Blij of niet blij, that’s the question
- Eyeopener
De dienaren gingen de straat op en brachten zo veel mogelijk mensen samen, zowel goede als slechte. En de bruiloftszaal vulde zich met gasten voor de maaltijd.
(Matteüs 22:10)
Jezus vertelt enkele verrassende adventsverhalen over de komst van Gods koninkrijk. In één daarvan vergelijkt Jezus het koninkrijk der hemelen met een koning die een bruiloftsfeest organiseert voor zijn zoon (Matteüs 22:1-14). Op het eerste gezicht heel apart. De bruid wordt niet genoemd en een feestganger wordt de zaal uitgestuurd omdat hij niet de juiste kleren aan heeft. Wat wil Jezus hiermee duidelijk maken?
Matteüs zegt dat Jezus dit verhaal niet zomaar vertelde. Hij doet dat in reactie op de manier waarop de leiders van het Joodse volk met Hem omgingen. Jezus had kort hiervoor een verhaal verteld over een man met een grote wijngaard die voor lange tijd op reis gaat. Hij vertrouwt het beheer van zijn wijngaard toe aan een aantal boeren. Na verloop van tijd stuurt hij een paar mensen om een deel van de opbrengst op te halen. Maar ze worden allemaal vermoord. Absurd!
Dan stuurt de eigenaar zijn zoon met de gedachte: hem zullen ze wel ontzien. Maar niets is minder waar. Als de boeren de zoon zien, zeggen ze tegen elkaar: ‘Als we hem in elkaar meppen, is de wijngaard van ons. Want dan heeft die man geen erfgenaam meer.’ Dat was het verhaal dat Jezus de priesters en farizeeën verteld had. ‘Vertel eens’, vroeg Hij hun, ‘wat zal die eigenaar doen?’ Het antwoord was niet moeilijk: ‘Hij zal die mannen terechtstellen en de wijngaarden aan anderen verhuren.’
Uitschot
Precies, zegt Jezus, zo zal het ook met Gods koninkrijk gaan. De mensen in wie God vertrouwen had, vallen zo tegen dat zijn koninkrijk aan anderen zal worden aangeboden. De steen die de tempelbouwers afkeurden… (Psalm 118). De Joodse leiders snapten heel goed dat Jezus met die tempelbouwers op hen doelde en hen waarschuwde. Maar ze wilden er niet aan dat Jezus die hoeksteen zou zijn.
Ze wilden er niet aan dat Jezus die hoeksteen zou zijn
Ze vonden Hem maar niks. Jezus de beloofde…? Maar Hij is iemand die het allemaal niet zo nauw neemt. Kijk maar met wie Hij omgaat: hoeren en tollenaars, het uitschot van de samenleving. Mensen die Gods wetten en regels aan hun laars lappen. Heel anders dan de mensen die God serieus nemen. Continu zijn ze bezig met het onderzoeken van Gods Woord om strikt te leven volgens zijn geboden. Want pas dan kun je ermee door en kun je hopen dat je welkom bent bij God.
Royaal
Hoe reageert Jezus daarop? Gaat Hij uit de doeken doen hoe het precies zit? Nee, Hij vertelt opnieuw een verhaal, nu over een vader die een enorm feest organiseert ter gelegenheid van het aanstaande huwelijk van zijn zoon. Duidelijk wordt dat zijn hemelse Vader van feesten houdt. Zo laat Hij zich ook kennen in het Oude Testament. Er is geen God die zo veel vrije dagen instelde als Hij. Steeds weer licht het getal 7 op: in de sabbatsdagen, sabbatsweken en zelfs sabbatsjaren. God wil dat de hele geschiedenis uitloopt op het fantastische bruiloftsfeest van zijn Zoon, waar iedereen mag komen. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Niemand is zo royaal, gastvrij en uitbundig als Hij. Alle mensen mogen komen, sterker nog: Hij wil graag dat we allemaal komen. Dat is zijn grote droom, en Hij wil dat we met Hem verlangen naar dat grote feest.
Oproep
De genodigden hebben er echter geen zin in. Ze slaan de uitnodiging af door botweg door te gaan met hun dagelijkse werk. Onvoorstelbaar, maar het gebeurt. Zo is het gesteld met het volk van God in Jezus’ dagen. Ze krijgen wel de oproep, maar ze bedanken voor de eer. Toch gaat God door, en als alle voorbereidingen klaar zijn, nodigt Hij deze mensen nog eens uit. Opnieuw bedanken ze voor de eer. Ze willen niet meedoen, ze laten het feest aan hun neus voorbijgaan. Je snapt niet waarom. Hoe kan het toch dat ze hier niet bij willen zijn?
Maar je snapt nog minder van die vader. Als je al die uitnodigingen ongelezen retour krijgt, stop je er toch mee? Waarom zou je je dan niet terugtrekken in je paleis en het feest in kleine kring vieren? Kost ook nog eens veel minder… Zo zouden wij denken en doen. Maar zo is God niet. Hij trekt zich niet gekrenkt terug om zich niet meer te bemoeien met deze aarde en de mensen. Nee, God kan en wil geen feest vieren zonder zijn mensen. Daarom wordt vervolgens iedereen uitgenodigd die maar uitgenodigd kan worden. Het maakt niet uit wie. Goede en slechte mensen die met Hem feest willen vieren, zijn van harte welkom. De koning wil de feestzaal vol hebben. Dan pas is zijn vreugde compleet, niet eerder. Een feest met een ontelbare menigte aan gasten, daar is God op uit en het gaat Hem lukken.
Kwelling
Het beslissende criterium voor de gasten is dus niet of ze goed of slecht leven. Iedereen is welkom. De mensen die in onze ogen goed zijn: mensen die een zegen voor hun omgeving zijn. Over wie gezegd wordt: dat zijn goeie lui, daar zit geen kwaad in. Ze staan altijd klaar voor anderen, zetten zich in voor de samenleving, spreken nooit kwaad over anderen en financieel steunen ze ook nog allerlei projecten.
Als je al die uitnodigingen ongelezen retour krijgt,
stop je er toch mee?
Zeker, zulke mensen zijn welkom. Maar óók de mensen die een puinhoop maken van hun leven. Mensen die fraude gepleegd hebben, mensen die een kwelling zijn voor hun omgeving, mensen voor wie de hulp van de Rijdende Rechter ingeroepen moet worden. Er wordt maar één ding gevraagd: ben je blij, samen met je gastheer? Ben je blij met God en met zijn Zoon Jezus? Wil je onder de regendouche van zijn genade staan en zijn feestkleed aantrekken en je eindeloos verheugen in Hem? Ben je blij met zijn liefde en vergeving en weet je dat al het goede aan God te danken is? Met zulke mensen loopt Gods feestzaal vol.
Radicaal
Het gaat dus heel anders dan de farizeeën en priesters dachten. Die trokken een scheidslijn tussen goede en slechte mensen. Eerst je leven op orde hebben, zélf voor je feestkleding zorgen, dan pas ben je welkom bij God. Eerst goed, dan God. Nee, zegt Jezus, het is radicaal anders: eerst God, dan goed. Blij of niet blij met God, daar draait het om. Laat je liefhebben door God, wees blij met Hem en laat je door Hem aankleden. Dan komt de rest vanzelf. God maakt je tot een mooi en vrolijk mens door zijn verrassende genade.
T-shirt
Maar die man aan het eind van het verhaal dan? Waarom wordt hij vanwege zijn T-shirt de zaal uitgezet? De koning snapt niet hoe hij zó binnen was gekomen. Vriend, hoe ben je hier binnengekomen? De man weet niets te zeggen. Waarschijnlijk was hij net als de mensen die de uitnodiging hadden afgeslagen. Alleen met het verschil dat hij weleens wilde kijken op dat feest. Niet om het feest mee te vieren, misschien alleen om te kijken hoe belachelijk dit feest zou zijn. Hij was zeker niet blij met de koning of met zijn zoon. De vreugde in God was hem vreemd. Dan heb je hier niets te zoeken, zegt de koning. Ik wil mensen die oprecht willen feestvieren, dansen en zingen, en wel tot in de lange eeuwigheid. Mensen die voor altijd willen leven van de geef, met ingang van vandaag. Zulke mensen zijn welkom op de bruiloft en samen zijn ze… de bruid van de zoon van de koning.
Om over door te denken of door te praten
- Het kengetal van Gods verbond is 7. Ga eens na hoe vaak God de Israëlieten vrij gaf door middel van sabbatsdagen, sabbatsjaren en de feesten die wel zeven dagen duurden. Wat zegt dat over God?
- Het belangrijkste is dat je goed leeft, wordt wel gezegd. ‘Als je je aan de tien geboden houdt, kom je in de hemel’, zo vatten kinderen hun geloof soms samen. Jezus schetst een heel ander criterium: ben je blij met de komende bruiloft of niet? Is hoopvol leven dus belangrijker dan correct leven?
- Het bruiloftsfeest van de zoon van de koning wordt later in de Bijbel ‘de bruiloft van het lam’ genoemd. Hoe kom je aan passende kleding voor die bruiloft (zie Openbaring 7:14, 19:8)? Wat betekent dat voor vandaag?
Roel Venderbos is deeltijd predikant van de NGK Kampen en deeltijd geestelijk verzorger in een verpleeghuis.