‘Jongeren willen gehoord worden en willen leren van ouderen’
- Achtergrond
- Interview
- Thema-artikelen
Jakob Stolk was een aantal jaren kerkelijk werker in de Ontmoetingskerk (PKN) in Lelystad en ontwikkelde daar een duidelijke visie op het verbinden van jong en oud in kerkelijke gemeenten. ‘In onze samenleving en ook in de kerk wordt de kloof tussen jongeren en ouderen ingegeven door vormen van angst voor het onbekende. Het gaat vaak over verschillen in cultuur en niet zozeer over verschillen tussen generaties.’
In de Ontmoetingskerk zette Jakob generatiediensten op, waarin jongeren met een volwassene in gesprek gaan over christen-zijn in het dagelijks leven. ‘Kenmerkend voor deze vieringen is dat er alle ruimte is voor experiment, de jongeren staan voorop en hebben het voor het zeggen.’ Dat klinkt op zich niet nieuw, erkent ook Jakob, maar volgens hem is het simpelweg wel wat jongeren willen en waar ook een oudere generatie voor warm te maken is. Hij baseert zich op zijn jarenlange ervaring als kerkelijk jongerenwerker en – hij heeft twee banen – als jongerenkwartiermaker voor de gemeente Lelystad. ‘Jongeren zijn jongeren, of ze nu wel of niet naar de kerk gaan. Ze willen gehoord worden en ook leren van ouderen.’
Hoe heb je dat ontdekt?
‘Toen ik anderhalf jaar geleden startte als jongerenwerker voor de gemeente Lelystad ben ik op zoek gegaan naar jongeren. Ik ging naar scholen en hangplekken in de stad en was in het bijzonder nieuwsgierig naar hun talenten en verwachtingen. Mijn missie was om jongeren te begeleiden om hun ideeën in de stad te realiseren. Omdat er een beperkt budget was, combineerde ik de verschillende ideeën tot één project voor ook het kerkelijk jeugdwerk, waar het net zo belangrijk is om jongeren de ruimte te geven. Jongeren vertelden mij dat ze allereerst elkaar op een laagdrempelige plek willen ontmoeten, zonder zich meteen ergens aan te moeten binden. Jongeren willen graag wat aanrommelen, maar die ruimte bieden we hun in samenleving en kerk te weinig.’
Verdieping
In de Ontmoetingskerk ontwikkelden jongeren met Jakob het Hemels Gelag, een viering voor en door jongeren, maar waar ook volwassenen komen. ‘In het Hemels Gelag vind ik zelf ook verdieping van mijn geloofsleven, merk ik. Toen ik nog verantwoordelijk was voor de avonden, was ik druk met de voorbereidingen, het uitnodigen van gastsprekers, het kiezen van Bijbelteksten en passende muziek- en videoclips zoeken. Voor deze voorbereidingstijd deed ik Bijbelstudie en zocht ik naar antwoorden op levensvragen. Nu ben ik vooral een deelnemer en is het voor mij als christen een uitdaging om met mijn christelijke geloofsovertuiging een rol te spelen in de samenleving: hoe kan ik dat het beste doen?’
‘Jongeren willen graag wat aanrommelen’
Daarnaast kwamen er de generatiediensten. ‘Daar zie je iets gebeuren waar volgens mij in het verbinden van generaties de clou zit’, vertelt Jakob. ‘Begin bij de jongeren. Om dat te begrijpen, is eerst extra toelichting nodig’, zegt Jakob en hij legt uit: ‘In onze samenleving en ook in de kerk wordt de kloof tussen jongeren en ouderen ingegeven door vormen van angst voor het onbekende, waarbij het vaak neerkomt op verschillen in cultuur en niet zozeer op verschillen tussen generaties. Er is dus meer sprake van cultuureilanden dan een generatiekloof. Maar ik geloof dat je die eilanden kunt verbinden waarbij je moet beginnen bij de jongeren.’
Dit interview staat in het ‘jeugdwerknummer 2019/2020’ over verbinden van generaties. Het nummer (‘We doen het samen’) is gemaakt door 3 kerkelijke jeugdwerkorganisaties, speciaal voor tiener- en jongerenleiders. Probeer magazine OnderWeg 3 maanden gratis en ontvang ook dit jeugdwerknummer. Meld je aan voor het Proefabonnement (Digitaal of Papier Plus).
‘Ouderen gaan naar plekken waar veel ouderen wonen’, vervolgt Jakob zijn uitleg. ‘Op plekken waar jongeren zijn – of “hangen” – blijven ouderen juist weg, omdat het daar erg rumoerig is. Er zijn weinig plekken waar jong en oud laagdrempelig en ongeorganiseerd rustig een praatje maken en elkaar echt ontmoeten.’
En de kunst is om een verbinding te leggen tussen de cultuureilanden, zowel in de samenleving als de kerk?
‘Dat klopt, waarbij het goed is te beseffen dat de jongeren de moeilijkst te bereiken groep zijn. Dus als je jong en oud met elkaar in contact wilt brengen, moet je beginnen bij jongeren.’
Jakob werkt zowel met Lelystadse ‘hangjongeren’ als jongeren in zijn eigen kerkelijke gemeente. Meer dan hij ooit verwacht had, heeft dat invloed op zijn kijk op jongeren en jongerenwerk, vertelt hij. ‘Als het gaat om verbinding leggen, is het werk op straat en in de kerk eigenlijk precies hetzelfde: begin bij de jongeren in plaats van hen in te passen in het programma dat wij als volwassenen bedacht hebben. Geef jongeren het nu eens voor het zeggen.’
‘Jongeren moeten voor contact enthousiast gemaakt worden en zich eigenaar voelen van een idee erachter’, volgens Jakob, ‘dan werkt het om contact te leggen vanuit een jongere. Ouderen komen wel, die vinden initiatieven met jongeren vaak al snel sympathiek en leuk. Maar begin bij de groep die het moeilijkst te bereiken is en zorg dat zij vanaf het begin enthousiast zijn, zelf leeftijdsgenoten gaan uitnodigen en dat het project draagvlak krijgt. Met dat groepje jongeren ga je met een paar ouderen samen het project voorbereiden. Dat heeft bij ons in de kerk, in de generatiediensten, heel goed gewerkt. We dachten met twee bijeenkomsten een generatieviering voor te kunnen bereiden, maar dat werden er vijf vanwege de uitwisseling die op gang kwam.’
Wat zag je daarbij gebeuren?
‘Het proces werd veel belangrijker dan het product, het einddoel. De jongeren en ouderen gingen met elkaar op zoek naar wat zij wilden bereiken in het samen optrekken. Zo zag je dat de jongeren aan de ouderen vroegen welke oudere in hun eigen leven belangrijk was geweest. De ouderen gingen daarover nadenken en erover praten; zo ontstonden op een natuurlijke manier inhoudelijke, waardevolle gesprekken.
Andersom zag je dat ouderen ook leerden van de jongeren. Die leven al hun leven lang in een multiculturele samenleving, een wereld die geglobaliseerd is. Voor veel ouderen is dat besef een eyeopener, ontdekte ik. Zij denken namelijk vaak dat jongeren individueel en op zichzelf gericht zijn. De ouderen kwamen erachter dat er bij jongeren veel respect is voor hen. De taal en houding die jongeren soms aannemen als groep zijn vaak maar een pose vanwege hun onzekerheid. Als je als oudere zonder vooroordelen of verwijten een gesprek begint, corrigeren ze elkaar en verdwijnt de pose. Jongeren staan vanuit dat respect juist open om iets te leren van ouderen, waarbij het belangrijk is dat ook in kerkelijk jongerenwerk de vraag daarnaar vanuit de jongeren zelf komt. Want ouderen delen veelal pas hun wijsheid als erom wordt gevraagd – ze ervaren dan trouwens ook dat ze ertoe doen. Jongeren horen graag een persoonlijk antwoord. Ze zitten niet te wachten op een algemeen antwoord waar geen ervaring in meekomt. Ze zijn nieuwsgierig naar de levenservaring van ouderen en ook hun geloofservaring.’
Voetbalveldje
Ouderen rondom een voetbalveldje in Lelystad belden steeds de politie omdat ze overlast van de jongeren ervoeren, maar niet zelf naar hen toe durfden te gaan. De jongeren begrepen dit niet, omdat ze van de politie ook niet te horen kregen wat de precieze overlast was. Jakob hoorde dat als jongerenkwartiermaker. ‘Ik ben toen naar de jongeren gegaan met het voorstel om een toernooitje te organiseren met daarna een etentje voor de buurtbewoners. De jongeren waren enthousiast en voor de ouderen was het sociale contact ook belangrijk. De ouderen merkten in de ontmoeting met hen dat zij met respect werden behandeld en waren hierover blij verrast. De jongeren kregen wat meer begrip voor de oorzaak van de overlast.’
Hij neemt deze ervaring mee de kerk in, vertelt Jakob. ‘Want in de kerk werkt het tussen jongeren en ouderen net zo. Het begint bij enthousiaste of enthousiast gemaakte jongeren die contact met de ouderen leggen. In die ontmoeting komt er begrip voor elkaar. Vanuit dat begrip kun je elkaar bereiken en leer je elkaars leefwereld beter kennen.’
Probeer magazine OnderWeg 3 maanden gratis en ontvang ook dit jeugdwerknummer. Meld je aan voor het Proefabonnement (Digitaal of Papier Plus).
Anne-Wil Ruijg-Jens is kunsthistoricus en freelance journalist.
Paul Smit is adviseur bij het NGK Jeugdwerk.