Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder

Wolter Rose | 23 oktober 2021
  • Achtergrond
  • Special Gelukzoekers

De God die ons oproept tot dienstbaarheid door aanbidding is niet een God die ons verzekert dat ons leven niet ontregeld zal worden; sterker nog, als we trouw zijn, kunnen we er maar beter van uitgaan dat we heel wat onrust zullen ervaren. Dit is misschien niet de God die we willen, maar het is tenminste een God van wie juist zijn complexiteit zo fascinerend is dat onze aandacht wordt getrokken door het wonder van het leven dat God ons heeft gegeven – een leven dat pijn en lijden omvat die geen zin lijken te hebben.
~ Stanley Hauerwas

Groot bent u, Heer, u komt alle lof toe! Groot is uw kracht, uw inzicht is niet te meten. Nu wil een mens u prijzen, een deeltje van uw schepping, ja, een mens die zijn sterfelijkheid met zich meedraagt, het bewijs van zijn zonde, het bewijs dat u zich tegen de hoogmoedigen keert. Toch wil hij u prijzen, deze mens, dit deeltje van uw schepping en u zet hem aan daar vreugde in te vinden. Want zo hebt u ons geschapen, gericht op u, en ons hart kent geen rust tot het rust vindt in u.
~ Augustinus

Wat heeft de christelijke kerk vandaag te bieden op de markt van geluk? Mijn antwoord: het Evangelie van Gods glorie. Is dat alles? Dat is alles. Het Evangelie van Gods glorie is het goede nieuws dat God altijd groter is. Groter dan alles en iedereen bij wie we ons geluk zoeken, groter dan alles en iedereen waaraan we ons vastklampen in onze zoektocht naar zekerheid, groter dan onze drukte en tijdsnood, onze ontspanning en vermaak, onze grootste angsten, onze diepste geneugten en lusten, onze beschamende zwakheid, groter dan onze stoere kracht.

In vijf punten wil ik uitleggen wat het Evangelie van Gods glorie betekent voor menselijk geluk.

1.    Ultieme grootheid

De gebedsleider in Psalm 96 heeft maar een paar versregels nodig om het verhaal van de glorie van Jhwh, de God van Israël, kernachtig samen te vatten (in een kader ‘Maak van bijbellezen een feest van herkenning’ verderop in dit artikel licht ik het gebruik van de cijfertjes tussen vierkante haken toe):

‘Jhwh is [2]groot, prijzenswaard bovenmate,
[2]geduchter dan al die andere goden’
~ [naamloos]
(Ps. 96:4, WV).

Een bidder in Psalm 150 heeft genoeg aan een paar woorden, woord voor woord: de ‘maat-van-zijn-grootheid’ (Ps. 150:2), weergegeven als ‘mateloze grootheid’ (wv), of ‘oneindige grootheid’ (nbv). Zelf kies ik voor: ‘ultieme grootheid’.

Jhwh, de God van Israël, had ooit in de Tien Woorden duidelijk gemaakt dat hij geen conculega’s naast zich duldt (Ex. 20:5). Van diezelfde exclusiviteit is ook sprake als het gaat om zijn glorie, zoals hij de profeet Jesaja laat zeggen:

Ik ben Jhwh, dat is mijn [1]naam.
Ik deel mijn [1]»glorie« [3]niet met een ander,
noch de lof die mij toekomt met een beeld.
~ Jhwh
(Jes. 42:8, NBV [‘majesteit’])

In het Nieuwe Testament kan de apostel Paulus de inhoud van het Evangelie samenvatten als: de glorie van God (1 Tim. 1:11). Dat is helemaal in lijn met het spreken over de glorie van Jhwh zoals we dat in het Oude Testament tegenkomen. De inhoud van datzelfde Evangelie samenvatten als ‘de glorie van Christus’ (2 Kor. 4:4) — daarmee gaat Paulus een stap verder.

Die manier van zeggen roept een vraag op, wanneer je je herinnert dat Jhwh verklaart zijn glorie niet te delen ‘met een ander’. Is Christus dan niet ‘een ander’? Ik heb een aanloop nodig (#2) om die vraag te beantwoorden (#3).

2.    Zoiets als een multitalent, maar dan oneindig anders

Als je echt onder de indruk wilt komen van de ultieme grootheid van God en van Christus, dan moet je je oor trainen in het opmerken van ongebruikelijke en opmerkelijke combinaties van zijn optreden in verschillende dimensies of van zijn eigenschappen (de Wijs Tegelijk in het kader). Met woorden van Stanley Hauerwas zou je het de fascinerende complexiteit van de levensechte God kunnen noemen.

Niemand vereert vandaag nog een godin als Isjtar of een god als Marduk. Bij Jhwh is het een ander verhaal. Hij is geen oude geschiedenis, nooit van zijn leven: hij overstijgt de dimensie tijd. Zijn woorden van meer dan duizenden jaren geleden spreken nog steeds:

Wie roept de generaties vanaf het begin?
Ik, Jhwh, ik was [4]de eerste
en ook bij de laatsten zal ik zijn.
~ Jhwh
(Jes. 41:4, NBV)

En wat hij zal doen in de dimensie ruimte doet niemand hem na:

[D]an zal een herboren volk Jhwh loven
als Jhwh heeft neergezien van zijn heilige hoogte,
zich vanuit [4]de hemel naar de aarde heeft neergebogen om het zuchten van gevangenen te horen,
om vrij te laten wie de dood nabij zijn.
~ [naamloos]
(Ps. 102:19-21, NBV)

(beeld aaron burden/Unsplash)

3.    Zo’n naam!

Het ‘Evangelie van de glorie van Christus’, zoals Paulus het noemt — betekent dat dat deze Christus op de een of andere manier deelt in de identiteit van Jhwh, de God van Israël? Dat we in die richting moeten denken wordt duidelijk uit een passage van Paulus over ‘Christus Jezus’, zoals hij hem dan noemt, in een brief aan christenen in de provinciestad Filippi.

Het is alsof we zien gebeuren wat de bidder in Psalm 102 voorzag, dat God zich vanuit de hemel naar de aarde zou vooroverbuigen om ons zuchten te horen en ons van de dood te bevrijden, maar dan letterlijk:

Hij die [4]de gestalte van God had, hield zijn [4]gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens.
En als mens verschenen, [4]heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. Daarom heeft God hem hoog verheven en hem [1]de naam geschonken [2]die elke naam te boven gaat,
opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot [1]»glorie« van God, de Vader.
~ Paulus
(Fil. 2:6-11, NBV [‘eer’])

Het meest vergaand is wat Paulus hier zegt over de bijzondere naam die God Christus Jezus geeft: ‘de naam die elke naam te boven gaat’, noemt Paulus het. Dat kan maar één naam zijn: Jhwh, traditioneel weergegeven met ‘(de) Heer’, met hoofdletters. Paulus noemt twee lichaamsdelen die mensen gebruiken om Christus Jezus eer te geven: knie en tong. Dit zijn lichaamsdelen die Jhwh noemt in zijn beschrijving van de reactie van mensen wanneer hij zich zal presenteren als de enige redder in Jesaja 45:22-23.

‘Christus Jezus is Heer’: het gaat dus echt om de naam van Jhwh, de God van Israël (‘Heer’ was in de tijd van Paulus al een paar honderd jaar de weergave in de Griekse vertaling van de naam Jhwh in het Oude Testament).

Een hoofdstuk verder komt Paulus nog een keer terug op die woorden ‘Christus Jezus is Heer’. Nu laat hij de bijzonderste naam voorafgaan door het voornaamwoord mijn. Paulus wordt persoonlijk: ‘Christus Jezus, mijn Heer’.

Deze persoon kennen zet het hele bestaan van Paulus in een nieuw licht. Alles wat hem in het verleden aanzien en status gaf mag het riool in. Paulus spreekt de bereidheid uit te delen in het lijden van Christus en aan hem gelijk te worden in zijn dood. Dat allemaal om een bijzondere reden (3:8): ‘Het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, overtreft immers alles.’ Dat is voor Paulus ultiem geluk.

4.    Een misverstand

Paulus is lyrisch. Zo’n reactie op het Evangelie van Gods glorie kom je in het Oude en Nieuwe Testament vaak tegen. Toch zou het een misverstand zijn te denken dat Gods glorie en de glorie van Christus alleen Evangelie is voor mensen in een jubelstemming. Twee voorbeelden.

De bidder in Psalm 86 voelt zich bedreigd en zoekt bescherming bij Jhwh. Zijn vertrouwen dat Jhwh hem zal antwoorden vindt zijn rust in Gods glorie:

In dit uur van mijn nood roep ik u aan,
want u geeft mij antwoord.
[3]Geen god is u gelijk, Heer,
uw daden zijn [3]zonder weerga.
Alle volken, door u gemaakt, komen
en buigen zich, Heer, voor u
en prijzen uw [1]naam.
U bent groot, u doet wonderen,
[3]u alleen bent God.
~ David
(Ps. 86:7-10, NBV)

Abraham trekt zich het lot aan van mogelijk goede en onschuldige mensen die het slachtoffer zouden kunnen worden wanneer God het oordeel voltrekt over de steden Sodom en Gomorra. Hij tekent protest aan bij de hoogste rechter:

‘Dat kunt u toch niet doen! Hij die [2]rechter is over de hele aarde moet toch rechtvaardig handelen?’
~ Abraham
(Gen. 18:25)

Abraham staat in een lange rij van mensen als Jakob, Mozes, Amos, Jeremia, Habakuk en Job, die bij God protest aantekenen. Dat kan hand in hand gaan met een groot geloof, omdat indringende vragen aan het adres van God een weerspiegeling kunnen zijn — in een situatie die ermee in strijd lijkt — van het geloof dat God goed, machtig en liefdevol genoeg is om op te treden en dingen recht te zetten.

5.    Oh, Happy Day

‘Nog een keer!’, ‘zelf doen!’ — kinderen krijgen niet gauw genoeg van een mooie ervaring, en al gauw willen ze wat ze iemand hebben zien doen zelf doen. De schrijvers en sprekers in het Oude Testament hebben deze reactie voorzien. Ze moedigen — b.v. in Psalm 96 — hun lezers en luisteraars aan het zelf te doen: de God die ‘prijzenswaard bovenmate’ is zelf te ‘prijzen’, hem te ‘zegenen’, ‘groot te maken’, kortom jezelf en/of anderen ‘op Jhwh’s glorie wijzen’ (traditioneel weergegeven met ‘verheerlijken’).

Pastor-theoloog Eugene Peterson deed eens een opmerkelijke uitspraak over wat het belangrijkste is wat een voorganger elke zondag doet. Volgens hem is dat het uitspreken van de woorden: ‘Laten we God aanbidden’. Wat mij betreft zeggen we het elke dag van de week, tegen jezelf, tegen elkaar: ‘Laten we God aanbidden’.

Niet om andere stemmingen en ervaringen weg te duwen. Maar om ruimte te creëren voor alles wat zich afspeelt tussen het eerste en het laatste woord van die reeks van woorden die Ramses Shaffy ons aanreikt (die hij weer had ontleend aan het lied ‘Oh Happy Day’ van folkzangeres Joan Baez):

Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder

Als je dat doet, dan is het aardse leven goed. Dat is ultiem geluk.

Leestips

Een luistergids om de vier Wijzen (zie het kader) te leren herkennen, met voorbeelden, is te vinden in Rose (2018, 2019).

Verwijzingen

Augustinus, A. ​397. Belijdenissen. Vertaald door vertaald en van aantekeningen voorzien door Wim Sleddens O.​S.A. Ingeleid. 2de dr. Eindhoven: DAMON, 2019.

Rose, W.​H. 2018. ‘Getuige zijn van Gods ultieme grootheid: Wat het zien van Gods glorie (ook) betekent’. In Hij is goed, hij is de Koning: De profeet Zacharia, de Hebreeuwse taal, het Evangelie en Gods glorie, 283–302. Franeker: Van Wijnen, 2020.

———. 2019. ‘Het Evangelie van Gods glorie’. The Gospel Coalition Nederland [website]. 2019.

Verdieping: Maak van bijbellezen een feest van herkenning

In het Oude Testament kun je met grote regelmaat enthousiaste verhalen horen over Jhwh’s glorie. De verteller kan Jhwh zelf zijn, of een leermeester, profeet of aanbidder. De verhalen over Jhwh’s glorie zijn vaak te herkennen aan vaste zegswijzen die ik zelf graag Wijzen noem. In het Nieuwe Testament worden ze ook gebruikt als het gaat over de glorie van Christus. Het zijn er vier:

1. de Wijs ‘Woordenschat’
— het woord ‘glorie’ en allerlei synoniemen, zoals ‘glans’, ‘grootheid’, ‘luister’, ‘majesteit’, ‘pracht’, en ook ‘naam’.

2. de Wijs ‘Superlatief’
— verschillende varianten van de (vergelijkende en) overtreffende trap (vaak aangeduid met een uitdrukking als ‘van alle …’, ‘van de hele …’).

3. de Wijs ‘Weergaloos’
— uitdrukkingen zoals: ‘niemand is als hij’ (als retorische vraag: ‘wie is als hij?’), of het woord ‘alleen’.

4. de Wijs ‘Tegelijk’
— een ongebruikelijke en opmerkelijke combinatie van Gods optreden in verschillende dimensies of van zijn eigenschappen.

Het is zonder meer de moeite waard er werk van te maken die vier Wijzen vast te leggen in je auditief geheugen: dat kan je bij het lezen van de Bijbel mooie momenten van herkenning geven.

Luisteroefening

Bij wijze van luisteroefening schrijf ik hier een strofe van drie versregels over uit Psalms 113. Alle vier Wijzen zijn er in terug te horen, weergegeven met een hooggeschreven cijfer tussen vierkante haken. Luister maar of je de Wijzen waaraan je kunt herkennen dat er iets over Jhwh’s glorie wordt gezegd kunt onderscheiden:

Jhwh staat [2]hoog boven alle volken
zelfs [2]boven de hemel staat zijn [1]glorie.
[3]Wie is als Jhwh, onze God?
Hij troont in de hemel [4]daar boven,
Hij zorgt voor de aarde beneden.
[3]Wie is als Hij [4]in hemel en op aarde?
~ [onbekend]
(Ps. 113:4-6, wv)

Over de auteur
Wolter Rose

Wolter Rose is universitair hoofddocent Semitische talen, geschiedenis en cultuur van het Oude Nabije Oosten aan de TU Kampen.

Gods Geest in het Oude Testament

Gods Geest in het Oude Testament

Koert van Bekkum
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Reisbagage: ‘Leren omgaan met de Bijbel is als leren fietsen’

Reisbagage: ‘Leren omgaan met de Bijbel is als leren fietsen’

Pieter Kleingeld
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief