Heeft de gewone kerkganger ook excuses gemaakt?

Eva Mabayoje | 30 januari 2021
  • Opinie
  • Thema-artikelen

Hoe hebben de kerken zich opgesteld in de strijd tegen de slavernij? Besefte de kerk wel dat we te maken hadden met een ontmenselijking in extreme proporties? ‘De schade die de kerk heeft aangericht bij onze Afrikaanse broeders en zusters is vele malen groter dan de helende werking die de kerk op dit gebied heeft gehad.’ Eva Mabayoje over de impact van het slavernijverleden op het heden en de rol van de kerk daarin.

(beeld Camilla Svolgaard/iStock)

(beeld Camilla Svolgaard/iStock)

Het is 1596, er wordt op zee een schip veroverd op de Portugezen. Op het schip zijn tot slaaf gemaakte Afrikanen aanwezig. Bij aankomst in Middelburg besluit de burgemeester, Adriaen Heindricxsen ten Haefft, dat deze mensen niet als slaven gehouden mogen worden: ‘…dat hier waeren ingebracht mette Schepen uyt Guynéa, hier in gecommen veele Mooren, wel by de hondert, zoo Mans als Vrouwen ende Kinderen, wesende alle gedoopte Christenen, ende dat die daeromme nyet en behooren by yemanden gehouden oft vercocht te worden als Slaeven, maar gestelt in heure vrye liberteyt, zonder dat yemandt van derselver eygendom behoort te pretenderen.’

Dit kenmerkt het sentiment van de kerk in die tijd. Slavernij hoort niet en keuren we niet goed. Helaas verandert dit sentiment pas in de jaren, decennia, eeuwen die volgen. Niet overal, moet ik er meteen bij zeggen. Juist de kerk heeft ook veel gedaan om de slavernij alsnog af te schaffen. De schade die de kerk echter heeft aangericht bij onze Afrikaanse broeders en zusters is vele malen groter dan de helende werking die de kerk op dit gebied heeft gehad. Wil je weer een weg vooruit kunnen bewandelen, dan zal eerst goede wondverzorging nodig zijn, zodat je niet blijft zitten met een stinkende open wond.

Wat is de diagnose?

Om de wond juist te behandelen, moeten we eerst de oorzaak van de wond diagnosticeren. Wat ligt er in het collectieve geheugen van mensen die afstammen van tot slaaf gemaakte Afrikanen? Als zij genealogisch onderzoek gaan doen, wat gaan zij dan vinden in de archieven? Wat zijn de wortels van hun bestaan, wat zijn de verhalen die zij van hun ouders en grootouders meekrijgen?

Als je aan iemand vraagt wie hij is, dan volgen eerst naam, voornaam en familienaam. Daar begint echter voor de kinderen met dit verleden het eerste probleem. De familienaam die zij dragen is aan hen gegeven door de onderdrukker, een eerste herinnering aan het feit dat hun voorouders er niet toe deden. Braafheid werd je genoemd, want zo was het gedrag van die slaaf. Seedorf heette je, omdat de plantage waarop jij kwam te werken zo heette.

Geen onderscheid maken tussen
een Antilliaan en een Surinamer,
is hetzelfde als Nederlanders
verwarren met Duitsers

Voordat je slaaf werd gemaakt, had je een leven in Afrika met je eigen familie, cultuur, taal en religie. Zonder dat je daarvoor kon kiezen, werd je geroofd, gebrandmerkt en ontdaan van iedere herinnering aan het vrije leven. Zo waren er in Suriname bijna geen jongens die Kwakoe heetten, maar des te meer die de naam Jacob droegen. Dit diende, samen met het brandmerken, om de Afrikanen te laten beseffen dat zij niet meer over zichzelf mochten beslissen. Het was de slavenmeester die over hun leven ging. Daarmee is de trans-Atlantische slavernij ook wezenlijk anders dan iedere andere vorm van slavernij die we over de wereld heen hebben gezien of soms nog vinden. Had het een generatie geduurd, dan was de wond misschien kleiner geweest, maar dat is niet zo.

Suriname is in 1667 geruild voor Nieuw Amsterdam, het huidige New York. Vanaf dat moment had Nederland een eigen afzetmarkt voor de slavenhandel. Voor die tijd waren Nederlanders al de slavenhandel ingedoken, met name door de oprichting van de WIC (West Indische Compagnie, 1621) en later de MCC (Middelburgse Commercie Compagnie, 1720). De slavenhandel is doorgegaan tot 1814. De Engelse quakers droegen door de oprichting van een vereniging in Groot-Brittannië bij aan het politieke gevecht. Hierdoor werd in 1808 de handel in slaven afgeschaft. De slavernij bleef echter gewoon doorgaan, in de Nederlandse overzeese gebieden tot 1863.

Dit duurde onder andere zo lang – Engeland was in 1833 de eerste – omdat de Nederlandse regering maar niet kon bepalen hoeveel ze de slaveneigenaren moest betalen om hun verlies van eigendom te compenseren. Hoeveel was het leven van een slaaf waard? Terwijl bijna driehonderd jaar daarvoor een Zeeuwse burgemeester nog opkwam voor de levens van Afrikaanse broeders en zusters, was hun leven een stuk minder waard gebleken. Uiteindelijk werd er een geldbedrag van driehonderd gulden verbonden aan een vrijgemaakte slaaf. De door Groen van Prinsterer opgerichte ‘Maatschappij ter Bevordering van de afschaffing van de Slavernij’ heeft hierin maar weinig betekenis kunnen hebben.

Is de wond al geheeld?

Er zijn inmiddels 158 jaar verstreken tussen 1863 en de huidige tijd. De wond, goed verzorgd of niet, zou inmiddels toch wel geheeld moeten zijn. Dat zou kunnen, ware het niet dat de wond in die periode keer op keer is opengereten. De eerste keer was al direct na 1 juli 1863. In plaats van de gelijkwaardigheid van hun leven te erkennen, kwamen er zeer pijnlijke bewoordingen over de Afrikaanse mensen in de emancipatiewet. De vrijgemaakte slaven moesten worden ‘opgevoed om als vrije burgers te leren leven’. In Suriname kwam daarvoor het tienjarig staatstoezicht. De vrijgemaakte slaven werden alsnog gedwongen om hun arbeid voor een laag loon te verkopen. Op Curaçao en de meeste andere Caribische eilanden ontstonden soortgelijke contracten. Alleen op Sint Maarten ging het iets soepeler, aangezien het Franse deel van het eiland al vijftien jaar eerder de slavernij had afgeschaft.

De beeldvorming die tijdens de periode van de trans-Atlantische slavernij steeds negatiever werd, heeft ook niet meegeholpen om de relatie tussen de witte en zwarte mensen nu volledig gelijkwaardig te laten verlopen. Zo schreef militair en schrijver Hermanus Johannes Abbring in 1834: ‘Zo’n bijzonder soort mensen dat zij, ondanks de zweep die hun ruggen nooit doen helen en ondanks de zware arbeid, toch de meest agressieve grillen verdragen wanneer de directeur hun maar elke twee of drie maanden een dansfeest toestaat.’

Ja, er waren vele lijfstraffen, die ervoor moesten zorgen dat de (zwarte) meerderheid onderdanig bleef aan de (witte) minderheid. De Afrikanen werden gezien als fysiek sterk, daarom ‘konden ze al die lijfstraffen wel aan’. Ze werden gezien als barbaars, seksueel ongeremd, waardoor het ineens als raar gezien werd als mensen protesteerden tegen een moment van rust en ontspanning. Ze werden gezien als agressief. Boos worden omdat jou onrecht wordt aangedaan, je lijfstraffen ontvangt en je leven niet van jou is, vonden blanken geen reden voor ‘agressief gedrag’, het lag immers ‘in hun aard’.

(beeld Prixel Creative/Lightstock)

(beeld Prixel Creative/Lightstock)

Tot op de dag van vandaag strijdt een zwarte man of vrouw tegen beeldvorming die hun is opgelegd ten tijde van de slavernij. Daarbij heeft het niet geholpen dat Jan Schenkman in 1850 Zwarte Piet ging afbeelden als een Afrikaanse huisslaaf met alle gevolgen vandien, dat striptekenaars zwarte mensen afbeeldden als dom, leugenachtig en barbaars of dat tot ver in de jaren negentig van de twintigste eeuw Afro-Amerikanen in media niet anders voorkwamen dan als crimineel, komediant of sporter.

Deze beeldvorming is voor iedere Afrikaan over de hele wereld als zout in de wond. Een witte Nederlander ziet geen onderscheid tussen de Antilliaan en de Surinamer, dit is hetzelfde als Nederlanders verwarren met Duitsers. Er zijn bovendien nog eens zes verschillende Caribisch-Nederlandse eilanden, ieder met een eigen karakter. Een nog groter verschil is er tussen een Nederlandse Ghanees en een creoolse Surinamer. Over deze verschillen kunnen we een heel nieuw artikel schrijven; door deze opstelling is een gedeeld gevoel ontstaan van zwarte mensen over de hele wereld, ook wel genoemd en erkend als The Black Diaspora. Een andere manier waarop de wond werd opengereten, is het lynchen van Afro-Amerikanen en hun ongelooflijke strijd tegen de segregatie die midden twintigste eeuw in de Verenigde Staten was ontstaan. Niet lang daarna zag je een minstens zo gruwelijke strijd in Zuid-Afrika. Daarom zagen we het afgelopen jaar over de hele wereld, ook in Nederland, zoveel demonstraties na het zoveelste voorbeeld van politiegeweld met dodelijke afloop in de Verenigde Staten.

Dit is de diagnose

De diagnose kunnen we nu stellen: we hebben te maken met een ontmenselijking in extreme proporties. Een periode van vierhonderd jaar waardoor er culturele normen en waarden zijn ontstaan aan beide kanten van het spectrum, gebaseerd op deze gruwelijke werkelijkheid. Onderdeel ervan is het enorme gebrek aan empathie wanneer de onderdrukte gemeenschap opkwam voor een menswaardig bestaan. Dit is de wond waarmee we te maken hebben. Maar heeft de kerk dit besef ook gehad?

Pas in 2013, bij de viering van honderdvijftig jaar afschaffing van de slavernij kwam een ‘Erkenning van Schuld’. Klaas van der Kamp, de toenmalig algemeen secretaris van de Raad van Kerken, erkende: ‘Kerken hebben met hun theologie en voorgangers een ondersteunende rol gespeeld bij de instandhouding van de slavernij.’

Avondmaal vierden we met mensen
die anderen verkochten
voor een paar kilo suiker

In die vierhonderd jaar geschiedenis, waar we in vogelvlucht doorheen zijn gegaan, had de kerk meerdere malen een bedenkelijke rol. Geestelijken voeren mee op de slavenschepen en knepen een oogje dicht wanneer de slaven geroofd werden. Vervolgens werden deze slaven onder erbarmelijke omstandigheden vervoerd naar de andere kant van de oceaan. Bij ieder slavenfort aan de Afrikaanse kust werd een kapel gebouwd en gebruikt voor het prijzen van God. Avondmaal vierden we met mensen die andere mensen verkochten voor een paar kilo suiker. We hebben bijbelteksten vertaald zodat die ons geweten konden sussen, terwijl niets na de komst van Jezus deze realiteit had mogen rechtvaardigen. Het was nogal wat waartegen de kerk ‘sorry’ moest zeggen.

Het is ook mooi dat dit gebeurde. Maar werd dit ook zo beleefd door de vele kerkgangers die Nederland rijk is? Hebben de Nederlanders met Afrikaanse roots de excuses gehoord en hebben zij deze ontvangen? Is het excuus slechts uitgesproken door de algemeen secretaris of zijn er ook andere voorgangers of gewoon kerkleden geweest die dit in hun hart voelden en die de woorden herhaald hebben? Wat is er vervolgens gedaan?

Wondverzorging

Na 2013 zijn er nog enkele initiatieven geweest waarbij vooral individuen de taak van echte wondverzorging wilden vormgeven. Dat vraagt tijd en aandacht, misschien zelfs een flinke schoonmaak van de wond, zodat die niet verder zou gaan etteren. Na 2013 was er misschien een druppeltje water beschikbaar om de wond schoon te maken, maar was er inmiddels geen stevige stroom, om niet te zeggen rivier, nodig om alle narigheid uit het verleden weg te spoelen?

De omvang van die rivier, of de hardnekkigheid van het probleem, werd mij des te meer duidelijk toen ik de vergelijking ging maken met ‘de wereld’. Ik zag initiatieven opleven, zoals The Black Archives, met als doel educatie en onderzoek, die op een indrukwekkende manier een positieve draai aan het pijnlijke verleden konden geven. Helaas sta ik niet alleen in die constatering. Afgelopen jaar sprak ik artiesten met Surinaamse roots die ook concludeerden dat zij buiten de kerk meer respect en erkenning ervaren dan binnen de kerk. Artiesten die al jaren met hun talent en liefde voor God met name jongeren weten aan te spreken, voelen zich nog steeds niet erkend in hun anders zijn dan hun witte collega’s. Minerva Joy verwoordde dit gevoel prachtig met haar Spoken Word op het jongerenevent WAKE 4 juli 2020:

‘Ik wenste dat je zag wie ik was
omdat je hebt onderzocht wie ik was.
Ik wil dat je ziet wie ik ben
waardoor je accepteert wie ik écht ben.
Ik hoop dat je aankunt wie ik word
zodat je verwelkomt wie ik word.’

Vier de Surinaamse feesten mee

Om bij te dragen aan genezing kunnen we als kerk of persoonlijk aansluiten bij iets wat al bestaat. Surinaamse landgenoten kennen het feest Keti Koti, dat ieder jaar wordt gevierd als herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863. Het feest hebben de Surinamers meegenomen naar ons land.

Sinds 2009 is er ook een jaarlijkse viering in het Oosterpark in Amsterdam. Daar staat het nationaal monument slavernijverleden. Keti Koti betekent: ketenen doorbroken. Onder witte Nederlanders is dit feest nauwelijks bekend. Zo’n belangrijke dag voor onze Surinaamse landgenoten kan een mooie aanleiding zijn om in de kerk aandacht te besteden aan het slavernijverleden. Het is heilzaam om met de ogen van God terug te kijken op het verleden en tegelijk in het heden te danken voor de veelkleurigheid die God ons heeft gegeven.

Over de auteur
Eva Mabayoje

Eva Mabayoje is historica en directeur van Present in Den Haag

Macht en misbruik in de kerk

Macht en misbruik in de kerk

Frank Schneider
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief