De Bijbel lezen door de bril van een rabbijn
- Interview
- Thema-artikelen
In de rubriek reisbagage staat een korte verklarende woordenlijst van enkele joodse termen die onbekend kunnen zijn.
Voor we beginnen, maakt rabbijn Rookmaaker een voorbehoud: ‘Als het interview als doel heeft een bijbelvaste, traditionele achterban te overtuigen met krachtige kennis van de Tora, dan moet je weten dat Rookmaaker een liberale rabbijn is en je met die verwachting beter het gesprek kunt zoeken met een rabbijn uit orthodoxe kring.’ Wie is hij, wat drijft Joram Rookmaaker en hoe legt hij als liberaal rabbijn de Bijbel uit?
Hoe wil je jezelf omschrijven?
‘Wanneer weet je wie je bent? Ik ben vader, zoon, partner, deel van een gezin, krijgsmachtrabbijn, rabbijn van een liberale joodse gemeente. Maar is dat een antwoord? Dat zijn de rollen. Verder ben ik iemand die zoekt naar leren, inspiratie, ook in de Joodse traditie. Ik bouw graag via creativiteit aan initiatieven op Joods gebied. Zo werk ik graag aan de verbinding tussen de Joodse gemeenschap en de Nederlandse samenleving. Er is ook iets tegenstrijdigs in me: ik trek me graag terug met een tekst om te bestuderen, maar ga ook graag de discussie aan.’
Waarom wilde je rabbijn worden?
‘In eerste instantie was dat niet mijn plan. Het was wel jong een optie. Toen heeft de mogelijkheid jarenlang geen rol gespeeld. Toen ik de rabbijnenopleiding ging doen, was dat niet zozeer om rabbijn te worden, maar om me te verdiepen in de laag onder het jodendom. Toen was ik nog steeds niet van plan om rabbijn te worden. In 2011 heb ik een boek uitgebracht, De Brede Haggada. Ik had gedacht daarmee een paar mensen een plezier te doen, maar er kwam vraag naar duizenden exemplaren. Er was dus behoefte aan mijn benadering van het Jodendom: de verbinding tussen de traditie en de huidige tijd. Die verantwoording wilde ik nemen. Dan is er nog een tweede aspect. Ik ben van de tweede generatie na de Shoah (Holocaust, red.). Ik voelde de behoefte om die pijn om te zetten in een positief bouwen aan de toekomst.’
We hebben je uitgenodigd voor een gereformeerd magazine dat als thema heeft: de joodse interpretatie van de heilige Schrift. Wat roept dit thema bij je op?
‘Bij degelijke gereformeerden is een grote bijbelvastheid. Aan de ene kant ervaar ik dat als verbindend en aan de andere kant ook als spannend. Het christelijk perspectief op de Tora is heel specifiek en het wijkt op een aantal punten echt af van het onze. Wij lezen door de bril van de joodse commentatoren. Voorbeeld: in onze synagoge ligt een NBV-uitgave van de TeNaCH waarin de Nederlandse teksten zijn opgenomen. Het is voor mij vervreemdend, kaal, om het zo zonder context en in het Nederlands te lezen. Je mist meteen het gesprek tussen en met de commentatoren. Joden spreken vaak over de vier lagen van betekenis in een tekst (direct, hint, exegese, mystiek, red.). Die raak je dan kwijt.
Aan de hand van een anekdote uit de traditie zal ik het belang van de mondelinge leer, de commentatoren, proberen uit te leggen. Er was eens iemand die aan Hillel vroeg: “Bekeer me op voorwaarde dat je alleen de schriftelijke leer onderwijst.” “Goed, zei Hillel, dan beginnen we bij het begin. Dit zijn de Aleph (A) en Beth (B). Kom morgen maar terug.” De volgende dag liet de rabbijn dezelfde letters zien en zei: “Dat zijn de Sjin (S) en de Tav (T).” “Maar rabbi, gisteren zei u nog dat dat de Aleph en de Beth waren!” Rabbi: “Zie je wel dat de mondelinge uitleg een verschil maakt? Als je die weglaat, kan het geschreven woord telkens iets anders gaan betekenen.”’
Karel Smouter is krijgsmachtpredikant vanuit de NGK en redacteur van OnderWeg.