Opnieuw treft ziekte televisiedominee Arie van der Veer
- Achtergrond
- Interview
- Ontmoeting
Wie in christelijk Nederland, of beter gezegd in Nederland, kent hem niet? Dominee Arie van der Veer, voorheen gemeentepredikant, daarna tv-dominee, omroepbestuurder, schrijver van veel gelezen meditaties in omroepblad Visie én spreker tijdens bijvoorbeeld de Nederland Zingt-dag. Dominee Arie is een beetje van ons allemaal. OnderWeg zoekt hem op, hoog in Zwolle, op de vijfde etage van een appartementengebouw.

Arie van der Veer: ‘Ik wilde bewust predikant worden, predikant van en voor “gewone” mensen, ook voor mensen die niet of nauwelijks meer in de kerk komen.’ (beeld Hans van Sloten)
De afspraak kon snel gemaakt worden. Zo werkt dat vaker bij netwerkcontacten. Je ziet of spreekt elkaar een aantal jaren niet, maar zodra het nodig is, zijn dingen snel te regelen. Kort voor de afspraak meldde Arie dat het gesprek niet kon doorgaan; er moest gewacht worden op uitslagen uit het ziekenhuis. Later lukte het wel. ‘Ik moest de afspraak uitstellen’, vertelt Arie van der Veer, ‘vanwege onderzoek in het ziekenhuis. Daaruit kwam naar voren dat de ziekte die ik in 2008 doormaakte, een bepaalde vorm van kanker, weer actief is. Enerzijds herkenbaar, ik wist dat dit kon gebeuren. Daardoor voel ik mij, anders dan bij eerdere gebeurtenissen, zoals het herseninfarct van vorig jaar, niet overvallen. Anderzijds ben je er natuurlijk mee bezig, ook met de vraag: hoe ga ik ermee om?’
Wat is je antwoord op die vraag?
‘Ook hier zit iets dubbels in. Na een eerdere ervaring met kanker heb ik met anderen de stichting Als kanker je raakt opgezet. Tijdens bijeenkomsten hoor je verhalen van mensen die zoiets meemaken, ook dat de ziekte terugkomt. Dat is verschrikkelijk, zo voelt het ook. Tegelijk denk ik terug aan vorig jaar, aan het herseninfarct. Dat was heel heftig, ook door de vragen die speelden: Moet ik het kalmer aan doen? Komen lichaamsfuncties als spraak en lopen terug? Gelukkig gingen het herstel en de revalidatie snel. Ik heb dat als bijzonder ervaren. Als ik de laatste vijftien jaren van mijn leven vergelijk met alle eerdere jaren, dan zijn die laatste jaren getekend door veel ziekenhuisopnamen. Dat hakt er wel in.’
Zie je op tegen opnieuw een behandeling?
‘Nee. Misschien klinkt dit heldhaftig, zo bedoel ik het niet. Ik ben blij dat behandeling mogelijk is. Bovendien zat dit er ergens aan te komen. Ik wist dit van de arts die mij goed heeft leren kennen. We overlegden regelmatig, bijvoorbeeld over de vraag waarom hij niet eerder ingreep toen bepaalde waarden opliepen. Nu was er in een keer een uitzaaiing.’
Dan voel je je aangeslagen, toch?
‘Niet aangeslagen, wel geslagen. En ergens ook blij: als een andere vorm die ik gehad heb, was teruggekomen, was het erger geweest. Tegelijk: ik weet natuurlijk niet wat er nog komt. Maar ik wacht rustig af.’
‘Bijbelstudie doen is geen vroomheid,
maar het levert wel vroomheid op’
Straks spreken we door over je persoonlijke omstandigheden. Nu de vraag die bij Ontmoeting past: wat is jouw drijfveer in het leven, of wat was jouw drijfveer?
‘Ik zeg liever niet: wat wás jouw drijfveer – wat mij eerder gedreven heeft, is er nog steeds, namelijk dicht bij God, dicht bij mensen. Dat gaat terug op langer geleden. Ik wilde bewust predikant worden, predikant van en voor “gewone” mensen, ook voor mensen die niet of nauwelijks meer in de kerk komen. Op een andere manier dan gedacht heb ik dat werk mogen doen, onder meer via Nederland Zingt. Daarmee bereiken we ook mensen die aan de rand van de kerk staan of daar al overheen zijn. Ik heb deze gang in mijn leven als bijzonder ervaren. En ja, dan word je herkend, ook als je in ziekenhuizen komt. Nog kortgeleden zei een jonge vrouw: “U bent die dominee, hè?” Daarna krijg je zomaar een gesprek.’
Dit interview krijg je cadeau van ons. Probeer magazine OnderWeg 3 maanden gratis. Meld je aan voor een Proefabonnement (Digitaal of Papier Plus).
Nu is ijdelheid geen vreemd verschijnsel in de televisiewereld. Zit in die drijfveer ‘dicht bij mensen’ niet ook een stukje ‘dicht bij Arie’?
‘Ha ja, dat is een goeie! Dat is altijd wel mijn strijd geweest. Dat ik me afvraag: waarom doe ik het? Zou ik me vreemd voelen als ik niet herkend zou worden? Het is inderdaad een uitdaging om daar goed mee om te gaan. In 2001 kreeg ik een zware hartoperatie. Daarna ben ik bewust teruggegaan van drie keer preken op een zondag naar één keer. Ik wilde weer in de kerk zitten, als gewone kerkganger. Om ontvankelijk te (leren) zijn. Om naast andere mensen te zitten, hen te horen zingen, mee te zingen.
Ja, waarom doe ik dit? Er zit absoluut iets van ijdelheid in; dat is bijna eigen aan televisie. Maar ik ben nog steeds heel blij dat ik die keus van minder preken gemaakt heb.’
Dicht bij God, dicht bij mensen. Hoe oefen jij je daar zelf in?
‘God heeft mij daarbij geholpen. Soms gebeurde dat door dingen die ik niet leuk vond. Ik kreeg een keer de vraag of ik een radiorubriek met Bijbelstudies wilde doen. Eigenlijk wilde ik dat niet, toch ben ik het gaan doen. Dan kruip je door teksten heen. Dat is voor een predikant vakwerk, tegelijk levert het je persoonlijk wat op. Bijbelstudie doen is geen vroomheid, maar het levert wel vroomheid op! Bovendien wil ik ook dit voor “gewone” mensen doen: ik wil een tekst zo uitleggen dat zij die begrijpen, er iets mee kunnen. Ja, en dan word je teruggeworpen op de kern van het Woord.’
Dicht bij God. Hoe werkt zoiets als je dingen qua gezondheid meemaakt zoals jij die meemaakte?
‘Niet veel anders dan anders. De periodes in het ziekenhuis bijvoorbeeld herinner ik mij niet als geestelijke hoogtepunten. Ook dan gaat “dicht bij God” niet vanzelf. Ik durfde niet zomaar te bidden voor mijzelf; ik dacht: wat heb ik te vragen als klein mens te midden van zo veel mensen die veel ergere dingen meemaken? Ik ben maar een van de velen! Wat mij toen – en vorig jaar, toen ik het herseninfarct kreeg en ik mij bewust was van de ernst van de situatie – dicht bij God bracht en gehouden heeft, is dat ik mij gedragen wist door de omgeving, de kerkelijke gemeente, zo veel mensen die voor mij gebeden hebben. Op die manier heb ik de liefde van God en zijn nabijheid beleefd.’

Arie van der Veer: ‘Ik heb moeten leren naar het leven te kijken als een bestaan met seizoenen. Voor mij is het nu herfst.’ (beeld Hans van Sloten)
Vier jaar geleden overleed plotseling jullie zoon Peter, op 47-jarige leeftijd. Stort dan je wereld niet in?
‘Ik zou het anders zeggen. Alle periodes van ziek-zijn waren heftig. Maar dit was en is het ergste wat je kan overkomen. Toch stortte niet alles in. Mijn drive bleef; ik heb geen zondag qua preken overgeslagen. Vraag me niet waarover ik toen preekte, maar het is wel gebeurd. En het werkte zegenrijk, net als het meeleven door de gemeente. Terug naar je vraag: het is erg, het zet een enorm stempel op je leven.’
Toch moet je verder.
‘Ja, met vooral de vraag: wat kan ik doen, bijvoorbeeld richting het gezin van Peter? Hij had een gezin dat zijn eigen leven leidde en dat verder moest. Het enige wat wij kunnen doen, is meeleven, er zijn. Dat probeer ik ook naar anderen te doen. Doordat je bekend bent en door wat je meemaakte, komen zij op je weg, zoeken zij je op. Kortgeleden was ik bij een weduwe. Ik vroeg haar waarom zij mij benaderd had. Zij zei: “U weet wat het is. Mijn man was ook 47 toen hij stierf.” Ik heb vooral geluisterd, en met haar en de kinderen gebeden.’
Kun je zeggen dat iets meemaken ook een verrijking betekent?
‘Ja, honderd procent. Hoewel je er ook mee moet uitkijken: je moet het zelf niet steeds noemen. Maar in een bepaalde zin is het een verrijking, ook omdat het de drempel verlaagt naar anderen die zelf veel meemaken.’
‘Wat zijn het zware tijden voor velen!’
Je sprak tijdens de begrafenisdienst van Peter en ook daarna in publieke (televisie)optredens. Hoe lukte je dat?
‘Ik heb daarover geen moment geaarzeld. Ik ben predikant, dit hoort erbij. Bovendien: ik voelde mij één met de mensen die zoiets ook meegemaakt hadden. Ik wilde de tolk zijn van zo veel verdriet. Ik heb toen ook niet onder stoelen of banken willen stoppen dat ik er niks van snapte. En nog steeds niks van snap.’
Van een optreden herinner ik mij een gevoel van: is dit echt? Zegt hij al deze dingen niet vooral omdat mensen dit van hem verwachten, omdat het zo hoort? Ik vraag dit aarzelend.
Peinzend: ‘Ik denk dat dit deels met karakter te maken heeft. Een paar dagen na het sterven van Peter ging ik naar een opname van Nederland Zingt. Die afspraak stond al, dus deed ik dat. Wat ook meespeelt, is dat televisie emotie is, daar hoort zulk optreden bij. Maar er zit – in die zin herken ik de vraag – natuurlijk ook iets in van: ik voel me daar goed bij, ik sta daar op mijn plek, ik kan dit. Net zoals ik vroeger als voetballer altijd wilde scoren. Dat speelt wel mee.’
In dit gesprek kwamen trieste dingen langs. Heb jij niet het gevoel: het leven hier is toch vooral gebrokenheid? Er zijn mooie dingen, maar wat overheerst, is dat jong en oud zo veel verdrietige dingen meemaken.
‘Ja, dat gevoel heb ik wel. Ik houd van het Bijbelboek Prediker. Daarin staat een passage over het belang van het eren van God in je jonge jaren. Er staat bij: voordat de kwade jaren komen. Nou, die zijn gekomen, voor mij, voor ons, voor zo veel mensen. Wat zijn het zware tijden voor velen! In deze situatie heb ik moeten leren naar het leven te kijken als een bestaan met seizoenen. Voor mij is het nu herfst. De bladeren vallen, het stormt, je blijft amper overeind. Toch is ook de herfst mooi. Dat moet ik leren, ondanks en te midden van het feit dat het leven vol onbegrijpelijke dingen zit. Tot op de dag van vandaag kan ik niet echt de zin inzien van het sterven van Peter; een gezin is dan als het ware een schip zonder roer.’
Wat houdt jou in de herfst overeind?
‘De wetenschap en de ervaring dat vluchten voor God niet kan. Er is een prachtig lied van Sela waarin over God wordt gezegd dat Hij “onnoembaar aanwezig” is. Die woorden sluiten alle vragen in, en ook alle antwoorden: God is er; Hij laat jou, mij, ons niet vallen.’
Dit interview krijg je cadeau van ons. Probeer magazine OnderWeg 3 maanden gratis. Meld je aan voor een Proefabonnement (Digitaal of Papier Plus).
Leendert de Jong werkt in de media en is oud-hoofdredacteur van
OnderWeg.