De les van de eekhoorn
- Column
Drie jaar geleden hebben we een mooie walnoot geplant, een soort die al snel vruchten geeft. Vorig jaar zaten er dan ook al vier walnoten aan. Meerdere keren per week ging ik even kijken hoe ze zich ontwikkelden. Op een gegeven ogenblik waren ze verdwenen. Kennelijk waren de eekhoorns uit de buurt ons voor. Toen ik goed keek, zag ik onder de boom nog één walnoot liggen: die hadden de eekhoorns kennelijk voor ons overgelaten.
Toen ik hierover nadacht, moest ik terugdenken aan de visie van de Britse theoloog Richard Bauckham. Ik kwam met deze theoloog in aanraking door de scriptie van een van mijn kinderen, Marc, over het eten van vlees vanuit christelijk perspectief. Bauckham introduceert de term ‘scheppingsgemeenschap’. In zijn visie vormen mensen, dieren en planten samen een gemeenschap. Binnen deze gemeenschap zijn er verschillen en ongelijkheden: de mens mag van God over de dieren en planten heersen. Maar ook zijn er overeenkomsten en gelijkheden: het zijn allemaal schepselen van God die een eigen waarde, zin en betekenis hebben.
Door de activiteiten van de mens
is de aarde geen veilige plek meer
De Bijbel geeft prachtige voorbeelden waarin de gelijkheid tussen mens, dier en plant naar voren komt. In Genesis 9 lezen we dat – na de zondvloed – God een verbond sluit met mens en dier, waarin Hij belooft dat de aarde een veilige plek is om te wonen. De psalmen laten zien dat niet alleen de mens God eert, maar dat de hele schepping dat doet.
Op dit moment zijn er grote problemen in de relaties tussen mensen, dieren en planten. De aarde warmt op, de biodiversiteit neemt af, insecten worden bedreigd. Door de activiteiten van de mens is de aarde geen veilige plek meer. De mens legt een geweldige druk op de scheppingsgemeenschap. De les van de eekhoorn is dan ook hoogst actueel: we moeten echt iets overlaten voor de ander. Niets minder dan het verbond met God is in het geding.
Maarten Verkerk is onder meer bijzonder hoogleraar filosofie aan de TU Eindhoven en de Universiteit Maastricht.