‘Mensen dempen niet voor niets hun gevoelens en problemen’

Elze Riemer | 7 februari 2025
  • Interview
  • Thema-artikelen

Verslaving is het gevolg van het verlangen om de gebrokenheid van het leven minder hard binnen te laten komen. Verslaving is zo oud als de mensheid zelf en heel veel mensen worstelen ermee, stelt Wilco Sliedrecht (48). Hij is verslavingsarts KNMG bij ggz-instelling ‘De Hoop’. Toch zorgt schaamte ervoor dat mensen veel te laat om hulp vragen en naasten de problemen vooral proberen toe te dekken, tot op het punt dat hele gezinnen en relaties verwoest zijn. Kan het ook anders?

Je kunt aan alles waaruit je een bepaalde beloning haalt verslaafd raken. Iets wat normaal begint, loopt langzaamaan uit de hand. Je spreekt van een middelenstoornis als je op verschillende gebieden in je leven in de problemen komt. Dan begin je bijvoorbeeld je werk of je studie te verwaarlozen, je sociale contacten en je fysieke en mentale gezondheid. De DSM-5, het handboek voor de classificatie van psychische stoornissen, noemt elf criteria voor een middelenstoornis. Als je aan twee daarvan voldoet, spreek je al van een ‘milde stoornis’, vertelt Wilco Sliedrecht.

 Welke verslaving kom je het meest tegen?

‘Alcoholverslaving komt verreweg het meeste voor. Ook verslavingen aan gokken, cannabis en harddrugs kom ik geregeld tegen. Wat betreft alcohol wil ik allereerst de mythe uit de wereld helpen dat er zoiets bestaat als gezond alcoholgebruik. Het is achterhaald om te denken dat met mate consumeren van alcohol niet schadelijk is voor de gezondheid. Je spreekt snel van afhankelijkheid als je dagelijks meerdere glazen alcohol drinkt. Dat is het moment om in te grijpen voordat het verergert. Dat kun je zelf doen door middel van zelfhulpprogramma’s of een plan om geleidelijk te verminderen. Maar als dat niet lukt, wat je vaak ziet omdat er al een lichamelijke afhankelijkheid is, adviseer ik de huisarts te consulteren. In een flink aantal gevallen kan de huisarts voldoende hulp en middelen bieden. Denk bijvoorbeeld aan ondersteunende medicatie die het stoppen wat gemakkelijker maakt en vitamines om het vitaminetekort aan te vullen dat door het alcoholgebruik is ontstaan en dat de hersenen kan aantasten. Als de problematiek dusdanig zwaar is, kun je een verwijzing krijgen naar de verslavingszorg. Overigens kan de huisarts je ook bijstaan om van andere verslavingen af te komen, zoals roken.’

Wat maakt dat iemand verslaafd raakt aan een middel?

‘Verslaving komt zelden alleen. Ze gaat regelmatig gepaard met een persoonlijkheidsstoornis, trauma of andere psychische kwetsbaarheid. In de gezondheidszorg wordt het zogenaamde biopsychosociale-spirituele model veel gebruikt. Ook wanneer het gaat over het waarom van een verslaving en het behandelen ervan is het zeer behulpzaam. Het erkent dat verslaving te maken heeft met de hele mens: het ontstaat en wordt in stand gehouden door biologische, psychische, sociale en spirituele factoren. Het model levert allerlei ingangen om de verslaving te behandelen, afhankelijk van welke factoren de meeste impact hebben op de verslaving. Er wordt gezegd dat verslaving een ziekte is, maar dat is slechts een aspect en vertelt niet het hele verhaal. Het hele verhaal is nooit simpel, maar altijd complex en ingrijpend. Niet voor niets komt verslaving zoveel voor. Ook omdat er altijd sprake is van een glijdende schaal, zeker bij alcoholverslaving. Het is vaak een proces van jaren voordat je echt een stoornis hebt ontwikkeld.’

Dat biologische, psychische en sociale factoren verslaving in de hand werken, kan ik goed volgen. Maar wat heeft het spirituele ermee te maken?

‘Bij ‘De Hoop’ zien we vooral dat het spirituele een positieve impact heeft: als iemand gelooft, heeft dat een beschermend en stimulerend effect. Maar als je geloof vooral een bron van angst en zelfveroordeling is, zal het ook dat effect hebben op hoe je je verhoudt tot je verslaving. Mensen met een kerkelijke achtergrond worstelen vaak met extra schaamte en schuldgevoel – mensen met een verslaving hebben sowieso veel last van schaamte en angst voor een stigma. Als je jezelf niet beschuldigt, doen je naasten of de maatschappij dat wel. Dat maakt het voor mensen extra lastig om hulp te zoeken. Vaak doen ze dat ook veel te laat, wanneer ze op meerdere vlakken in de problemen zijn gekomen. Je kunt jezelf en je naasten zoveel ellende besparen door op tijd hulp te zoeken en niet pas wanneer de verslaving je leven, relaties en zelfbeeld heeft ontwricht. Ik snap de schaamte wel, maar tegelijkertijd zijn er zo ontzettend veel mensen die kampen met verslavingsproblemen. Het is niet zo dat het onder christenen niet voorkomt, zo werkt het niet. En ook tegen hen wil ik zeggen: er is echt goede hulp, in welke fase je ook zit.’

Als je jezelf niet beschuldigt, doen je naasten of de maatschappij dat wel

Ligt voor het vroeg signaleren van verslaving een taak voor de naasten?

‘Mensen moeten zelf gaan inzien dat ze een probleem hebben, dat kun je niet forceren – maar liefdevolle confrontatie kan wel helpen. Het niet bespreken helpt sowieso niet. Wat dat betreft zou het echt helpen als huisartsen scherp zijn op en vragen naar alcohol- of drugsgebruik en welke rol dat speelt in de klachten waarmee mensen naar hen toe komen. Dat gebeurt nu nog te weinig, maar dat is gelukkig in beweging. Wees in de beginfase als naaste vooral liefdevol beschikbaar op een dieper niveau. Wat maakt dat die verslaving zo lonkt, wat zit erachter, welke worsteling? Investeer in een goede verstandhouding waarin er over en weer ruimte is voor elkaars kwetsbaarheid, zonder daarbij een oordeel te vellen of de kwetsbaarheid te willen wegpoetsen.’

Hoe komt het dat verslaving zoveel voor komt? Wat zoeken mensen wanneer ze langzamerhand verslaafd raken?

‘Naast de beloning van het middel zelf zie ik ook vaak het zoeken naar enige vorm van demping. Demping van sociale onzekerheid bijvoorbeeld, zodat je je vrijer en meer ontspannen voelt. Maar ook het dempen van slaapproblemen, angsten en trauma’s zien we vaak. Het is het niet aan willen gaan van bepaalde gedachten, gevoelens of herinneringen – daarvoor terugschrikken. Hoe verder je verslaafd raakt, hoe meer je van het middel nodig hebt voor die gewenste demping.’

Het aantal psychische problemen neemt flink toe in onze maatschappij. Dan verwacht je ook een toename van verslaving, voortkomend uit het verlangen om die problemen te dempen. Zie je dat terug in de verslavingszorg?

‘Sinds 2020 zie je een geleidelijke groei in het aantal aanmeldingen in de verslavingszorg in Nederland: in 2020 ging het om zestigduizend aanmeldingen en in 2023 waren dat er ruim vijfenzestigduizend. Dat is slechts het topje van de ijsberg natuurlijk. Tegelijkertijd is het verlangen naar demping zo oud als de mensheid zelf. Sinds de zondeval zucht de schepping onder een vloek en dat zie je terug in onze dagelijkse levens. Er zijn maar heel weinig mensen die echt met twee vingers in de neus door het leven vliegen, al willen mensen vaak graag dat plaatje laten zien. Vroeg of laat gebeuren er nare dingen, word je geconfronteerd met pijn, ziekte, teleurstelling, onmacht en je eigen tekortkomingen. Daarnaast denk ik dat er sinds de zondeval een chronisch onbehagen is, een leegte in ieder van ons. Zoals kerkvader Augustinus zei: “Onrustig is ons hart totdat het rust vindt in U.” Het is een existentiële leegte die we op allerlei manieren proberen op te vullen, maar die volgens mij alleen God kan vullen. Ondertussen blijft onze realiteit die van gebrokenheid, op allerlei vlakken. Geloof in God neemt dat aan deze zijde van het leven niet weg en daar hebben we ons toe te verhouden.’

‘De Hoop’ is een christelijke ggz-instelling. Hoe komt dat christelijke tot uiting en hoe kan het helpen bij de behandeling van verslaving?

‘Het is altijd een persoonlijke keuze of je openstaat voor het christelijk geloof. Je wordt bij ‘De Hoop’ uitgenodigd om er kennis mee te maken of het te betrekken bij je proces, maar dat leggen we niemand op. Er zijn genoeg mensen die binnenkomen en die er niks mee hebben of willen. Tegelijkertijd zien we regelmatig gebeuren dat God daardoorheen breekt en binnenkomt in iemands leven, zonder dat diegene per se daarnaar op zoek is. Dat kan als gevolg hebben dat iemand een bepaalde vervulling ervaart bij God zelf en het daardoor minder zoekt in allerlei andere aardse zaken. Vaak ervaren mensen daarbij ook vergeving en een zekere geborgenheid en ontspanning, doordat God bij ze is. Je kunt het aan iemand zien: diegene heeft dan ineens een heel andere oogopslag en houding – een nieuw soort enthousiasme en levenslust. Niet dat alle problemen dan oplossen, zeker niet. Maar het geloof kan wel extra kracht en motivatie geven om de problemen aan te gaan. Het willen dempen van allerlei gevoelens en problemen doe je niet voor niets; je wilt ergens niet over nadenken of het onder ogen komen, omdat je bang bent voor wat die confrontatie met je doet. Als je afkickt van je verslaving begint het eigenlijk pas echt, dan ben je nuchter en komt de realiteit keihard op je af. Het geloof kan dan vertrouwen geven, dat God erbij is en dat je eruit gaat komen. Hoe moeilijk het ook is en hoe diep je ook in de problemen zit.’

Wat kunnen de naasten van iemand die verslaafd is doen?

‘Voor hen is het heel zwaar. Wanneer iemand echt verslaafd is, zal confrontatie bijna altijd leiden tot ontkenning. Het gaat vaak gepaard met allerlei vormen van manipulatie door de persoon die verslaafd is: als naaste kan het erg lastig zijn om daar doorheen te prikken. Relaties en hele gezinnen worden mee naar beneden gezogen door het gedrag van de verslaafde persoon. Het is dan erg belangrijk dat het verslavingsprobleem het probleem blijft van de persoon die verslaafd is – in plaats van dat het ook jouw probleem wordt. Dat je als vrouw niet de werkgever gaat bellen, omdat je man een kater heeft, om maar een voorbeeld te noemen. Ga de bijkomende problemen niet oplossen, dan maak je de verslaving mede mogelijk. Blijf wel beschikbaar, maar je moet iemand echt zelf vast laten lopen. Dat is moeilijk en pijnlijk, maar het is juist het meest liefdevolle wat je kunt doen.’

Wilco Sliedrecht (48) is verslavingsarts bij ggz-instelling ‘De Hoop’. Naast verslavingsarts werd hij opleider en promoveerde hij op terugval in alcoholgebruik. Ook zit Wilco sinds een aantal jaren in het bestuur van de beroepsorganisatie VVGN waarvan hij inmiddels voorzitter is. Hij is getrouwd en woont met zijn gezin in Dordrecht.

Over de auteur
Elze Riemer

Elze Riemer is godsdienstwetenschapper en journalist.

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief