Samenwonen dwingt kerken tot bezinning
- Achtergrond
- Opinie
Veel christelijke stellen kiezen ervoor om samen te wonen. Dat is een trend waar de kerk niet omheen kan. Het huwelijk zoals we dat lange tijd hebben gekend, raakt steeds meer uit de gratie. Ik zie het als een uiting van meerdere, onderliggende ontwikkelingen in de maatschappij, die ons aansporen om ons opnieuw te bezinnen op relatievorming en huwelijk.
Voor een zinvolle reactie op het verschijnsel samenwonen is allereerst een goede duiding van dat fenomeen nodig. Waarom kiezen stellen voor samenwonen en niet voor het huwelijk? Dat antwoord is ook nodig voor een christelijke bezinning op relatievorming en adequaat Bijbels onderricht.
Een interessant startpunt zijn de jaarcijfers 2010 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS ziet twee trends als het gaat om relatievorming. Aan de ene kant is trouwen onverminderd populair. 90 procent van de twintigers geeft aan te willen gaan samenwonen en de meesten van hen willen uiteindelijk ook trouwen. Aan de andere kant verwacht het CBS dat huwelijken alleen maar minder bestending zullen worden. De reden is dat mensen een partner zoeken voor permanent geluk en als dat geluk ontbreekt, is scheiden een kleine stap.
Ik vind zulke cijfers en de duiding ervan altijd bijzonder. Wat mooi dat mensen een partner willen en willen trouwen. Ik zie dat als een bewijs van Gods trouw. Nederland kan God wel de rug toekeren en onze samenleving kan wel doordrenkt zijn van ik-gerichtheid, maar God laat niet los. De Bijbel vertelt dat de schepper mensen heeft gemaakt als relationele wezens (Genesis 1 en 2) en dat de blijvende, intieme relatie tussen twee mensen Gods bedoeling is. Zo kregen Adam en Eva elkaar.
Tegelijk hebben mensen blijkbaar meer nodig dan (eigen) geluk om het met elkaar vol te houden. Dat laten de cijfers van het CBS net zo goed zien. Ook dat gegeven brengt je terug naar de Bijbel. God maakt twee mensen in het huwelijk ‘helemaal één’ (Genesis 2:24, BGT). Daarom is niet alleen de huwelijksrelatie Gods uitvinding; dat het goed blijft gaan in je huwelijk is evengoed Gods genade. Efeziërs 5 zegt dat hét recept voor een geslaagd huwelijk het volgen van Jezus is.
Imam
Nu zijn cijfers en opmerkingen van een statistiekenbureau nog abstract. Ik wil het plaatje scherper krijgen. Hoe ziet de werkelijkheid van relatievorming en huwelijk er anno 2015 uit?
Allereerst staat onze cultuur erg dubbel tegenover het huwelijk, zoals de cijfers van het CBS al lieten zien. Aan de ene kant willen velen trouwen, aan de andere kant wordt het burgerlijk huwelijk aangevoeld als een achterhaald instituut.
Je ziet dat terug in de formele, juridische kant van trouwen. Wie vandaag voor de wet trouwt, belooft niet voor het leven samen te blijven. Je belooft ook niet daadwerkelijk bij elkaar te wonen. Trouwen voor de wet is, nog veel meer dan eerder het geval was, een puur juridische aangelegenheid.
Het woord ‘relatie’ mag niet genoemd worden.
Het heet ‘iets’ of je bent aan het ‘dingesen’
Je ziet het ook terug in de gevoelsmatige kant van trouwen. Nu steeds meer mensen voor samenwonen kiezen, voelt het huwelijk aan als iets van het verleden. Deze kant is naar mijn idee nog belangrijker, omdat die in hoge mate de sfeer rondom een huwelijk bepaalt.
Interessant in dit verband is de column ‘Nu vechten we ineens voor het huwelijk’ van Raymond van den Boogaard (NRC Handelsblad, 3 november 2014). Van den Boogaard vindt het bizar dat een imam voor de rechter moest komen omdat hij islamitische huwelijken sloot zonder dat de stellen eerst het boterbriefje hadden gehaald. Een proces over een onwettige huwelijkssluiting wordt door Nederlanders van vandaag kennelijk als een schertsvertoning gezien. Dat is inzichtgevend. Zowat niemand maakt zich nog druk om het huwelijk. En dan dringt de vraag zich op waarom je überhaupt nog zou trouwen.
Een tweede, nog wezenlijker ontwikkeling rond relatievorming en huwelijk heeft te maken met het levensgevoel van vandaag. Dat gevoel bepaalt de manier waarop we wel of geen relatie aangaan en hoe die relatie eruitziet.
Een relatie aangaan of hebben is ingrijpend en ingewikkeld. Laatst stond daar een eerlijk artikel over in dagblad Trouw (24 januari 2015). Jeannine Julen beschreef hoe moeilijk twintigers doen wanneer het om relaties gaat. Het woord ‘relatie’ mag niet genoemd worden. Het heet ‘iets’ of je bent aan het ‘dingesen’. Daarmee wordt dan bedoeld dat je zoent, vrijt, uitgaat, je hart lucht en je vrienden aan elkaar voorstelt. Maar relatie mag het niet heten.
Het meest interessante aan het artikel is dat Julen zich ergert aan de instelling van haar leeftijdsgenoten tótdat ze zelf iemand ontmoet op wie ze verliefd wordt. Dan begint haar eigen onzekerheid. En die ziet er precies zo uit als bij die leeftijdsgenoten op wie ze eerst zo’n kritiek had. Op den duur komt Julen zover dat ze spreekt van een ‘rela’. Het woord ‘relatie’ is er dan toch half uit. Dat is een hele stap.
Synode
Christenen doen er goed aan om deze ontwikkelingen mee te nemen in hun bezinning op relatievorming en huwelijk. Je kunt je ogen niet sluiten voor deze zaken. Maar dat is geen eenvoudige opgave. Hoe kan deze bezinning goed plaatsvinden?
Volgens mij is het goed om te beginnen met dankbaarheid. Zo’n start past niet alleen bij een christelijke houding, maar sluit in dit geval ook aan bij de realiteit. Wat is het mooi dat en hoe kerken en christenen met dit thema bezig zijn. Veel kerken bieden een relatie- of huwelijkscursus aan. Ze onderkennen het belang van openheid en vorming op dit gebied. De tijd dat relatievorming, het huwelijk en het gesprek daarover privéaangelegenheden waren, is gelukkig voorbij.
Ik denk hierbij ook aan de bezinning van de gezamenlijke kerken. Op de synode van Ede hebben de vrijgemaakte kerken zich vorig jaar ingespannen om een definitie te geven van het huwelijk: wat is een Bijbels huwelijk? Omdat het huwelijk in onze maatschappij als achterhaald en strikt juridisch wordt beschouwd zijn dit soort gesprekken hard nodig.
Tegelijkerijd is er volgens mij nog wel winst te boeken op de nodige terreinen. Essentieel daarvoor vind ik dat we gaan erkennen dat het heersende cultuurgevoel (deels) ook ons eigen gevoel is. We kunnen niet doen alsof het algemene levensgevoel in de samenleving ons niet raakt. Ik geef twee voorbeelden om dat te verduidelijken.
Mopperen
Mijns inziens beseffen we te weinig hoezeer wij als christenen kinderen van onze tijd zijn. Erkenning betekent in dit geval: behandel wat in de maatschappij gebeurt ook als iets van jezelf.
Er wordt door christenen bijvoorbeeld nogal eens gemopperd op onze cultuur als het gaat om de teloorgang van het huwelijk. En kerken wijzen contractloos samenwonen nogal eens af op formele, juridische gronden. Op zich zijn die reacties te begrijpen, zeker in het licht van de manier waarop de Bijbel spreekt over de unieke levenseenheid tussen man en vrouw. Toch denk ik dat het belangrijk is dat we ophouden zo te spreken en te denken.
De ridder op het witte paard die elke vrouw zoekt, is Jezus. En de droomvrouw waar iedere man naar verlangt, is de bruid van de Heer
Om te beginnen geven de huwelijksproblemen en echtscheidingscijfers binnen de kerk ons weinig reden om te mopperen op onze cultuur; alsof wij beter zijn. Daarnaast kennen we het levensgevoel van onze tijd zelf maar al te goed. Dat komt vaak het duidelijkst naar boven wanneer het niet goed gaat in het huwelijk. Dan vragen we ons soms af: het is Gods bedoeling toch niet dat ik ongelukkig blijf? En dat is precies de vraag die niet-gelovigen ook stellen. Een vraag vanuit hetzelfde spanningsveld tussen binding en geluk waar onze cultuur mee worstelt.
We hebben onszelf daarom allereerst de vraag te stellen of we leren om ons geluk in de Heer te vinden en of die geloofshouding onze relatie en ons huwelijk beïnvloedt. Wie zo start, zal zichzelf veel en indringende vragen moeten stellen. Bezinning zal altijd hand in hand gaan met bekering en/of hernieuwde kennismaking met Jezus.
Lucht
Erkennen dat de heersende cultuur ons beïnvloedt, is ook op een ander punt van belang. Het valt me namelijk op dat het gewaardeerd wordt wanneer we niet mopperen op onze cultuur, maar die steeds weer benoemen als een uitgangspunt – ‘zo is onze tijd nu eenmaal en dat beïnvloedt ons’ – om vervolgens van daaruit te gaan luisteren naar de weg die de Heer ons wijst in zijn Woord. Dat zorgt niet alleen voor herkenning, maar geeft ook lucht en ruimte om het alternatief te zien en bespreekbaar te maken.
In onze gemeente is het jaarthema dit jaar relaties. Elke maand staan we in één van de erediensten stil bij een onderwerp dat raakt aan relaties. Bijvoorbeeld: Is het goed om een relatie aan te gaan met iemand die niet gelooft? Hoort geslachtsgemeenschap thuis binnen het huwelijk? Hoe beleven christenen seksualiteit en wat vinden christenen eigenlijk van soloseks? Elke keer komt expliciet de vraag aan de orde wat onze maatschappij hierin zegt of doet, en nooit als een veroordeling van die maatschappij. Van daaruit luisteren we naar de weg van de Heer.
Ridder
Ik denk dat deze houding ons ook kan helpen bij definiëren van een Bijbels huwelijk. Omdat het burgerlijk huwelijk beperkt blijft tot een juridische aangelegenheid is het belangrijk dat de kerk méér zegt. En dan niet alleen over de duur van een relatie (levenslang), want dan blijft je christelijke reactie beperkt tot het juridische. Nee, wanneer wij onszelf herkennen in bijvoorbeeld de relatieonzekerheid van onze cultuur, is het goed om ons ook op dat punt uit te spreken.
Benoem de realiteit van huwelijkspijn en benoem de genezende kracht van het evangelie. Want wat is het mooi wanneer stellen leren om elkaars (karakter)fouten te kennen en elkaar daarin te helpen, te vergeven en te genezen. Daar gaat zo veel kracht vanuit! Daarin proef je op een heel intieme manier de aantrekkingskracht van het evangelie. Die kracht heeft onze maatschappij nodig om van haar relatieonzekerheid af te komen.
Net zo belangrijk is het dat we reëel over het huwelijk spreken. We moeten het denkbeeld dat een relatie de vervulling van je leven is telkens corrigeren. De ridder op het witte paard die elke vrouw zoekt, is Jezus. En de droomvrouw waar iedere man naar verlangt, is de bruid van de Heer (Openbaring 19 en 21).
Deze christelijke bezinning zal het tij van samenwonen niet ineens keren. Het helpt wel om de keuze die samenwonenden maken beter te begrijpen. Zo laat je deze stellen er niet alleen voor staan en maak je een aantrekkelijker alternatief bespreekbaar. Het is vervolgens vooral aan getrouwden om de aantrekkingskracht van dat alternatief te laten zien.
Leestips
Minella van Bergeijk, Ik wil je helemaal. Alle ingrediënten voor je relatie, Amsterdam (Ark Media), 2014.G. Chapman, Huwelijk: verbond voor het leven, Heerenveen (Medema), 2013.
Tim en Kathy Keller, Het huwelijk. Gods wijsheid over gevende liefde, Franeker (Van Wijnen), 2012.
Webtips
www.synode.gkv.nl/download/1516
Rapport van de vrijgemaakte synode over de vraag: wat is een Bijbels huwelijk?
www.marriagecourse.nl / www.premarriagecourse.nl
Bekende huwelijkscursussen van Alpha. De websites bevatten informatie over het volgen, het starten en het leiden van de cursussen.
jmhaak.com/category/relatie
Dit artikel is gebaseerd op de blogpost ‘Relatievorming anno nu: pleidooi voor een christelijke, holistische benadering’ op jmhaak.com. Zie ook de preken van Matthijs Haak rond dit thema.
Meer lezen over relaties? Bestel het themanummer via administratie@onderwegonline.nl.
Matthijs Haak is predikant van de GKv Dordrecht.