Geloven doe je niet alleen met je hoofd

Wouter Hoving | 11 april 2025
  • Interview
  • Thema-artikelen

Ouderen bezoeken, de Voedselbank helpen, sportprojecten opzetten in je eigen dorp: als jongeren in de kerken meer diaconale taken krijgen, ontdekken ze het hart van het Evangelie. Dat beargumenteren Derk Jan van der Poel en Marjolijn Matei van Kerkpunt in Zwolle.

Hij luisterde ernaar met tranen in zijn ogen. Derk Jan Poel (50) hoorde in de Kruiskerk in Meppel een jongere bij zijn belijdenis vertellen welke rol het lokale sportproject had gespeeld. ‘De reden dat ik hier sta is vanwege dat project’, klonk het vanaf het podium. ‘Daar heb ik ontdekt wie God is, wat zijn liefde betekent en hoe ik dat moet uitdragen.’ Het raakte Poel, omdat in zo’n getuigenis alles samenkomt waarvoor hij zich inzet. De kerk die in de wijk er voor alle bewoners probeert te zijn en jongeren die daarin volwaardig meedoen en ontdekken wat geloven is. ‘Wauw, denk ik dan, dat ik daarvan onderdeel mag zijn.’ Derk Jan maakt samen met zijn collega Marjolijn Matei (29) materiaal voor jeugdwerk bij Kerkpunt, een ondersteunende organisatie vanuit de NGK. In die methode gaat de jeugd niet alleen met het hoofd aan de slag, maar steekt ook de handen uit de mouwen.

In februari gaven jullie samen een workshop over jeugdwerk. Het thema was ‘Koninkrijk van God: luchtkasteel of met je voeten in de klei?’ Zeg het maar.

Derk Jan: ‘Alle twee. Maar als je het over diaconaat hebt, gaat het meer over die voeten in de klei. Dat klinkt logisch, maar als we tijdens de workshop aan kerkelijk werkers vragen: “Wat is het goede nieuws voor jou?”, krijgen we vaak antwoorden als: “Vergeving van zonden.” Het gaat in de antwoorden meestal om de verticale relatie tussen God en de mens.’

Dat is toch ook de kern van het christelijke geloof?

Derk Jan: ‘Klopt, maar door die uitleg van het goede nieuws beland je als christen in de ‘wachtkamer voor de hemel’. Het is maar een deel van het verhaal, want Jezus herstelde niet alleen de gebroken relatie tussen God en de mens, maar ook die tussen mensen onderling. God vernieuwt zijn hele schepping. Dat heeft impact op onze houding naar elkaar, onze naaste en de wereld om ons heen. Als kerk mogen we daarvan een voorproefje zijn.’

Leren we jongeren in de kerk nu nog te veel een ‘wachtstand’ en te weinig ‘omzien naar elkaar’?

Derk Jan: ‘In veel kerken gaat het bij het jeugdwerk vooral over de verticale relatie God-jongere. We leren ze minder om zich te verzetten tegen onrecht en om te zien naar Gods schepping. Dat is een gemiste kans.’

Marjolijn: ‘Door dat wel te doen ontdekken jongeren meer over geloof en God. Maar ook wie ze zelf zijn, waar hun talenten liggen en hoe ze die kunnen inzetten voor anderen. Het moet niet uitmaken of jongeren binnen of buiten de kerk Jezus vinden.’

Derk Jan: ‘De jeugd leert op die manier ook hoe goed ze het vaak hebben. Het kan veel beroerder, ook dicht bij huis waar mensen de eindjes aan elkaar moeten knopen. Personen die in een moeilijke situatie zitten waaraan ze zelf weinig kunnen doen. Als je dat gaat zien, krijg je hart voor mensen in de marge van de samenleving.’

Aandacht voor armoede in de wijk is waardevol. Maar wat doet dat met het geloof van jongeren?

Derk Jan: ‘God ziet om naar de weduwe, wees en vreemdeling. Dat is essentieel voor geloof. Geloven doe je niet alleen met je hoofd, hè? Toch ligt daar in de kerken vaak de nadruk. Veel jongeren zijn helemaal niet zo cognitief ingesteld. Zij vinden het lastig woorden te geven aan hun geloof. Laat ze het maar gewoon ervaren.’

‘We kunnen heel druk bezig zijn om de jongeren binnen de kerk te houden. Maar volgens onderzoek, gepubliceerd in het boek Samen Jong, voelen jongeren zich betrokken bij een kerk die zich opstelt als goede buur en hen verantwoordelijkheid geeft. Het gaat niet om een gelikte jeugddienst, maar om een gemeenschap die er voor de ander wil zijn.’

‘Missionaire schijf van vijf’

In het ontwikkelen van materiaal voor jeugdwerk werken Derk Jan Poel en Marjolijn Matei met de ‘missionaire schijf van vijf’. Die bestaat uit (1) vertellen over het Evangelie; (2) onderwijzen van andere gelovigen; (3) helpen van mensen die fysiek, sociaal of materieel lijden; (4) inzetten voor vrede en verzetten tegen situaties waarin onrecht bestaat en (5) zorgdragen voor Gods schepping. Met name de laatste drie zijn diaconale doelen.

Dus jongeren moeten de kerk soms even uit. Voor wat voor activiteiten?

Marjolijn: ‘Er zijn talloze stichtingen en organisaties waarbij je kunt aansluiten. Stichting Present, de Voedselbank, Schuldhulpmaatje.’

Derk Jan: ‘Soms staat het kerkgebouw naast een verzorgingscentrum. Wat is dan de moeite om te besluiten: we gaan het komende uur niet met elkaar praten, maar spelletjes doen met ouderen. Of met hen wandelen.’

Marjolijn: ‘Het is het mooist als jongeren zelf met ideeën komen. Laat ze ze zelf organiseren. Op de achtergrond kijkt de jeugdleider mee en vangt ze, indien nodig, op.’

Als je zulke dingen met de jeugd uit de kerk wil doen, gaat dat verder dan tweewekelijks een uurtje catechisatie in een verwarmd kerkzaaltje. Zo’n diaconale aanpak vraagt tijd, inspanning en toewijding: zowel van jongeren als van jeugdleiders. Hebben we dat?

Derk Jan: ‘Als de barmhartige Samaritaan op straat een gewonde ziet, wordt hij met compassie bewogen. Hij zet zijn agenda aan de kant en begint te verzorgen en geld uit te geven. Zijn wij niet vaak veel te druk om in te grijpen? Mag er dan nog inbreuk worden gemaakt op mijn leven? Ook als het even ongemakkelijk is? Als je er niet zoveel zin in hebt?’

Je wordt wel uit je comfortzone getrokken, niet alle jongeren vinden dat leuk.

Marjolijn: ‘We willen tegenwoordig heel veel dingen leuk maken. Daar is niet veel mis mee, maar het kan ook een valkuil zijn voor jeugd en jeugdleiders. Iets leerzaams is in eerste instantie misschien niet altijd leuk…’

Derk Jan: ‘Soms is diaconaat helemaal niet leuk. Je kunt te maken krijgen met vervelende mensen die stinken, grof of ondankbaar zijn. Dat kan schuren. Maar ik geloof dat je iets voor die inspanning terugkrijgt.’

Marjolijn: ‘Hoe uitdagend ook, van zo’n ‘stinkend of grof’ iemand kun je leren. Dat heeft waarde. Ik kan in mijn leven nog aanwijzen welke diaconale activiteiten mij hebben gemaakt tot de persoon die ik nu ben. Je krijgt zelfvertrouwen en leert samenwerken. Dat is leuk.’

Wanneer heb je dat gemerkt?

Marjolijn: ‘Ik ben in 2020 in Zuid-Afrika geweest om te helpen bij evangeliserend jeugdwerk in een kinder- en jongerencentrum. Daar leerde ik samenwerken met mensen die een heel andere stijl hadden dan ik. Een onbenullig voorbeeld: een meisje vond het heel belangrijk dat er in het kindercentrum elke dag een schone theedoek hing. Ik vond het veel belangrijker dat we een creatief programma neerzetten. Maar ik leerde dat we allebei onze rol hadden: ook die schone theedoek was belangrijk voor het slagen van het project.’

Zijn jongeren te porren om op te staan tegen onrecht in de wereld?

Marjolijn: ‘Je hoort steeds vaker dat jongeren verlamd raken door de dingen die ze de hele dag op hun telefoon voorbij zien komen. Ze scrollen soms wel acht uur per dag. Ze krijgen het idee dat je op al dat onrecht totaal geen invloed op hebt. Het is de verantwoordelijkheid van de generatie boven hen om te laten zien dat je daaraan wel iets kunt doen.’

Derk Jan: ‘Je hoeft niet alles op te lossen. Dat doet God gelukkig wel. Wij mogen op onze plek een voorproefje geven van hoe het is om met Jezus te leven.’

Marjolijn: ‘We geven jongeren mee dat ze hun zorgen over de wereld bij God mogen neerleggen. Als dat lukt, is het gemakkelijker om je eigen kleine stukje verantwoordelijkheid te nemen. De wereld is dan weer wat overzichtelijker geworden.’

Hebben die jongeren een schop onder hun achterwerk nodig om hun maatschappelijke taak op te pakken?

Marjolijn: ‘Geen schop onder hun achterwerk, misschien een klein duwtje. Vaak ligt het meer aan kerken die het niet zien zitten om met de jongeren ‘naar buiten’ te gaan. Vooral in een ‘moeilijke groep’ die alle kanten op stuitert of waarin onderling gedoe is. Maar juist als je bang bent dat de jongeren in de Voedselbank met paprika’s gaan gooien, moet je erheen gaan. Dan kun je verrast worden. Samen iets doen voor een ander werkt zeer verbindend.’

Derk Jan: ‘Bovendien: als we eerst alle onderlinge problemen moeten oplossen voor we de deur uit gaan, kunnen we wachten tot de jongste dag.’

Als je bij jeugdwerk nadruk legt op het praktiseren van geloof, krijgen jongeren dan niet een te nauwe opvatting over geloven in God? Dat het bijvoorbeeld alleen gaat om een goed mens zijn?

Derk Jan: ‘Ik denk aan wat Jakobus in de Bijbel schrijft: “Geloof zonder daden is een dood geloof.” In het geloof mag ik steeds meer gaan lijken op Jezus. Daarvoor hoef je niet in een keer je baan op te zeggen of het klooster in. Je probeert stapsgewijs – net als Jezus – om te zien naar personen die met de nek worden aangekeken. Dan leer je wat het geloof betekent.’

Marjolijn: ‘Uiteindelijk moet dat verlangen om meer op Jezus te gaan lijken wel echt bij de jongere zelf zitten. Je kunt dat niet afdwingen. Als het verlangen er niet is, vergt dat geduld van jeugdleiders. Wat in het hart van de jongere leeft, weet je vaak niet. Je kunt voor hen bidden, de heilige Geest vragen en proberen jezelf kwetsbaar op te stellen in gesprek met jongeren.’

Moeten de kerken jongeren vooral aanmoedigen tot daden of ook tot getuigen buiten de kerk?

Marjolijn: ‘Soms kunnen jongeren beter en gemakkelijker getuigen dan volwassenen.’

Derk Jan: ‘Als ze voor getuigen vrijmoedigheid voelen, is dat mooi. Ik groeide vroeger op in de verzuiling, ik hoefde nooit te vertellen over mijn geloof. Jongeren zitten in een heel andere tijd, die zijn al meer gewend om over hun geloof iets te delen.’

Derk Jan Poel (50) uit Meppel adviseert kerken over diaconale of missionaire vragen. Hij schrijft materiaal om diakenen te helpen bij hun taak. Zo werkte hij mee aan het platform Kerk in de buurt, aan de brochures Bidden en bijbellezen als diaken en aan de serie Yes ik ben diaken. Hij deed een opleiding in sociaal werk en werkte met zijn vrouw twee jaar in Lesotho.

Marjolijn Matei (29) uit Zwolle schrijft vanuit Kerkpunt mee aan materiaal voor jeugdleiders (Leren in de kerk). De Fonteinkerk in Zwolle werkt met dit materiaal voor de groep zestien- tot achttienjarigen. Marjolijn is derdejaars hbo-student theologie aan de Viaa in Zwolle. In de afgelopen jaren deed ze mee aan verschillende evangelisatieprojecten over de grens, onder andere met World Servants.

Vijf ideeën voor een diaconaal uitstapje met de jeugd

  1. Laat jongeren een filmpje maken in de wijk rond de kerk, waarin ze voorbijgangers vragen: wat zou de kerk voor jou kunnen betekenen? Als je dat filmpje daarna in de kerk op de beamer laat zien, sla je twee vliegen in een klap. Kerkleden worden geconfronteerd met vragen uit de wijk en jongeren komen in contact met de buurt.
  2. Ga met een groep jongeren langs bij een organisatie in jouw buurt om een dag te helpen. Denk aan Stichting Present of de Voedselbank. Of organiseer zelf een voedselinzamelactie en ga deur aan deur.
  3. Verzin met een groep tieners een aantal goede dingen die je kunt doen voor een ander. Maak daarvan een ‘dienstbaarheidsbingo’. Wie als eerste de kaart vol heeft, wint.
  4. Nodig inspirerende personen uit die ervaring hebben met de hulpkant van de maatschappij. Iemand die met armoede heeft moeten leven of verslaafd is geweest, kan vertellen wat God op zo’n moment voor hem of haar heeft betekend.
  5. Laat jongeren aanhaken bij evangeliserende sportprojecten in de buurt of over de grens. Mogelijk missionaire projecten van buitenlandse partnerkerken waarmee de eigen gemeente (vanuit de zending) contact heeft.

 

Over de auteur
Wouter Hoving

Wouter Hoving is journalist.

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief