Verzoening: muren verdwijnen, licht breekt door

Ad van der Dussen | 12 mei 2018
  • Thema-artikelen

Onder christenen is verzoening een bekend begrip. Nadeel is dat de precieze inhoud ervan wat wegzakt. Terwijl juist verzoening een plek verdient in ons alledaagse leven. Bovendien is het van betekenis voor het samenleven van mensen, ook het samenleven van Joden en Palestijnen.

Golgota is ook vandaag de dag essentieel voor het helen van breuken en het herstellen van verhoudingen (op de foto de rots boven de Graftuin die veel protestantse pelgrims beschouwen als de heuvel Golgota). (beeld Opachevsky Irina/Shutterstock)

Golgota is ook vandaag de dag essentieel voor het helen van breuken en het herstellen van verhoudingen (op de foto de rots boven de Graftuin die veel protestantse pelgrims beschouwen als de heuvel Golgota). (beeld Opachevsky Irina/Shutterstock)

Ik begin deze bijdrage met twee persberichten over verzoening. Op 18 maart 2018 rapporteerde NRC Handelsblad over de perikelen in de gemeenteraad van Brunssum: ‘Streep eronder. Strijdbijl begraven. De Brunssumse raadsvergadering van dinsdagavond moet een nieuw begin zijn, vindt waarnemend burgemeester Gerd Leers (CDA). Om die frisse start te verbeelden, nodigt hij aan het slot alle leden uit elkaar midden tussen hun bankjes te ontmoeten. (…) De grote verzoening verrast het publiek.’

Het tweede bericht is van een jaar eerder. Toen twitterde NRC-journalist Marcel Haenen naar aanleiding van de overplaatsing van functionarissen van de politieafdeling Dienst Bewaken en Beveiligen, de dienst die in opspraak kwam door een lek in de beveiliging van Geert Wilders, het volgende: ‘Politie brengt zoenoffer door twee topmensen van landelijke eenheid, waar beveiligen Wilders onder valt, te vervangen’ (23 februari 2017).

Beide berichten maken duidelijk dat verzoening aan de orde van de dag is. Tegelijk blijkt eruit dat verzoening twee kanten heeft. In Brunssum is verzoening een zaak van relaties: partijen die met elkaar overhoop lagen, hervinden elkaar. Bij de overplaatsing van de politiefunctionarissen is iets anders aan de hand: het woord ‘zoenoffer’ roept de sfeer op van een ritueel dat fouten moet goedmaken.

In het Engels komt dat verschil tot uitdrukking doordat twee woorden voor verzoening worden gebruikt: reconciliation voor het herstel van verhoudingen en propitiation voor het ritueel van genoegdoening voor schuld. In het Nederlands hebben we maar één woord voor beide. Dit woord staat zowel in 2 Korintiërs 5:19 als in 1 Johannes 2:2. In de eerste tekst gaat het om het herstel van de relatie tussen God en mensen, in de tweede tekst gaat om het zoenoffer dat Christus voor onze zonden heeft gebracht.

Heling

Het ligt voor de hand om in deze OnderWeg alleen bij verzoening als herstel van verhoudingen stil te staan. De grote vraag is immers of het mogelijk is dat Joden en Palestijnen hun conflict bijleggen en tot een vreedzaam samenleven komen. Toch zou het kortzichtig zijn om alleen aandacht te hebben voor verzoening in sociaal opzicht en het zoenoffer buiten beschouwing te laten. Daarmee zouden we voorbijgaan aan het nauwe verband dat de Bijbel tussen die twee legt. Bovendien zou daardoor gemakkelijk een te romantisch beeld van verzoening kunnen ontstaan.

De woorden van Paulus hebben visionaire allure
en er spreekt revolutionaire kracht uit

Voor het herstel van verhoudingen wijst de Bijbel voortdurend naar het sterven van Christus voor onze zonden, en dat is niet voor niets. Neem Romeinen 5:10. Daar gaat het onmiskenbaar over het herstel van de relatie tussen God en mens. Er was menselijke vijandschap tegen God, maar God wijst ons om die reden niet boos af – Hij laat het komen tot verzoening met Hem. Paulus zegt er echter met nadruk bij waardoor die nieuwe, harmonische verhouding met God tot stand komt: door de dood van zijn Zoon.

Zo ook in Kolossenzen 1:20. Daar krijgt de verzoening met God een universele spanwijdte: door Christus en voor Christus heeft God alles met zich willen verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel. Ook hier echter staat het kruis centraal. De vrede waarin God heel de wereld wil betrekken, brengt Christus met zijn bloed aan het kruis. Met andere woorden: geen heling van breuken zonder het grote zoenoffer op Golgota.

Verontwaardiging

Dietrich Bonhoeffer is erin geslaagd om in slechts twee woorden te zeggen waarom er zonder het grote zoenoffer geen heling mogelijk is: het is een zaak van ‘kostbare genade’ dat God de wereld in zijn vrede wil opnemen. Verzoening is niet goedkoop. Daarvoor kunnen de verhoudingen te grondig verstoord zijn en kan er te veel schade zijn aangericht. Het kost wat om degene die jou grof onrecht heeft aangedaan of zelfs jouw leven heeft verwoest de hand te reiken. Sommige dingen zijn eenvoudigweg te erg om overheen te stappen. Verzoeningspogingen waarbij dat genegeerd wordt, zijn tot mislukken gedoemd.

Verzoening mag nooit het vuur doven van de heilige verontwaardiging over seksueel misbruik, gewetenloze criminaliteit, verkeersongelukken ten gevolge van overmatig alcoholgebruik, oorlogsmisdaden en schending van mensenrechten. Als er één is die die heilige verontwaardiging kent, dan is het God. En daarom: als er iemand is die deze wereld niet goedkoop aan zijn hart wil drukken, dan is het God.

Losgeld

Over hoe het precies zit met het grote zoenoffer op Golgota is in de loop van de kerkgeschiedenis diep nagedacht door grote denkers. Ze zijn met verschillende overwegingen gekomen, die meer of minder tot uitdrukking willen brengen dat Gods overweldigende vergeving een prijs heeft.

In Christus wordt de muur van vijandschap afgebroken. (beeld Ilia Torlin/Shutterstock)

In Christus wordt de muur van vijandschap afgebroken. (beeld Ilia Torlin/Shutterstock)

Het debat over al die suggesties en argumenten gaat nog steeds door. Het is in dit verband niet nodig om de belangrijkste varianten van de christelijke verzoeningsleer op een rijtje te zetten. Ik voor mij constateer alleen dat orthodox-christelijke noties als plaatsbekleding en genoegdoening blijvend van waarde zijn om recht te doen aan de Bijbelse verkondiging dat Christus is gekomen ‘om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen’ (Marcus 10:45).

Nee, er is geen vrede zonder zijn zoenoffer. Maar ook omgekeerd: het is onmogelijk om het zoenoffer van Christus te prediken en het herstel van verhoudingen buiten beschouwing te laten. Gods genade is ook in die zin kostbaar dat de afkondiging van de verzoening bij ons wil uitmonden in het daadwerkelijk overbruggen van kloven, in handreikingen aan hen met wie je een bitter conflict hebt.

Onbesnedenen

Dat het zoenoffer van Christus verhoudingen herstelt, wordt concreet in Efeziërs 2:14-18, waar Paulus schetst hoe in de gemeente van Christus partijen tot elkaar worden gebracht die vanouds met de ruggen tegen elkaar stonden. In hoofdstuk 2:14 gebruikt hij grote woorden om dat aan te duiden: met zijn dood heeft Christus twee werelden één gemaakt en de muur van vijandschap afgebroken.

Met die twee werelden doelt hij op de Joden en de heidenen (2:11-12). Die vormden sinds mensenheugenis twee totaal verschillende gemeenschappen en culturen. Israël was Gods uitverkoren volk, met alle voorrechten vandien. De heidenen stonden daarbuiten en hadden geen deel aan de privileges die God zijn volk toekende. Sterker nog, zij hadden niet de innige band met God die voor Israël zo kenmerkend was en konden ook niet de komst van de messias tegemoet zien, waaraan Israël zo veel hoop ontleende (2:12). Scherp tekende het verschil zich af in Israëls onderhouding van de wet met zijn voorschriften en geboden (2:15).

De besnijdenis gold als het scheiding makende symbool bij uitstek. We kunnen de religieuze en sociale betekenis daarvan niet gauw overschatten. Voor de Joden stond vast dat onbesnedenen niet gered konden worden (zie ook Handelingen 15:1). Uit teksten als Romeinen 1:18-32 blijkt hoezeer de Joden op de onbesnedenen neerkeken als op mensen die afgoden dienden en zich aan allerlei immoraliteit schuldig maakten. Het was voor een Jood ondenkbaar om met hen om te gaan en bij hen over de vloer te komen (zie Handelingen 10:28). Er stond werkelijk een muur van vijandschap tussen hen in.

Verzoening houdt voor Paulus in dat die muur wordt afgebroken. Christus brengt Joden en heidenen in vrede bij elkaar. De vijandschap wordt gedood (2:16)! Let wel: dat doet Hij door het kruis. Er is geen verzoening zonder zoenoffer. Maar dat zoenoffer werkt niets minder uit dan dat twee werelden met elkaar verzoend worden in één lichaam (2:16).

Mosterdzaadje

De verzoening voltrekt zich concreet in de leefgemeenschap van de christelijke gemeente. In Efeziërs 4:3-6 doet Paulus een vlammend appèl op de twee voormalige vijanden om nu ook echt te leven uit de verzoening: ‘Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft: één lichaam en één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping, één Heer, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in allen is.’

Dit is het tegendeel van een zalvende frase in een preek. Deze woorden hebben visionaire allure en er spreekt revolutionaire kracht uit. Paulus ziet in de gemeente van Christus datgene gebeuren wat naar menselijke maatstaven onmogelijk was: dat twee elkaar uitsluitende werelden niet slechts de strijdbijl begraven, maar zelfs een eenheid vormen die boven verschillen uitstijgt.

Binnen kleine groepen wordt behoedzaam gewerkt
aan het afbreken van ‘de muur van vijandschap’

Het zevenvoudige ‘één’ in 4:3-6 verwijst naar de opmerkelijke uitspraak in hoofdstuk 2:15: Christus schept uit de twee vijanden één nieuwe mens (zie ook 4:13). Daarin kondigt zich al iets aan van de kosmische harmonie die de Here God bij de voltooiing van de tijd tot stand brengt: alles in de hemel en op aarde zal Hij onder één hoofd bijeenbrengen, onder Christus.

De gelijkenis van het mosterdzaadje (Marcus 4:30-32) is hier van toepassing. Het kan onooglijk lijken als in een wereld die verscheurd wordt door tegenstellingen een Jood en een heiden aan het avondmaal brood en wijn delen en zo vrede sluiten. Maar in werkelijkheid heeft dat ‘eindtijdelijke’ allure: de verzoening op de kleine schaal van de avondmaalsviering is de voorbode van een alles overkoepelende, universele vrede.

Schrikwekkend

We moeten niet gering denken van initiatieven om in de individuele sfeer verzoening tot stand te brengen tussen Israëli’s en Palestijnen. In de reportage in dit nummer (pagina 18-21) is daarover meer te lezen.

Met één van de daar genoemde initiatieven, het werk van de christelijke organisatie Musalaha, maakte ik kennis toen ik vorig jaar in het kader van een studiereis van de TU Apeldoorn in Israël was. Salim Munayer, de directeur van Musalaha, gaf tijdens ons bezoek aan Bethlehem Bible College een boeiende uiteenzetting over de aanpak die men kiest om christelijke Palestijnen en messiasbelijdende Joden tot elkaar te brengen. Met gebruikmaking van psychologische inzichten en methodes wordt binnen kleine groepen behoedzaam gewerkt aan het afbreken van de ‘muur van vijandschap’, die schrijnend verbeeld wordt door de scheidingsmuur op de Westelijke Jordaanoever.

Het blijkt een moeizaam proces te zijn. Alleen al het deelnemen aan een groep die op verzoening uit is, kan worden opgevat als verraad aan de eigen gemeenschap. De culturele en politieke polarisatie is schrikwekkend. Over en weer worden mensen gedemoniseerd. De revolutionaire doorbraak die Paulus in Efeziërs 2 beschrijft blijkt in de praktijk de grootst mogelijke moeite te kosten. En dan hebben we het over Israëli’s en Palestijnen die beiden Christus toebehoren! Hoeveel ingewikkelder zal het zijn om boven het conflict uit te komen als ook nog religieuze tegenstellingen meewegen.

Toch waagt Musalaha zich ook aan projecten waarin bruggen worden gebouwd tussen gemeenschappen van Arabische moslims en gemeenschappen van Joden. Zulke projecten zijn trouwens niet voorbehouden aan christelijke kring. Zo heeft de Joodse dirigent Daniel Barenboim een orkest gevormd waarin Israëli’s en Palestijnen eendrachtig musiceren.

Het is een boeiende vraag of we ook daarin het samenbindende werk van de Geest van God mogen bespeuren. En hoe ver reikt de verbondenheid die door muziek teweeggebracht wordt? Blijft die, vanwege het ontbreken van de dimensie van de verzoening met God, niet achter bij de diepe en universele harmonie die Christus door zijn zoenoffer tot stand aan het brengen is?

Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat het wonder van verzoening aan de avondmaalstafel inderdaad uitgaat boven alles wat in de wereld aan het overbruggen van kloven gedaan wordt. En als dat zo is, kan daarmee niet genoeg ernst worden gemaakt. Daarom zijn initiatieven als Musalaha zo belangrijk en hoopvol. Op het oog zijn ze even onbeduidend en nietig als een mosterdzaadje, maar volgens de wet van Gods koninkrijk zijn ze niet minder dan de dageraad van een nieuwe wereld, waarin God alles onder één hoofd zal samenbrengt. En laten we tegelijk bidden of ook al het andere verzoeningswerk zegen mag ontvangen!

Web- en leestip
www.musalaha.org

Miroslav Volf, Onbelast. Geven en vergeven in een genadeloze cultuur, Franeker (Van Wijnen), 2009.

Over de auteur
Ad van der Dussen

Ad van der Dussen is emeritus predikant van de NGK Eindhoven en docent aan de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reacties zijn gesloten.

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief