‘Vaak zijn jongvolwassenen tijdens hun studie buiten beeld’
- Interview
- Thema-artikelen
Theo Basoski is predikant in Groningen en deels vrijgesteld voor studentenpastoraat. Daarin is Groningen binnen de NGK uniek, nergens anders gebeurt dit. Basoski merkt dat studenten behoefte hebben aan een luisterend oor. ‘Soms zoeken ze gewoon iemand die naar ze luistert.’
Als Theo Basoski (45) de sociëteit van de studentenvereniging Navigators in Groningen binnenstapt, begroet een bestuurslid hem. Het bestuurslid loodst hem mee naar de verdieping erboven. Daar zitten de studenten om drie uur op een donderdagmiddag aan het speciaalbier met bittergarnituur. ‘Bier en Bijbel’, roept er één bij het zien van Basoski, al heeft de dominee liever een kopje thee. Een trap hoger is de bestuurskamer van de Navigators. Daar zit Basoski op donderdagmiddag en ontvangt studenten voor pastorale gesprekken. Op elke traptree plakken zijn schoenen vast aan verschraalde bierresten: ‘Daarvan krijg je stevige kuiten.’ Een studentenpredikant komt vaker met leuke verhalen thuis. Nooit zal Basoski vergeten hoe hij om half een ’s middags aanbelde bij een student. De gastheer deed in zijn onderbroek open en veegde nog gauw drie weken aan vuile vaat en pizzadozen van de bank om plaats te maken. ‘In al die rommel had ik pas na een tijdje door dat er een eind verderop nog een student zat. Die keek even over zijn krant en zei tegen zijn huisgenoot: ‘Dat had je niet verwacht, hè? De dominee op bezoek.’
Jouw baan klinkt avontuurlijk. Hoe ben je studentenpastor geworden?
‘In 2010 begon ik als voorganger in de Columnakerk in Groningen. Ik was jong. Studenten vroegen mij om catechisatie. Blijkbaar sloeg dat aan, de catechisatiegroep stroomde elk jaar moeiteloos vol. Toen mijn voorganger studentenpastor Ton Huttenga in 2018 met emeritaat ging, werd ik contactpersoon voor de studenten in Groningen. Ik kreeg daarvoor geen uren, dus dat werd me gauw te veel. De classis vroeg toen aan alle predikanten in de stad of ze in deeltijd het studentenpastoraat wilden doen. Ik wilde dat wel.’
Wat doe je dan?
Wouter Hoving is journalist.