Krachtige jongeren
- Algemeen
- Eyeopener
Zit er nog kracht in het westerse christendom van vandaag de dag? Of wordt het allemaal een beetje soft? We willen geen aanstoot geven, rekening houden met de zwakken en kwetsbaren. We willen niemand kwetsen. God is zelf ook in de stilte en in het lijden. Waar is de power gebleven?
Het sieraad van de jongeren is hun kracht.
(Spreuken 20:29a)
Jongeren, u schrijf ik: u bent sterk, het woord van God blijft in u, en u hebt Hem die het kwaad zelf is overwonnen.
(1 Johannes 2: 14b)
In de twee bijbelgedeelten hierboven gaat het over kracht. Op beide plaatsen wordt dat verbonden aan jongeren, toepasselijk in een themanummer over student en kerk. De verbinding van jongeren aan kracht is een biologisch gegeven. Fysieke kracht neemt met je vijfentwintigste af, een topsporter van vijfendertig is oud. Maar ook geestelijke kracht hoort bij de jeugd: je hersenen zijn ingesteld op het maken van nieuwe verbindingen: je leert snel, je bent flexibel en veerkrachtig. Haal een oudere voor de geest die zit te prutsen op een smartphone en je weet wat ik bedoel. Jeugd is kracht. Maar is deze krachttaal bijbels of gaat dat meer over zachte krachten? Kracht wordt zichtbaar in zwakheid, zegt Paulus toch? Is het juk van Jezus niet zacht en zijn last licht? De vrucht van de Geest is toch geen kracht, maar juist zachtmoedigheid, vriendelijkheid en geduld? En is het niet juist nederigheid waartoe de Bijbel ons roept in navolging van Christus?
Dit is waar, maar het is ook eenzijdig. Hierboven staan twee teksten, maar er zijn er talloze. Paulus schreef ook: ‘God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht’ (2 Timoteüs 1:7). Als Jezus zijn leerlingen eropuit stuurt, krijgen ze gezag en kracht mee (Lucas 9:1). Is de start van de jonge kerk in Handelingen niet een voortdurend getuigenis van de kracht van de heilige Geest in de eerste christenen? Het gaat over groei, genezing en overtuigingskracht en is bovendien een soort avonturenverhaal. Het Evangelie is Gods reddende kracht, begint Paulus zijn brief aan de Romeinen.
Strijders
Laten we niet vergeten hoeveel metaforen van strijd en sport er in het Nieuwe Testament zitten. Om van het Oude Testament maar niet te spreken. We zeggen vandaag vaak dat het Oude Testament vol zit met antihelden. Dat mag zo zijn, het zit ook vol met moedige strijders. Deborah de krachtige leider (Rechters 5), Simson die, vervuld met de Geest van de Heer, met een ezelskaak duizend Filistijnen doodt (Rechters 15). Het wordt voor ons snel ongemakkelijk, maar power is het wel. Het gaat door bij Paulus, zij het meer geestelijk. Het christelijk leven is een wedloop met een prijs (1 Korintiërs 9:24). Christus is de overwinnaar op de machten van het kwaad (1 Korintiërs 15:57). Wij zijn medestrijders van Christus tegen de duivel en zijn demonen. Het Woord is een scherp zwaard, het geloof een schild en de waarheid je riem (Efeziërs 6). Zelfs Jezus zei dat Hij niet kwam om vrede te brengen, maar het zwaard (Matteüs 10:34). Opnieuw: ongemakkelijk, maar we kunnen het niet wegmoffelen.
Zelfs Jezus zei dat Hij niet kwam om vrede te brengen, maar het zwaard
Kuyper
In het voorjaar van 1913 hield politicus, theoloog en journalist Abraham Kuyper een lezing voor een soort gereformeerde EO-jongerendag. In de prachtige theaterzaal van het nu gesloopte Dierentuingebouw in Den Haag hieven vermoedelijk zo’n vijftienhonderd jongemannen spontaan het Wilhelmus aan toen Abraham Kuyper, voormalig minister-president, de zaal betrad. Kuypers rede was niet zo woke, maar zijn retorische kracht was onverminderd groot. Het daverende applaus wilde niet stoppen toen Kuyper na een dik uur was uitgesproken. De titel van zijn rede was het genoemde vers uit Spreuken, in de Statenvertaling ‘Der jongelingen sieraad is hun kracht.’ De rede zelf leest als een combinatie van Mark Rutte en Jordan Peterson, maar dan gereformeerd. Het is een rede voor mannen, een oproep tot mannelijkheid en kracht. Als er sociale media was geweest in 1913 kon elke zin zo gepost worden. Een verbreding naar vrouwen is een broodnodige correctie, dat wel. Kuypers rede is interessant. Wat verstaat hij nu onder die kracht waarover de Bijbel spreekt? Verrassend genoeg roept Kuyper allereerst op tot lichamelijke kracht. ‘Wat den jongeling siert, is allereerst zijn krachtige figuur, tintelend met een kracht die u toespreekt uit heel zijn cordate houding, uit zijn kern-volle gelaatstrekken, uit zijn recht neerkomenden stap.’ (pagina 7). We moeten deze kracht niet meteen vergeestelijken, wat volgens Kuyper al te vaak gebeurt. Te veel sporten is uit den boze, maar, zo houdt hij hen voor, ‘sana mens in corpore sano’; wat zeggen wil: een flinke kop zit alleen op een flink, gezond lichaam’ (pagina 9). Het is juist dat krachtige lichaam waarover de Catechismus zegt dat ‘die het eigendom is van mijn trouwe heiland Jezus Christus’ (Zondag 1). Laat al uw jeugdige kracht dus in dienst gesteld worden van de Koning, betoogt Kuyper. Hij wist waarover hij sprak en hij laat niet na dat te vermelden. Kuyper wandelde dagelijks twee uur, deed aan gymnastiek (fitness avant la lettre) en was een vermaard alpinist, een bergbeklimmer. Kracht is allereerst lichamelijke kracht.
Overtuiging
Marinus de Jong is predikant van de Oosterparkkerk (GKv) in Amsterdam en verbonden aan het Neo-Calvinism Research Instituut aan de Theologische Universiteit Kampen.