‘De relatie met jongeren is belangrijker dan ooit tevoren’
- Achtergrond
- Interview
- Thema-artikelen
Het jongerenwerk organiseren van een grote gemeente is onder normale omstandigheden al een uitdaging, laat staan wanneer er een pandemie rondwaart. Toch krijgt Judith Feddes-Hazelzet (43), jongerenwerker bij De Lichtboog (NGK) in Houten, het voor elkaar. Ze ervaart de coronatijd als een tijd van loslaten en verwondering.
Drie jaar geleden werd Judith gevraagd om het jongerenwerk in De Lichtboog op te pakken. Enerzijds was ze verrast – ze had geen opleiding gedaan voor jongerenwerker en was tot dan toe kinderwerker geweest in het buitenland. Tegelijkertijd was het verlangen om met jongeren te werken in haar gegroeid en zag ze dat ze met haar talenten goed paste bij wat de gemeente zocht. Met haar enthousiasme, daadkracht en organisatietalent zette ze verschillende succesvolle programma’s op voor tieners en jongeren.
De Lichtboog heeft 2000 leden, van wie er 400 tussen de 12 en 23 jaar zijn. Hoe vind je het om jongerenwerker te zijn van zo’n grote groep?
‘Onze gemeente is ontzettend positief betrokken bij haar jongeren. Ze denken en doen enthousiast mee. Ik hoef niet alles zelf te kunnen, te weten en uit te vogelen; er is een grote rijkdom aan kennis, talent en ervaring in de gemeente waar ik een beroep op kan doen. Bij dingen die ik niet weet of kan, steun ik op anderen. Wat ik vooral doe, is coachen, bemoedigen, inspireren, ontwikkelen en organiseren. We hebben een groot aantal vrijwilligers in huis die het uitvoerende werk doen. Zo zetten we samen mooie programma’s, jongerendiensten en events op poten, waarbij ook de jongeren zelf actief betrokken zijn. Dat is de gemene deler in onze gemeente: we praten niet over jongeren, maar met jongeren. Ze zijn actief op allerlei plekken: in de techniek, styling, ons programma voor tieners en kinderen, op het podium en in het diaconaal werk. Ik vind superbelangrijk dat ze hier niet alleen worden gevoed, maar zich ontwikkelen en hun talenten ontplooien.’
‘Waarom gaan we niet zelf kerkje spelen op zondag?’
Kun je een voorbeeld noemen van hoe dat eruitziet?
‘Neem een jongerendienst. Het team van de jongerendienst bestaat naast mij en een andere volwassene, uit alleen maar jongeren. Ze krijgen veel vrijheid. Mijn ervaring is wel dat er nog een volwassene nodig is om te coachen. Tijdens de coronatijd hadden we echt een geweldige jongerendienst. In voorbereiding daarop ging ik met hen zitten en vroeg: wat leeft er nu onder jullie op dit moment? Op hun antwoord vroeg ik verder niet door, die verantwoordelijkheid leg ik bij hen neer. Ik nam het aan en stelde de vraag: “Wat hebben jullie nodig, nu dit speelt?” Zo kwamen ze bij het thema ‘standing strong’ uit. De jongeren gaven aan dat, nu de kerk was weggevallen, sommigen bijna alleen nog maar contact hadden met mensen die niet geloofden; hoe houd je je dan staande?
We spraken er ook over dat De Lichtboog niet de kerk is, maar wij zelf de kerk zijn. Waarom gaan we dan niet zelf kerkje ‘spelen’ op zondag, wat vrienden uitnodigen? Toen bedacht iemand dat we met deze jongerendienst het goede voorbeeld konden geven door de dienst niet op te nemen in De Lichtboog, maar ergens buiten. Dus belden we iemand uit de gemeente met een grote tuin en vroegen of het daar kon, wat enthousiast werd ontvangen. Ik vond het zo mooi om te zien hoe zich dat ontwikkelde, hoe dat echt uit hen kwam.’
Er wordt vaak gezegd dat relatie het belangrijkst is in jongerenwerk; herken jij dit?
‘Ja, het loopt als een rode draad door al onze activiteiten heen. Als je naar ons tienerprogramma kijkt, is zo’n vijftig procent gericht op het ontwikkelen en versterken van relaties, vooral tussen de jongeren zelf maar ook met volwassenen. Onze jongeren komen uiteindelijk naar de kerk om hun vrienden te ontmoeten. Regelmatig spreken ze bijvoorbeeld voor de dienst in de hal af en gaan vervolgens helemaal niet naar de dienst. Ik vind het fantastisch dat ze intussen wel aanwezig zijn. Tegelijkertijd: we zijn niet de lokale scoutingclub. Ons verlangen is dat alle jongeren van Jezus gaan houden. Daar bouwen we de relaties, de kerk en de programma’s op. Bovendien zie ik bij de jongeren zelf een bepaalde honger naar verdieping, ieder op zijn of haar eigen manier. Ze hebben er behoefte aan om over het geloof en hun vragen te praten.’
Hoe heb jij de coronatijd als jongerenwerker ervaren?
‘De thuissituaties van de leiders verschilden zo enorm dat je dat terug zag komen in hoe ze hun tieneravonden organiseerden. Op een gegeven moment vond ik het daarom belangrijk om dat te benoemen. We gaan niet kijken naar hoe een andere groep het doet en we gaan ook niet van onszelf verwachten dat we doen wat we normaal doen. Je kijkt naar wat haalbaar is voor jou en jouw groep. Dat betekende dat sommige groepen elkaar in de eerste weken bijna niet meer zagen en andere elkaar al snel iedere week zagen op Zoom in plaats van tweewekelijks. Ik ben vooral bezig geweest om online programma’s te leveren die geschikt zijn. Youth for Christ en Young & Holy maken prachtige programma’s, zelf bedachten we dingen en ook de jongeren waren creatief. Dan hadden ze bijvoorbeeld een spel bedacht waarbij de winnaar een pizza thuisbezorgd kreeg.
Al met al was het een periode van loslaten en verwondering. Ik had niet het gevoel dat ik alles perfect moest gaan organiseren. Dat kon ik ook niet – ik zat ook thuis met kinderen en had minder uren tot mijn beschikking. Ik kon dat loslaten in het vertrouwen dat God de jongeren vasthoudt. En verwondering omdat ik getuige mocht zijn van de creativiteit en het initiatief van de jongeren en de mooie ontmoetingen die hierdoor tot stand kwamen. Die jongerendienst, maar ook een picknick in het park die volledig werd georganiseerd door de jongeren. We hadden een Goede Vrijdag ‘Passion-walk’ door jongeren rond de Rietplas hier in Houten, die de gemeente live kon volgen via Instagram. Een poos later hadden we bij dezelfde plas een belijdenis- en doopdienst, ook een heel bijzondere ervaring.
Het waren voornamelijk eenmalige dingen, maar dat past goed bij deze tijd denk ik. Hoewel, misschien dat het kinderwerk wel wat vaker naar buiten gaat. Zij hadden de afgelopen tijd ‘LichtKids’ in het park, gewoon een kindernevendienst maar dan in het park en met een andere naam dan voorheen. Dat was een groot succes. Een heleboel kinderen kwamen thuis met de vraag: “Mag ik daar voortaan naartoe?”’
‘Onze jongeren komen uiteindelijk naar de kerk
om hun vrienden te ontmoeten’
Zijn er ook jongeren buiten de boot gevallen de afgelopen tijd?
‘Het is nog te vroeg om dat te zeggen. Het contact werd in sommige gevallen wel minder, maar of we ze dan meteen ‘kwijt’ zijn, dat weet ik niet hoor. Ik merkte wel dat als je een goede relatie had met je groep voor corona, het contact onderhouden wel gemakkelijker was via Whatsapp en Zoom. Maar zo’n relatie kun je niet forceren. Als je bijvoorbeeld een groep leidt die in zijn eerste jaar zit, dan is die relatie nog in wording. Dat heeft tijd nodig. Daarbij waren er ook andere redenen waardoor het contact niet lekker liep: onhandigheid met Zoom of jongeren die om allerlei redenen niet op die manier wilden afspreken.’
Hoe nu verder?
‘We hebben onze programma’s omgegooid voor het komende seizoen, zodat we die ook onder coronamaatregelen kunnen voortzetten. Omdat we elkaar niet meer zo vaak tegenkomen, is het ontwikkelen en verdiepen van de relatie met jongeren belangrijker dan ooit tevoren. Want niet alleen de jongerenactiviteiten vallen weg, maar ook hun betrokkenheid bij veel andere kerkelijke activiteiten, omdat die simpelweg niet meer doorgaan.
We moeten ons realiseren dat de komende tijd een aantal jongeren alleen via het jongerenwerk met het christelijk geloof in contact zal komen. Dus onze focus voor het komende seizoen is het zoeken naar verbinding, op andere manieren dan dat we gewend zijn. Bijvoorbeeld door meer verhalen te delen via Instagram, om zo de jongeren inspiratie te bieden. Daarnaast wil ik meer inzetten op het bemoedigen en coachen van de vrijwilligers, de volwassenen. Voor velen is het een heftige tijd. Ik wil de ruimte creëren om daarover met elkaar in gesprek te gaan. Daar kunnen we de jongeren in voorgaan, want uiteindelijk leren ze van ons, van hoe wij met bepaalde situaties omgaan. Juist in deze verwarrende tijd is het essentieel dat we onszelf durven te zijn, eerlijk zijn en onze lach en traan laten zien. Zonder die echtheid en eerlijkheid kun je geen relatie opbouwen, hoeveel mooie programma’s of events je ook aanbiedt.’
Tips voor meer ontspanning in het jongerenwerk
- Richt je op de zestien- en zeventienjarigen
‘Ik merk dat veel kerken enthousiast zijn om een zeventienplusprogramma te starten en niet altijd weten waar te beginnen. Hetzelfde gold voor onze gemeente. Het is ingewikkeld om een groep die je niet meer goed in het vizier hebt, te benaderen. Ik heb toen besloten om te focussen op de jongeren die we wel in beeld hadden. Je kunt niet alles doen, niet iedereen bereiken. Zoveel tijd en energie heb je niet. En het gaat ten koste van de kwaliteit van wat je doet. Bovendien geloof ik dat de jongeren die wij niet meer in beeld hebben, echt nog wel in Gods hand zijn. Dus ik richtte me op de groep die in hun laatste jaar van ons tienerprogramma zat en het jaar daarna nog niks had, de zestien- en zeventienjarigen. Dat is meestal een hechte groep, omdat ze al vijf jaar bij elkaar zijn en ook nog samen een diaconale reis gaan maken, een groep die bij elkaar wil blijven.’- Kom in actie
‘Ik wilde niet eerst beleid schrijven of een visie opstellen, maar gelijk in beweging komen. Dat paste bij mij en heeft goed voor ons gewerkt. Zo ben ik een jongerenevent gaan organiseren en onderweg haakten er allerlei vrijwilligers aan. Vrijwilligers komen wel als je een heldere en overzichtelijke taak hebt. Je hoeft niet aan het begin een team samen te stellen, met elkaar te overleggen etcetera. Dat doe ik nu wel in sommige gevallen, maar toen ik net binnenkwam, was dit de manier om weer beweging in het gemeenteleven en de jongeren zelf te krijgen.’
Elze Riemer is godsdienstwetenschapper en journalist.