‘Je moet als leider altijd bereid zijn om aan jezelf te werken’
- Interview
- Thema-artikelen
‘Een interview over zelfverloochening? Dat is niet direct een thema waar ik mezelf mee associeer.’ Nienke Westerbeek, directeur van Compassion Nederland, heeft op het eerste gezicht weinig met het thema. Maar na een paar dagen nadenken, heeft ze er meer raakvlakken mee dan ze in eerste instantie dacht.
Nienke Westerbeek is getrouwd met Ronald en samen hebben ze twee dochters van 22 en 18 jaar oud. Nienke is sinds de zomer van 2015 directeur van Compassion Nederland. Ronald en Nienke werkten zeven jaar als pioniers voor een interculturele kerk in Amersfoort. Tegenwoordig zijn ze lid van de Anglicaanse kerk in Amersfoort.
’Het eerste waar ik aan moet denken bij het woord ‘zelfverloochening’, is dat je jezelf moet wegcijferen en dat je niet mag zijn wie je bent. Terwijl ik juist geleerd heb, dat het omgekeerde waar is.’ Ze legt uit: ‘Op mijn 26e raakte ik overspannen door een opeenstapeling van gebeurtenissen. Onze oudste dochter werd drieënhalve week te vroeg geboren, terwijl mijn schoonvader twee dagen daarvoor was overleden. Het grootste deel van mijn zwangerschap liep parallel met het afscheid nemen van mijn schoonvader. Ik was jong, dacht dat ik alles moest kunnen en hield me groot. Tot het na anderhalf jaar helemaal op was. Een van de mooiste lessen die ik geleerd heb in die periode, is om niets meer aan te pakken waar ik geen energie van kreeg. Ik had ervaren hoe het was om jezelf leeg te geven, ook aan dingen die ik deed, omdat ik dacht dat het hoorde of van me werd verwacht. Maar dat is volgens mij niet wat God van je vraagt. Je bent juist gemaakt om te bloeien.’
Hoe verhoudt dat bloeien zich tot zelfverloochening?
‘Bij begrippen als zelfverloochening en dienstbaarheid ontstaat snel spraakverwarring, dus je moet eerst helder hebben wat je met deze woorden bedoelt. Wat is volgens jou het dienen dat God van jou vraagt? Voor mij is dienstbaarheid niet hetzelfde als dingen doen die moeilijk of zwaar zijn. Of dat je over je grenzen gaat in bijvoorbeeld je inzet voor de kerk. Ik ben ervan overtuigd dat als je je talenten gebruikt en doet waar je energie van krijgt, je heel veel te geven hebt. Waar het vaak mis gaat, is dat wij dezelfde norm op iedereen leggen. We maken een onderscheid: dit is goed, dat is minder goed. Ik denk dat veel mensen en misschien vrouwen nog wel meer dan mannen, te snel ‘ja’ zeggen als hun iets wordt gevraagd. Juist als je het voor God doet, vinden we dat soort zelfverloochening helemaal niet vreemd. Er staat toch in de Bijbel dat het volgen van Jezus je iets gaat kosten? Maar ik denk dat als Jezus het heeft over zelfverloochening, Hij spreekt over het werken aan ons ego en ons karakter en niet zozeer over dingen die we moeten doen of laten. Dat is vaak wat wij elkaar als mensen opleggen.’
Kun je hier een concreet voorbeeld van geven?
‘In de zeven jaren dat wij werkten als kerkplanters bij ICF Amersfoort, heeft God flink aan mij gesleuteld. Ik kwam mezelf tegen als gereformeerd meisje. Veel van hoe ik dacht dat geloven hoorde te zijn, bleek eerder cultuur te zijn dan Bijbels. Ik leerde van mijn Afrikaanse broers en zussen bidden op een manier die ik niet kende. Ik leerde van hen dat Bijbelse gastvrijheid iets heel anders betekende dan een geplande koffieafspraak met een koekje erbij. Ik heb culturele blunders gemaakt die ik maar met moeite kon herstellen. Echt open durven staan voor wat God, vaak door mensen heen, tegen jou wil zeggen en willen veranderen, dat is denk ik de zelfverloochening waar de Bijbel het over heeft. Dat is werken aan jezelf en aan alles wat je ooit hebt aangeleerd. Het betekent jezelf overgeven aan God in plaats van het liever toch zelf te doen.’
‘God heeft flink aan me gesleuteld’
Als directeur van Compassion heb je samen met het managementteam een opmerkelijke cultuurverandering doorgevoerd. Is dat een vorm van zelfverloochening?
‘Er zijn allerlei leiderschapsstijlen. Je hebt leiders die graag vooroplopen, maar ook leiders die liever achteraanlopen en een beetje duwen. Ik kijk graag vooruit, maar houd er ook van om midden in de organisatie te zijn. Ik wil het met elkaar bedenken en doen. Zo’n leiderschapsstijl kan voor sommige leiders misschien een vorm van zelfverloochening zijn, omdat hun voorkeursstijl anders is, maar dit past goed bij mij en geeft mij energie. Daarbij is de tijd ook veranderd. Waar je vroeger zag dat de experts leiders werden van de afdeling, heb je nu steeds meer te maken met medewerkers die heel creatief en ondernemend zijn. Die oude leiderschapsstijl van heel hard op doelen aansturen, past daar gewoon niet bij. Er wordt nu meer relationeel leiderschap gevraagd.’
Doe je in coronatijd, waarbij je als directeur letterlijk op afstand van je team staat, een ‘stapje terug’ als leider?
‘Eigenlijk eerder een stapje vooruit. Juist als er veel onduidelijk is en alles anders wordt, is het belangrijk helderheid te geven over welke kant we op gaan. Maar zodra er weer rust komt, pakken de teams ook weer zelf de regie. De coronacrisis is echt een grote ramp. In de landen waarin wij werken, is vooral de lockdown verschrikkelijk voor de allerarmsten. Ze kunnen hierdoor niet werken en omdat de meesten dagloners zijn, betekent dit dat er geen geld is voor eten. Deze gezinnen hebben vaak geen enkele reserves. Waar we kunnen, bieden wij direct praktische hulp. En daar is veel extra geld voor nodig, terwijl het fondswerven nu niet gemakkelijk is. Wij werven veel in kerkdiensten en op evenementen en dat is juist in deze periode niet of nauwelijks mogelijk. We moeten zoeken naar nieuwe wegen.’
Jullie zijn bij Compassion ook begonnen met het scheppen van een veilige en innovatieve cultuur waarin je fouten mag maken. Is openlijk mogen falen ook een vorm van zelfverloochening?
’We hebben geleerd dat innovatie ontstaat, als er ook fouten mogen worden gemaakt in een organisatie. Maar om te kunnen falen, moeten mensen zich veilig voelen. In veel organisaties zie je dat fouten worden weggestopt, met als resultaat dat niemand er wat van leert. Voor grote missers hebben we daarom de Heroic Failure Award in het leven geroepen, een idee dat al bestond. We hebben die award nu twee keer uitgereikt, waarvan een keer aan ons eigen leidersteam in het kader van: practice what you preach.
Het was heel mooi om te zien dat mensen zich echt vrij voelden om ons te bekritiseren. Als die ruimte er is om je leiders te bevragen op een opbouwende manier, dan word je niet alleen zelf een betere leider, maar bouw je ook een gezonde organisatie waarin minder blinde vlekken ontstaan. Gelukkig falen we niet altijd groots, dus voor de kleinere missers hebben we de ‘tompouce-momenten’. Iedereen die een fout maakt, mag tompoucen kopen, zijn teamvergadering binnenlopen en zeggen: “Ik heb iets te vieren, namelijk een leermomentje…” en biecht dan zijn fout op. Het principe om zo met fouten om te gaan, is volgens mij heel Bijbels. Jezus leert ons onze fouten te onderkennen en in het licht te brengen. Hierdoor zie je de gevolgen onder ogen, maar kun je ook opnieuw beginnen.’
‘Zelfverloochening kun je zien als werken aan je karakter’
Wat is in jouw ogen een goede leider?
‘Goede leiders, zowel in de kerk als in organisaties, moeten goed zijn in zelfreflectie, dat zou je ook onder het kopje zelfverloochening kunnen scharen. Ze moeten tegenspraak kunnen organiseren en vragen om feedback. Je moet als leider altijd bereid zijn om aan jezelf te werken. Beginnende leiders kunnen denken: ik ben nu iemand. Maar zodra je leider bent, ontdek je al snel dat het nog helemaal niet zo gemakkelijk is. Er zijn zoveel belangen die je moet dienen. Als je dan niet bereid bent om aan jezelf te laten sleutelen, dan word je naar mijn mening nooit een goede leider. In die zin kun je zelfverloochening ook zien als werken aan je karakter.’
Ben jij een goede leider?
‘Toen ik vijf jaar geleden in de sollicitatieprocedure bij Compassion als enige kandidaat overbleef, vloog het me wel even aan. Kan ik dit wel? Het is zo’n grote verantwoordelijkheid. Temeer omdat we werken voor de meest kwetsbare kinderen in arme landen. Ik ben toen bemoedigd door God tijdens Opwekking, niet toevallig door de preek van mijn huidige collega Tiemen Westerduin over David en Goliat. Ik kreeg de overtuiging dat God tegen mij zei: “Net als David heb ik je getraind voor deze taak. Je hebt veel geleerd over leiderschap en ook over hoe je intercultureel kunt werken. Maar er zullen ook uitdagingen zijn waar je nog nooit eerder mee te maken hebt gehad. Daar zal Ik je geven wat je extra nodig hebt.” Dat heeft me geholpen om tamelijk relaxed aan deze taak te beginnen.
Zeker het eerste jaar heb ik dat ook echt zo ervaren. Later moest ik mezelf er nog wel eens aan herinneren op momenten dat ik te veel zelf aan het worstelen en aan het oplossen was. Ik verval regelmatig in mijn valkuil van heel hard werken voor God en dan Hem vergeten te vragen hoe Hij het wil. Als ik dat wel doe, gaat het vaak zoveel beter. Ik leer nog elke dag bij. Dat vind ik het mooie aan met God op avontuur zijn. Hij belooft nergens dat het gemakkelijk is en dat sterven aan jezelf erbij hoort. Maar iedere keer ontdek ik opnieuw dat na dat afleggen van die oude mens, er echt nieuw leven voor in de plaats komt. Die vorm van zelfverloochening omarm ik graag. Het maakt mijn leven niet gemakkelijker, maar wel veel mooier voor mezelf en ik denk ook voor de mensen om me heen.’
Annemarie van den Berg-Nap is journalist en cultureel antropoloog.