Matteüs over Israël en de kerk

Bob Wielenga | 9 juni 2022
  • Achtergrond
  • Blog

Het lijkt erop dat de verhitte debatten in kerk en theologie over Israël en de kerk momenteel wat afgekoeld zijn. De posities over Israël en de kerk zijn bekend en liggen vast. Hiermee zijn de debatten in kerk en theologie nu wat afgekoeld. Andere thema’s vragen om aandacht zoals de plaats van vluchtelingen in onze samenleving.

Joodse vluchtelingen uit Spanje in de zeventiende eeuw kregen ruimte om zich in ons land te vestigen. Pas na de Tweede Wereldoorlog, met de Holocaust als absoluut dieptepunt, komt er een kerkbrede bezinning over de betekenis van het joodse volk en land voor Gods plannen met de wereld. Het inzicht groeide dat de kerken aan het lijden van het Joodse volk in de verstrooiing door de eeuwen heen hebben bijgedragen. De vervangingstheologie speelde hierbij een doorslaggevende rol: de kerk kwam in plaats van Israël in Gods heilsplan als gevolg van hun verwerping van Jezus als hun messias. Hadden ze Gods oordeel niet zelf over zich afgeroepen (Matteüs 27:25)? Dit was de religieuze wortel van het antisemitisme.

Israël en de kerk

De stichting van de staat Israël in 1948 opende een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de verhouding tussen Israël en de kerk. Moeten we hier Gods hand zien in Israëls geschiedenis volgens de profetieën van het Oude Testament? Zo ja, wat betekent dat voor de kerk en haar positie in Gods heilsplan voor de wereld? Wat zegt de Bijbel hierover?

Bijbelse zeggenschap

Christenen zijn verdeeld over wat de Bijbel Gods hand in Israëls geschiedenis zegt. Welke Bijbel bedoelen we trouwens? De Hebreeuwse Bijbel, de Tenach in het spoor van de rabbijnen? Joden lezen hun bijbel door een Talmoedische bril. Hoe lezen wij als christenen onze Bijbel, het Oude en Nieuwe Testament, met het oog op de verhouding tussen Israël en de kerk? In deze discussie is dit de kernvraag die wij moeten beantwoorden.

Steven Paas vertaalde dit jaar een boek van de Amerikaan A. Blake White, Gods uitverkoren volk. Beloofd aan Israël, vervuld door Christus voor alle volken, in de ene katholieke kerk. White geeft kort aandacht aan Abraham, de uittocht uit Egypte en de messiaanse profetieën in het tweede deel van Jesaja. Daarna leest hij vooral de evangeliën, Handelingen en Paulus’ brieven (vooral Galaten en Romeinen). White schrijft heel leesbaar en begrijpelijk. Ook biedt hij naast de literatuurlijst een goed notenapparaat. Paas leidt de vertaling van het boek in met een verantwoording van zijn keuze voor deze schrijver en het onderwerp dat hij behandelt.

Dit keer geef ik weer wat White over Matteüs schrijft: ‘De volgende keer gaat het over Paulus. Zij zijn gezaghebbende leraren van de kerk met beide voeten stevig geplant in de joodse grond van de eerste eeuw na Christus. Als volbloed Joden waren ze vertrouwd met de joodse tradities en gedrenkt in de joodse heilige geschriften. Paulus, maar Matteüs niet minder, waren innig verbonden met hun volk. Wat juist zij als joodse bijbellezers over Israël en de kerk schrijven is normatief voor ons vandaag.’

Matteüs

Matteüs schreef zijn evangelie voor joods-christelijke lezers. Hij citeert meer dan zestig keer uit het Oude Testament. Hij wil aantonen dat de geschiedenis van het uitverkoren volk door Jezus als hun messias wordt voortgezet. Hij voert succesvol Gods heilsplan uit voor de wereld nadat Israël daarin faalde.

Jezus voert succesvol Gods heilsplan uit nadat Israël daarin faalde

Zijn stamboom in hoofdstuk 1 laat zien dat Jezus volbloed Joods was: in Gods heilsplan draaide het om Israël totdat hun messias Jezus van Nazareth zijn rol overnam. Maar het ging in dat heilsplan niet om Israël, maar om de volken. In Jezus’ stamboom kwamen dan ook heidenen voor: behalve Tamar en Ruth ook de vrouw van de Hethiet Uria.

Uria’s vrouw Bathseba was trouwens geen Hethitische, zoals White meent. Als kleindochter van Davids topadviseur Achitofel was ze afkomstig uit de elite van Israel. Maar Matteüs wil de Hethitische connectie benadrukken: ook voor Hethieten (Kanaänieten) is de messias van Israël gekomen. Zoals Jezus ook in de gelijkenisen benadrukte, zullen heidenvolken Israël voorgaan in het koninkrijk van God (Matteüs 21:43). Dat de Jood Matteüs zijn evangelie beëindigt met de uitzending van de apostelen om volken tot leerling van Jezus te maken, sluit hierbij aan (Matteüs 28:19; 24:14): gelovige heidenen horen bij het volk van God, de kerk, samen met de messiasbelijdende Joden.

Oude Testament

White laat zien hoe Matteüs zich baseert op het Oude Testament in zijn beschrijving van het leven en werk van Israëls messias. Bij de uitzending van de apostelen bemoedigt Jezus hen met de verzekering dat Hem alle macht gegeven is in de hemel en op de aarde (Matteüs 28:18). De eerste lezers van het evangelie zullen zeker aan Daniël 7:13-14 gedacht hebben. Deze profetie wordt door Jezus vervuld. Niet Israël maar haar messias maakt waar wat God al aan Abraham beloofd heeft (Genesis 12:3) en door de profeten, zoals Jesaja, heeft bevestigd: het gaat om de volken, al draait het dan niet meer om Israël, maar om de messias van Israël die alle gelovigen in zijn ‘lichaam’ verenigt tot het vernieuwde volk van God. Messiasbelijdende Joden waren het eerst (Handelingen 2:41-42), maar de heidenen bleven niet achter, zoals uit Paulus’ brieven blijkt. Over Paulus de volgende keer.

Over de auteur
Bob Wielenga

Ds. Bob Wielenga is emeritus predikant van de NGK Kampen en woonachtig in Zuid-Afrika.

‘Niemand van ons weet hoe het zit’

‘Niemand van ons weet hoe het zit’

Arie Kok
  • Reportage
  • Thema-artikelen
Slim zijn ze, wie maakt ze wijs?

Slim zijn ze, wie maakt ze wijs?

Alexandra Matz
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief