Het zandlopermodel

Bob Wielenga | 18 september 2024
  • Achtergrond
  • Blog

Wie, zoals ik, als leerling Henk de Jong gevolgd heeft op zijn leestocht door de Bijbel, weet dat hij bij zijn bijbelleesonderwijs het zandlopermodel hanteerde. Kasper de Graaf gaat in hoofdstuk twee van het nieuwe boek over Henk de Jong daarop in. Bij Buijten en Schipperheijn Motief in Amsterdam kwam dat boek onder redactie van Jaap Dekker en Kasper de Graaf onlangs (2024) uit: Christus in het Oude Testament. Henk de Jong over de verhouding tussen het Oude en het Nieuwe Testament. Hoe lees je als christen het Oude Testament zonder het te verchristelijken? Hoe verhoudt trouwens het christelijke lezen van het Oude Testament zich tot de joodse manier van lezen? Vragen waarop in dit boek nader wordt ingegaan aan de hand van de schriftelijke nalatenschap van Henk de Jong. Dit keer maak ik een paar opmerkingen naar aanleiding van het zandlopermodel.

Messiasverwachting

Waar gaat dat zandlopermodel over? Ik citeer Kasper de Graaf (pagina 33), het verwijst naar: ‘De beweging in de Bijbel van de breedte van de schepping van hemel en aarde, versmallend naar Israël, Juda, David en Jeruzalem, tot aan Christus en daarna weer verbredend naar een nieuwe mensheid uit alle volken op de nieuwe aarde.’ Dit roept bij mij de vraag op hoe, volgens Henk de Jong, worden in dit model het Oude Testament en Christus met elkaar verbonden?

We mogen Christus niet zomaar in het Oude Testament inlezen en hem overal tegenkomen zonder dat de tekst van het Oude Testament zelf daartoe aanleiding geeft. Een tekst kan ook messiaans overvraagd worden zoals Henk de Jong deed in een discussie met Wolter Rose over de uitleg van Haggai 2:23 over Zerubabel als Gods zegelring.  Hoe pakte Henk de Jong dit vraagstuk aan?

De heilsgeschiedenis concentreerde zich in het Oude Testament rond het koningschap van David en het verbond dat God met hem sloot (2 Samuel 7). David bereidde de bouw van de tempel voor waar de heilige God onder zijn zondige volk woonde, mogelijk gemaakt door de dienst der verzoening die Hij had ingesteld. Rond Davids huis en de tempel scheidden de wegen zich in Israël. Het noordelijke tienstammenrijk koos een andere koninklijke familie en bouwde twee eigen tempels. Zij kwam niet terug uit ballingschap in Assyrië in tegenstelling tot het Davidische tweestammenrijk dat terugkwam uit de Babylonische ballingschap, ook al was het als een schamele restbevolking (tussen de twintig- en dertigduizend wedergekeerden). Maar ze mocht opnieuw beginnen met de herbouw van de tempel. God wilde weer onder haar wonen en werken aan de toekomst van zijn heilsplan. Maar opnieuw liep het mis, zoals de profeten van na de ballingschap laten zien. In deze desastreuze situatie komt de messiasverwachting sterk naar voren. God hield vast aan de beloofde toekomst van Israël en de wereld. De weg ernaartoe begon bij de tempel in Jeruzalem (Ezechiël 47:1-12), maar de verwachte messias komt terug in Zacharia’s visioenen (3:6-10; 6:11-15) niet als zoon van David maar als priester-koning. Jezus was inderdaad via Maria verbonden met de stam van Levi (haar tante Elisabet was de vrouw van de priester Zacharias) en was via Jozef slechts een geadopteerde zoon van David.

Verworpen vervulling

Werd de messiasverwachting steeds sterker tegen het einde van de oudtestamentische fase van de heilsgeschiedenis, de vervulling ervan, zoals beschreven in het Nieuwe Testament, riep onbegrip en grote weerstand op onder het volk. Men verwachtte de komst van de messias, naar een woord van Maleachi (3:1): opeens zal tot zijn tempel komen de Heer, voorafgegaan door zijn bode. Men verwachtte de Here zelf, misschien in de gestalte van de engel van het verbond.  Maar de vervulling ervan was totaal anders dan verwacht. Johannes de Doper kwam als wegbereider voor Christus die naar de tempel kwam om die te reinigen met de belofte dat hij in drie dagen de afgebroken tempel weer zou opbouwen (Johannes 2:13-22). Inderdaad, het Nieuwe Testament past als een knoop in het knoopsgat van het Oude Testament. Maar we moeten wel opnieuw geboren worden, willen we dat zien en geloven (Johannes 3:3).

Over de verzoening

De kern van de bijbelse boodschap in het Oude en Nieuwe Testament is volgens Henk de Jong de dienst der verzoening. Zonder vergeving van zonden door het bloed van offers in het Oude Testament en het kruisoffer van Christus in het Nieuwe Testament is verzoening met God uitgesloten. En daar gaat het toch om (2 Korintiërs 5:18-20). Kasper de Graaf noemt verzoening een kernelement. Hij vindt dat Henk de Jong vergeet dat de tempel niet alleen plaats der verzoening was, maar ook de plaats waar God als koning regeerde (pagina 42). Gods koningschap sluit verzoening in, maar is ook meer dan dat. Dat lijkt me juist. Om het met bijbelse beelden te zeggen: Jezus is niet alleen het Lam Gods dat de zonden der wereld wegdraagt. Hij is ook de Leeuw uit de stam van Juda die over de geschiedenis heerst (Openbaring 5:1-5).

In Afrika zijn er talloze liederen over het bloed van het Lam maar heel weinig over Jezus als Heer over ons dagelijkse leven. Dat kan behoorlijk ontsporen, zoals Paulus schrijft (Romeinen 6:1) of Judas (1:4). Ach, Henk de Jong wist dat natuurlijk ook wel. Alleen, hij wilde voor het aangevochten bijbelse leerstuk van de verzoening (door voldoening) opkomen. En is dat vandaag niet meer nodig?

 

Over de auteur
Bob Wielenga

Ds. Bob Wielenga is emeritus predikant van de NGK Kampen en woonachtig in Zuid-Afrika.

‘Niemand van ons weet hoe het zit’

‘Niemand van ons weet hoe het zit’

Arie Kok
  • Reportage
  • Thema-artikelen
Slim zijn ze, wie maakt ze wijs?

Slim zijn ze, wie maakt ze wijs?

Alexandra Matz
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief