De aantrekkelijke kerk

De laatste tijd is er veel kritische aandacht voor kerk en zending in de koloniale tijd. De kerk heeft zich in de kolonies schandalig gedragen. Zij luisterde eerder naar de Heeren Zeventien (VOC) dan naar hun hemelse Heer. Terecht belijden wij als kerk schuld voor ons koloniale verleden. Desondanks gebruikte God de koloniale zending toch.

Het Evangelie kon wortel schieten en kerken werden geplant in onze vroegere kolonies. Daarvan vertellen de nazaten van de slachtoffers van ons koloniale verleden. God wilde dit gebroken mensenwerk in zijn genade toch zegenen. Wij kunnen daarvoor alleen maar dankbaar zijn. Vandaag echter moeten wij het anders doen. Daarvoor raadplegen we de Bijbel.

Zending begint thuis

De eeuwen door stond Matteüs 28:16-20 centraal in de kerkelijke bezinning op zending. Bij zijn hemelvaart droeg Jezus zijn discipelen op om op weg te gaan en alle volken tot zijn leerlingen te maken. In de koloniale tijd legde men zijn woorden ‘Ga op weg’ uit dat het Evangelie grenzen moest oversteken naar landen ver weg. Dat paste goed bij de wereldwijde uitbreiding van ons koloniale rijk. Ver weg handeldrijven en veel geld verdienen; dus ook ver weg het Evangelie zaaien en veel kerken planten.