‘Kijk elkaar in de ogen, dan ontstaat er ruimte voor genade’

Leendert de Jong | 13 maart 2021
  • Interview
  • Thema-artikelen

‘Zelf houd ik mij aan de coronamaatregelen; als zij dat nou ook eens zouden doen…’ Je hoort het jezelf zeggen. Als iets niet goed gaat, is het altijd een ander die daar verantwoordelijk voor is. Een trend die overal aanwezig is en zeker in de politiek, is de ervaring van politicoloog en CU-politicus Gert-Jan Segers: ‘Het voelt slecht als wij de controle kwijt zijn. We willen daar vat op hebben. En dus wijzen we een schuldige aan.’

(beeld Hans van Sloten)

(beeld Hans van Sloten)

De meeste mensen onder wie ikzelf deugen, de anderen niet. De wetenschap heeft hier een fraaie term voor: ‘externalisering van het kwaad’. Waaraan denk jij als je dit hoort?
‘Ik vat de term op als: het kwaad zit elders, ik heb het goed gedaan. Ik moet daarbij denken aan hoogmoed, aan overmoed dat jij aan de goede kant staat, dat jij het goede deed, dat het kwaad niet bij jou zit. Ook krijg je zomaar de neiging om dit kwaad te personaliseren, zodat het een gezicht krijgt: die en die, ja, die is de schuldige. Ergens komt zo’n houding neer op misplaatste arrogantie.’

Is dit ook niet logisch, gewoon omdat jij weet dat je goed hebt nagedacht, secuur werkte of wat dan ook; als er dan iets fout gaat, moet ‘de schuld’ daar liggen.
‘Ja, dat herken ik wel, maar in feite is dat toch een soort overlevingsmechanisme. Het is namelijk best een uitdaging om verantwoordelijkheid te dragen. Het is gewoon moeilijk om te aanvaarden dat het ook kan zijn dat jij, dat ik medeschuldig ben, dat het kwaad ook in jou, in mij zit. Dus houd je het kwaad, iets wat fout gaat, graag bij jezelf vandaan. Je ziet dit gebeuren in een een-op-eenrelatie, tussen jou en iemand anders, maar ook in breder verband: je wilt het gevoel hebben onderdeel van een groep te zijn die het goede aan zijn kant heeft. Je ziet dat bijvoorbeeld terug in kerkelijke gemeenschappen waar verschil van inzicht over bepaalde thema’s is. Dan voelt het geruststellend als jij aan de ‘goede kant’ van de streep staat. Dat werkt net zo in de samenleving en in de politiek: zij zitten fout, ik sta aan de goede kant. Zoiets proefde je een aantal jaren geleden bij de jonge mensen die vanuit westerse landen afreisden naar Syrië om zich bij IS te voegen. Het ging daarbij regelmatig over jongeren die in het Westen in niet heel gemakkelijke omstandigheden leefden. Opeens was daar vanuit IS een soort belofte: kom hiernaartoe, strijd mee tegen ‘het kwaad’, dan sta je aan de goede kant, dan bereik je iets.’

‘Door de secularisatie trekken we het oordeel naar voren’

Dan krijg je weer controle, dan doe je zelf iets.
‘Ja, dat zit er zeker in. Je ziet dat ook in alles wat rond corona speelt. Corona leert ons dat wij dingen niet in onze macht hebben, dat wij de controle kwijt zijn. Zoiets voelt slecht, het is een onoverzichtelijk geheel. Dan willen we toch ergens vat op hebben. Dus moet er iemand schuldig zijn, de WHO bijvoorbeeld, of Bill Gates, Hugo de Jonge of de farmacie. Zoiets stelt jou dan gerust: ik sta aan de goede kant, ik heb goed zicht op waar het kwaad, de kwaadaardigheid, zit. Maar in feite misken je hiermee de werkelijkheid.’

In aansluiting op dat laatste: de recente toeslagenaffaire. Vrijwel alles en iedereen in ‘het systeem’ heeft daar schuld aan. Juist dan is het opvallend dat een meerderheid van de bevolking al sinds 2012 het tegengaan van misbruik van uitkeringen de topprioriteit voor de overheid noemt. Dus hebben ook wij hieraan schuld, toch?
‘‘Dat klopt. Ik heb mij inderdaad afgevraagd: hoe komt het nu dat wij onszelf hier buitenlaten? Dat zit heel diep. Een van de grondtonen hierin is ook dat wij als mensen, gelovig of niet, nog iets weten van een situatie waarin het goed was, van een onbedorven paradijs. We weten ook dat dit stukliep, dat de zonde er kwam. Maar er komt verlossing, het wordt weer goed. Elementen hiervan zie je terug in de toeslagenaffaire. Nederland heeft een prachtig sociaal stelsel met als belangrijk principe: ‘we zorgen voor elkaar’. Toen bleken er fraudeurs te zijn. De mensen denken dan vervolgens dat de ‘verlossing’ van de overheid komt; die zorgt ervoor dat het weer goed komt. Maar zo werkt het niet, niet bij een overheid en evenmin bij die ene politicus, muzikant of schrijver die wij graag zien als de ‘messias’ die alles weer goed maakt. Als dit perfecte plaatje vervolgens niet uitkomt, als dingen haperen, dan knapt er iets bij ons.’

(beeld Hans van Sloten)

(beeld Hans van Sloten)

Want dan blijkt dat niet alles maakbaar is, ook de coronacrisis niet.
‘Nee. Terwijl wij zomaar denken dat dit wel zo is. Neem de slogan: ‘samen krijgen we corona onder controle’. Hoe goed bedoeld ook, ook hierin zit iets van maakbaarheid. Als er dan iets fout gaat, moet er in de politiek een spoeddebat komen en wordt gezocht naar een schuldige. Want die moet er hoe dan ook zijn. Maar helaas, maakbaarheid is een utopie.’

Er moet een schuldige zijn, een zondebok. Jij gaf daar zojuist al een verklaring voor, historica Beatrice de Graaf deed eerder hetzelfde. Ik vat haar analyse samen: in een seculiere samenleving is er weinig plek voor religie. Daardoor moet alles hier en nu opgelost worden, er is ook geen ruimte voor gerechtigheid of vergeving. Waar eerder religie het kwade kon bezweren, moet dit nu op een ander geprojecteerd worden.
‘Dit is heel waar. Door de secularisatie trekken wij het oordeel naar voren. We willen graag dat hetzelfde gebeurt met het paradijs: nu moet wat ik wil lukken, nu moet het goedkomen. Terwijl het evangelie ons iets anders leert: heb geduld, kijk door dingen heen, schort je oordeel op. Zoiets helpt je ook om dingen die moeilijk zijn te verdragen. Denk niet dat deze leefstijl geen oog voor onrecht heeft. Nee, ook genade weet scherp te onderscheiden waar het misgaat, wil onrecht benoemen en durft fouten toe te geven. Ik geef daar in mijn politieke werk ook invulling aan. Bij een recente terugblik op deze kabinetsperiode heb ik verteld over wat in het kabinet niet gelukt was, wat maar half lukte en wat wel gelukt was. Wees over zoiets maar open.’

Maar dat is toch lastig?
‘Dat is zo. Ik moet denken aan de tekst uit Spreuken in de Statenvertaling waarmee ik ben opgegroeid: “De vreze des Heeren is het beginsel der wijsheid.” Ik lees hierin dat wijsheid begint met het kennen van mijn plek ten opzichte van God, met de erkenning dat ik zelf kwetsbaar ben, dat ik fouten maak. Dat besef maakt je genadig voor anderen, ook voor bestuurders. Want dat is opvallend: ergens snakken we allemaal naar een genadige benadering van en door elkaar. Ik heb iets daarvan gemerkt toen ik enkele jaren geleden aan het slot van het debat over het ontslag van Halbe Zijlstra als minister van Buitenlandse Zaken deze vraag gesteld heb: “Is er nog ruimte voor genade? Er zijn namelijk dingen waarvoor we ons allemaal moeten schamen; we zijn feilbare mensen. Halbe Zijlstra staat dicht bij ons.” Wetend hoe feilbaar we zelf zijn, vrezen we dezelfde genadeloosheid als Halbe Zijlstra ten deel viel. Aan de reacties van collega’s was te merken hoezeer dit leeft: zo genadeloos als we vaak voor een ander zijn, zo vriendelijk zijn we voor onszelf. Wat dan helpt, is om eerlijk in de spiegel te kijken. We hebben allemaal genade nodig.’

‘Genade weet scherp te onderscheiden wat misgaat’

Aansluitend op dit laatste: hoe komen we hierin verder, in persoonlijke relaties, de politiek, in de kerk?
‘Zelf ben ik onder de indruk van de werkwijze van AA, de Anonieme Alcoholisten. Zij werken al heel lang met een twaalfstappenplan op weg naar herstel. Belangrijk daarin is de erkenning dat jij als individu het niet alleen redt, dat je gebrekkig bent en hulp wilt aanvaarden. Als je dit vertaalt naar waar wij het nu over hebben – de neiging om van jezelf weg te kijken en een ander tot zondebok te maken – betekent dit het volgende: leef dicht bij God. Besef dat Hij al gezorgd heeft voor een zondebok die ook jouw gebreken wegneemt. Zoek vervolgens de ander op van wie jij de neiging hebt om die te beschuldigen, zo van: jij deed dit of dat. Praat met hem of haar in plaats van over hem of haar. Kijk elkaar in de ogen en besef dat het kwaad ook bij jou zit. Kijk elkaar in de ogen, dan ontstaat er ruimte voor genade.’

Is er in deze benadering, met het accent op genade, niet het gevaar dat veel, zo niet alles, met de mantel der liefde bedekt wordt?
‘Nee, zeker niet. Naast genade is er ook recht. Neem de discussie over het fenomeen straf. Vaak hoor je: er moet streng gestraft worden. Dat is waar, als daar gelet op het delict aanleiding voor is. Genade doet niets af aan de waarheid, het recht moet zijn loop hebben. Maar het onrecht en de straf daarvoor hoeven niet het laatste woord te hebben. Wat bijvoorbeeld heilzaam werkt, is als het lukt om dader en slachtoffer met elkaar in contact te brengen. Dan wordt de vicieuze cirkel van kwaad, schuld, pijn en verdriet doorbroken. Dan proef je dat iets van wat gebeurt in de relatie met God – er is vergeving mogelijk, waardoor er ruimte ontstaat – ook mogelijk is in de relatie tussen mensen, op het persoonlijke vlak, in het kerkelijke leven en in de politiek.’

Over de auteur
Leendert de Jong

Leendert de Jong werkt in de media en is oud-hoofdredacteur van
OnderWeg.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief