/Lightstock)

Toch betekent dat niet: avondmaal mag alleen op zondag in de kerk. Er zijn immers al tal van uitzonderingen. Als het gaat om mensen die langdurig geen kerkdiensten kunnen bezoeken: zieken, mensen die in een verzorgingshuis of instelling verblijven, christenen die als militair worden uitgezonden naar conflictgebieden. Er is dus een breed gedragen besef dat uiteindelijk elke vorm van formalisme bij het avondmaal ongepast is. Formalisme mag niet de doorslag geven in zaken van de kern van het geloof: eenheid met Christus, verbondenheid aan diens lijden en sterven, hoop op het eeuwige leven en kracht voor geloven elke dag. Dus regelen we ook ruimte. Bewust dekken we niet alles af of overreguleren we de viering. Want het komt niet aan op het houden van regeltjes, maar op het deelhebben aan Jezus Christus en die gekruisigd. Daarmee wordt een kern geraakt die ik zo zou willen omschrijven: niet de kerk bepaalt wat avondmaal is, maar een avondmaalsviering bepaalt wat kerk-zijn is.

Vacuüm

De uitspraak ‘avondmaal bepaalt wat kerk-zijn is’ ontleen ik aan het werk van de oosters-orthodoxe theoloog en priester Alexander Schmemann (1921-1983). In zijn kleine maar zeer invloedrijke boekje For the Life of the World (1970) wijst hij allereerst op de context van geloof- en kerk-zijn: onze gebroken werkelijkheid. We zijn immers geen kerk in een vacuüm of op een religieus eiland. We leven in een wereld en in een samenleving die getekend zijn door gebrokenheid, schuld, zonde, verdriet en onmacht. Het is in deze gebroken wereld dat Christus het vreugdevolle teken is dat het kwaad overwonnen is. Kerk-zijn is in navolging van Christus, zelf teken willen zijn van deze overwinning. Schmemann benadrukt dat het avondmaal de belichaming is van deze vreugde. Hier komt de gemeenschap van gelovigen tot stand. Hier ontstaat herstel van gebroken relaties met God en met mensen. Door de viering van het geheim van Gods heil wordt dit werkelijkheid.

Wij zijn geen kerk in een vacuüm
of op een religieus eiland

Het avondmaal vieren is een daad van geloof, vertrouwen en kracht. In het avondmaal, met alle woorden die daarbij gesproken worden, laten volgelingen van Jezus zien uit wie zij leven: vanuit hem die zichzelf gaf voor ons. Nu kent het avondmaal tal van aspecten: het gaat over zonde en lijden, over eenheid met God en elkaar, over toekomstverwachting en herdenken van wat gebeurd is, over de schepping en menselijke arbeid (brood en wijn), om niet meer te noemen. In al die aspecten is het toch allereerst de Heer van de kerk zelf die daarin werkzaam is. De kerk, een instituut, bepaalt niet wat avondmaal is. Want wij geloven dat het niet gaat om een ritueel dat bedacht is door een clubje mensen, om een inspirerend onderdeel van menselijke oorsprong, maar om een sacrament dat van Godswege werkzaam is in ons leven. Dan ontstaat van Godswege in en door de viering de gemeenschap van wie door hem aan zichzelf verbonden worden. Door verbonden te zijn met Jezus, worden we ook met elkaar verbonden. We krijgen in Christus door elkaar een kring van medegelovigen om ons heen om ons te helpen op weg naar het eeuwige leven.

Oecumenisch

Met wie vier je avondmaal? Dat kan dus heel goed ook in de kring. Daar zitten heus nog allerlei haken en ogen aan. Te veel kwesties om nu even uit te zoeken. Toch is dit helder: in de viering van het avondmaal ontstaat gemeenschap tussen God en mensen. De kerk ontstaat waar zij het avondmaal viert. Om werkelijk gemeenschap te kunnen zijn, moet er ook verzoening plaatsvinden. Relaties met God en met anderen zijn immers vaak gebroken. Het gebroken brood en de rondgedeelde beker met wijn betekenen een nieuwe gemeenschap in Christus’ lichaam en bloed, waarin het oude en gebrokene hersteld en verzoend wordt.

Die nieuwe gemeenschap gaat natuurlijk verder dan de kring van dat moment. Wie avondmaal viert, zoekt de katholieke, de algemene, kerk op. De kerk van alle plaatsen en tijden. Wanneer ik vier dat mijn band met God hersteld is, gaat daarvan een appel uit om ook die ander, die God liefheeft en de wil van God doet, te zoeken. In die zin is liturgie (avondmaal) oecumenisch. Dat is wat Paulus in 1 Korintiërs 11 aan de orde stelt wanneer groepen het avondmaal benutten ten koste van anderen. Wie avondmaal viert, moet op de een of andere manier de verbondenheid in Christus ook laten doorwerken in relaties met medechristenen.

Avondmaal in de kleine kring is heel goed mogelijk, maar dan nooit losgemaakt van of onverbonden met de grote gemeenschap van de kerk. Daarmee bedoel ik de kerk van vandaag: de kerkelijke gemeente en kerkverbanden. Maar ook de kerk van vroeger en morgen. Dat is de traditie van de kerk in al haar breedte en de nieuwe generaties die we willen inwijden in de leefgemeenschap van Gods koninkrijk.

Avondmaal vieren met je Bijbelkring, als kerkenraad, op een conferentie, als studentenvereniging, het gebeurt al en er wordt volop mee geëxperimenteerd. Ik denk wel dat we in de bezinning hierop verder moeten gaan. Wat betekent dit voor aanverwante thema’s zoals ambtsvisie, kerkvisie of sacramentsvisie? Gelet op de praktijk van kerk-zijn en kringen is zo’n doordenking erg gewenst. Anders gaat de praktijk ongemerkt een eigen gang waarin zorgvuldige afweging en bezinning, en ook verantwoording, geen prioriteit krijgen.

Samenvatting

In de kleine gereformeerde kerken is sinds een jaar of twintig veel aandacht voor het kerk-zijn in kringen. Vanzelfsprekend komt dan de vraag op of je in de kring ook avondmaal mag vieren. Ik stel hier dat dit zeker kan, maar nooit zonder het zoeken naar de kerk in de brede zin van het woord. De brede bedding van kerk-zijn is nodig voor een duurzaam geloof.

Literatuurtips

Alexander Schmemann, For the Life of the World: Sacraments and Orthodoxy, New York (St. Vladimir’S Seminary Press), 1973.

Nicholas Wolterstorff, De God die wij aanbidden: op verkenning in de liturgische theologie, Kampen (Buijten En Schipperheijn B.V.), 2019.

Gespreksvragen

  • Zou jij graag avondmaal willen vieren in de kleine kring? Waarom (niet)?
  • Is jouw kleine kring eigenlijk jouw kerk? Hoe kijk je aan tegen verbondenheid met andere christenen?
  • Hoe kun je als kring duurzaam kerk zijn? Duurzaam: met voldoende bronnen om richting te krijgen en voldoende energie om ons christen-zijn ook over te dragen aan nieuwe generaties.
Over de auteur
Hans Schaeffer

Hans Schaeffer is universitair hoofddocent praktische theologie aan de Theologische Universiteit in Kampen en redacteur van OnderWeg.

Godshuizen wereldwijd

Godshuizen wereldwijd

Inger Hoegee
  • Reportage
  • Thema-artikelen
Wat kan er in een kerkgebouw? reflectievragen

Wat kan er in een kerkgebouw? reflectievragen

Jorien Holsappel
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief