De bijbel in de zending

Bob Wielenga | 12 februari 2025
  • Achtergrond
  • Blog

Het is alweer zo wat vijfentwintig jaar geleden dat ik stopte met mijn werk als Kamper zendeling in KwaZulu-Natal. Tot mijn kerntaken hoorden het verkondigen van het Evangelie aan mensen die dat nog niet kenden en het planten van kerken onder hen. Daarvoor waren mijn collega’s en ik uitgezonden.

In tijden van vrede en van oorlog, van voor- en tegenspoed, waren we daarmee als witte en zwarte collega’s bezig, week-in week-uit, jaar-in jaar-uit. Allerlei activiteiten ontplooiden we om de mensen met het Evangelie te bereiken waar zij ook woonden, in verstedelijkte gebieden, in halfverborgen valleien of in de sloppenwijken van de grote steden. Er was een zendingspost met een kliniek en een buurtwinkel met gezond voedsel. Op boerderijen en in bosbouwplantages stichtten we scholen voor de kinderen van de arbeiders. We gaven er bijbelles. Op de zendinspost Enkumane hielden we ook vakantiebijbelschool apart voor jongens en meisjes. Behalve hen lesgeven moesten wij hen er ook veilig naartoe brengen en daarna weer naar huis. Als ik het me goed herinner, heeft niemand ooit een auto-ongeluk gehad tijdens dat rijwerk! Over zegen gesproken! We hadden tot 1990 ongeveer een predikantenopleiding waar de studenten twee dagen per week les kregen in alle relevante theologische vakken. Intussen werken er geen zendelingen meer, maar wel zwarte predikanten in zelfstandige kerken die deel uitmaken van het kerkverband van die Gereformeerde Kerke van Suid-Afrika. Dominees worden opgeleid aan de Teologiese Skool van deze kerken in Potchefstroom. Terugkijkend op het werk van de Kamper zending noteer ik dat wij veel tijd besteedden aan de onderwijskant van de zending: in de kerkdienst, op catechisatie, op de bijbelschool, tijdens de huisbezoeken, op de predikantenopleiding, tijdens jeugdsamenkomsten. Wat zendelingen ook zijn, bijbelleraren waren wij allereerst.

Wat zendelingen ook zijn, bijbelleraren waren wij allereerst

Hoogste Profeet en Leraar

Soms zijn er van die zinloze discussies over wat er eerst komt in kerk en zending: woorden of daden? Het kan best zijn dat soms daden aan woorden voorafgaan en dan volgen weer de daden op de woorden. Natuurlijk heeft de prediking van het Evangelie, het onderricht in de Bijbel, theologische prioriteit. Maar vaak genoeg vroeg de situatie om daden: hulp van onze kliniekzusters in achterafplekken, problemen op onze scholen oplossen, de relaties met landeigenaren op peil houden, in oorlogssituaties tussen de strijdende partijen door laveren. Het management van de zendingskliniek kostte me veel tijd  en energie, maar het was belangrijk werk, daden bij onze woorden voegen. Maar onze kerntaak bleef prediking van het Evangelie en de mensen leren om zich te houden aan wat Jezus van hen vraagt volgens de Bijbel. Ja, bijbelleraar: dat was ik vooral als zendeling. Daarin gaat de Bijbel ons ook voor. Zegt Jezus dat niet voordat hij terugging naar de hemel (Matteüs 28:20)? Volken tot aan de uiteinden van de aarde moeten tot leerlingen van Jezus gemaakt worden. Zij moeten leren zich te houden aan alles wat Hij zijn discipelen had opgedragen. Terecht wordt Jezus in onze geloofstraditie onze hoogste Profeet en Leraar genoemd. Naast zijn publieke prediking was er zijn persoonlijke onderricht van zijn discipelen. Hij bereidde hen voor op het werk dat hen te wachten stond. Ze begrepen lang niet alles; ze waren absoluut nog niet klaar om aan het werk te gaan. Daarom beloofde Jezus dat God hen zijn heilige Geest zou sturen die hen alles duidelijk zou maken wat hij hen had geleerd (Johannes 14:25-26; 16:12-15). En inderdaad, op de pinksterdag ontvingen zij de Geest en konden ze aan de slag. Petrus sprak niet in tongen, maar in de taal van het volk legde hij de Schriften uit met het oog op Jezus. Leerlingen van Jezus moesten ze worden net zoals de volken tot aan de uiteinden van de aarde. Op de pinksterdag werden alle mogelijke talen gesproken om het grote nieuws over Jezus als Heer wereldwijd te verspreiden. Uit hun brieven wordt duidelijk dat de apostelen een zwaar accent legden op bijbelonderricht. Ze waren vooral bijbelleraren op wie hun opvolgers (Efeziërs 4:11) konden terugvallen (Judas 1:17). Tot die opvolgers mogen we ook de huidige predikanten en zendelingen rekenen.

Iedereen een bijbelleraar?

Soms is er discussie over de vraag of zendelingen opgeleide theologen en kerkelijke ambtsdragers moeten zijn. En van welk theologisch niveau dan wel: WO of HBO? Moet het iemand zijn met de bevoegdheid te dopen en avondmaal te bedienen? Ik hoop dat binnen onze NGK deze discussies achter ons liggen. Maar als er ergens in de wereld  behoefte is aan iemand die het bijbelonderwijs voor zijn of haar rekening kan nemen, moeten we niet aarzelen iemand uit te sturen die daarvoor degelijk opgeleid is. Niet iedereen is een bijbelleraar, schreef Paulus al (1 Korintiërs 12:29). Als bijbelleraar in een vreemde taal en cultuur was en ben ik dankbaar voor mijn grondige theologische opleiding waarin bijbeluitleg en bijbelse theologie een belangrijke plaats innamen. Moet een zendeling ook een ambtsdrager zijn? Dat hangt van de positie af waarvoor hij of zij geroepen wordt. Maar betrouwbaar bijbelonderricht vraagt om kennis van zaken, zeker in een wereld waar valse leer ons om de oren vliegt. Mijn ervaring is dat veel valse leer in Afrika vrucht is van gebrek aan verantwoorde bijbelkennis en aan betrouwbare bijbelleraren.

Over de auteur
Bob Wielenga

Ds. Bob Wielenga is emeritus predikant van de NGK Kampen en woonachtig in Zuid-Afrika.

‘Hij schenkt zijn lieveling slaap’

‘Hij schenkt zijn lieveling slaap’

Klaas de Vries
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Drie generaties ‘rust’ in je leven

Drie generaties ‘rust’ in je leven

Elze Riemer
  • Reportage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief