Gecanceld door God
- Opinie
- Thema-artikelen
De meeste mensen deugen, en wie niet deugt, wordt gecanceld. Cancel culture is een ritueel waarbij we als samenleving wanhopig op zoek zijn naar het goede en het kwaad willen uitwijzen. Daardoor ontstaat er meer een tweedeling in de samenleving. Wat is daarin je plek als christen? Waar is Christus? Bram Beute en Jaap Cramer zoeken naar antwoorden en houden zichzelf daarbij niet buiten schot.
Onze samenleving is in veel opzichten moreel hoogstaand. Je mag geen onderscheid maken tussen mensen vanwege ras, religie, afkomst of seksuele voorkeur. De publieke voorzieningen moeten werkelijk publiek zijn en toegankelijk voor iedereen. Al deze zaken lijken misschien vanzelfsprekend, maar dat zijn ze buiten onze tijd en cultuur vaak niet.
Eeuwenlang heeft het christendom in grote mate bijgedragen aan de vorming van die hoge standaarden. Mensen afkomstig uit niet-westerse landen herkennen veel waarden in Nederland vaak als typisch christelijk. Toch worden de meeste van deze verworvenheden door niet-christenen minstens zo fanatiek verdedigd. Van verontwaardiging over de behandeling van vluchtelingen tot verantwoord omgaan met deze aarde. Sterker nog, vaak wordt juist op kerken neergekeken als achterhaald instituut dat niet aan de hoge morele standaard voldoet, omdat ze zouden discrimineren op geslacht of geaardheid, en vrouwen het recht om baas in eigen buik te zijn willen ontzeggen. In de ogen van een seculiere samenleving heb je dan niet zoveel recht van spreken meer.
Misplaatste grap
Er is dus grote behoefte aan recht: mensenrechten zijn immers universeel? Graag wijzen we aan wat er fout gaat; blijkbaar zijn ook fouten universeel. De zonde wordt hartgrondig gehaat, maar de zondaar ook. Heb je ooit iets op Twitter gezegd wat niet politiek correct was, dan kan daar jaren later nog een publieke hetze over ontstaan. Een misplaatste grap, een verkeerd begrepen opmerking, voor je het weet ben je nergens meer welkom. ‘Bitter Twitter’ is ongenadig. Hebben we als samenleving de behoefte onszelf te reinigen van het kwaad? Dat wat niet deugt, moet uitgebannen worden. Zo zijn we terechtgekomen in een cancel culture. Een ritueel: je afschuw uitspreken over wat een ander heeft gezegd of gedaan. Het kan goed en verstandig voelen om daaraan mee te doen. Want zo toon je aan dat jij niet zo bent: geen graaier, vrouwenhater, racist of … Jij in ieder geval niet, jij bent ‘woke’.
Maar is dat wel zo? Is je woede werkelijk slechts heilige verontwaardiging? Misschien is er ook nog iets anders aan de hand. Wij, de schrijvers van deze beschouwing, zijn vaak het meest verontwaardigd over het kwaad dat onszelf ook aanlokkelijk lijkt. Onder verontwaardiging ligt jaloezie op de ander die wel schaamteloos de aandacht naar zich toe durft te trekken, durft te graaien, zijn fantasieën uitleeft of hardop durft te zeggen wat ‘iedereen stiekem denkt’. Om daarmee te kunnen omgaan, vergroot ik uit wat niet deugt bij een ander. Daarmee projecteer ik mijn tekort op een ander. Ik beschuldig de ander om mijn eigen ongemak, schaamte of schuldgevoel te overschreeuwen. Tot ik een Nathan ontmoet die mij uit de tent lokt, mij in mijn woede onderbreekt en zegt: ‘Jijzelf bent die man!’ (2 Samuël 12:1-9)
Deugmensen
De samenleving nu is niet zoveel anders dan die in de tijd dat Jezus bij ons woonde. Ook toen had men een hoge morele standaard. De farizeeën waren daarvan de belangrijkste vertegenwoordigers. Tegelijk waren ze Jezus’ grootste tegenstanders. Hij werd zelfs gezien als vriend van zondaars. Met hen at Hij en vierde Hij feest. Toen Hij stierf, was het tussen twee misdadigers in. Als je wilt zijn waar Jezus is, dan moet je bij de zondaars zijn. Bijvoorbeeld bij hen voor wie de morele standaard van onze tijd te hoog is. Bij degenen die zich er gefrustreerd van afkeren. Ze stemden of stemmen op populistische politici als Trump of Baudet. Zij doen niet hun best zich aan die hoge morele waarden te houden, maar claimen ruimte voor heel ander gedrag. Ze verzetten zich op sociale media tegen ‘deugmensen’, in hun ogen de farizeeërs van nu.
Wat betekent het om te zijn waar Jezus is, om als christen juist de zondaars op te zoeken? Betekent dit dat we seksisme, racisme, vernietiging van het milieu, gekoesterd slachtofferschap en ongepast gedrag negeren of zelfs omarmen? Dat is onmogelijk. Want juist het verzet daartegen is diep geworteld in het christelijk geloof. De liefde voor de zondaar kan bij christenen niet bestaan zonder de haat voor de zonde. Maar andersom is ook waar: een christen mag de zonde niet haten zonder de zondaar lief te hebben.
Wat moeten we dan met het kwaad? Onderscheid maken tussen ‘zondaars’ en ‘farizeeërs’ werkt niet. Als je eerlijk bent over hoe vaak je het kwaad buiten jezelf zoekt om er zelf beter vanaf te komen, zie je dat dit onderscheid een witgekalkt graf is. Sommigen zoeken het in een schijnbaar nuchtere vergoelijking: ‘niemand is volmaakt’. Probleem is dat dit voor slachtoffers van het kwaad al gauw klinkt als: ‘zeur niet’. Gemakzuchtig over het kwaad spreken houdt onrecht in stand. Onze Heer zelf zei dat als onze gerechtigheid niet groter is dan die van de farizeeën, wij het koninkrijk van God niet kunnen binnengaan (Matteüs 5:20). Vergoelijking is een onbegaanbare weg.
Dus moet het kwaad werkelijk uitgebannen worden. Uit onze samenleving, uit onszelf. De farizese oplossing om het kwaad op andere zondaars te leggen, voldoet niet. Daarmee blijven we zelf buiten schot en lijken mensen alleen maar meer te worden wat je zegt dat ze zijn: zondaars. Ook die andere weg, van hen die de elite, Europa, de Joden, de milieumaffia of de moslims tot zondebok maken, leidt tot nieuw onrecht en het negeren van (eigen) kwaad.
En toch, het gevoel dat het kwaad uitgebannen moet worden klopt, net als het gevoel dat wij de verantwoordelijkheid voor het kwaad zelf niet aankunnen. De schuld lijkt te groot. God zelf biedt zijn volk in het Oude Testament al wetten aan om de schuld af te schuiven. Op de Grote Verzoendag moet de hogepriester offers brengen voor het hele volk. Vervolgens moet hij de zonde van zichzelf en het volk op de zondebok leggen door zijn handen op de kop van het beest te leggen en de zonden van het volk uit te spreken. Daarna stuurt hij het de woestijn in. Zo neemt de bok het kwaad weg van het volk (Leviticus 16:21,22).
Rituele formule
Het kwaad past niet bij God en evenmin bij mensen. Het moet uitgebannen worden. De zondebok is Gods cancel culture. Alle schuld wordt op één plek gelegd om de samenleving weer zuiver en heilig te maken. De zondebok draagt het kwaad weg. In de lijdenstijd word je eraan herinnerd dat dit is wat Jezus doet. Johannes wijst Hem aan als het Lam dat God geeft om de zonde van de wereld weg te nemen (Johannes 1:29). Paulus zegt het ook: God heeft Hem tot zonde gemaakt (2 Korintiërs 5:21). Hij heeft de vloek die op ons ligt, doordat we ons niet aan de wet hielden, op zich genomen. Hij werd voor ons vervloekt. Zo kunnen alle volken delen in de zegen van Abraham (Galaten 3:10-14).
Het zijn bekende woorden, maar zijn ze meer dan een rituele formule? Misschien moeten we ons nog eens goed inleven. Jesaja schrijft bijvoorbeeld dat Jezus werd verstoten en veracht. Wij voelen dan meestal medelijden, omdat Hij zo gemeen en oneerlijk behandeld wordt. Maar bekijk het eens vanuit het beeld van de zondebok. Probeer eens echt in het gebeuren te stappen. Geen buitenstaander blijven, maar ons rondom Hem verzamelen, onze handen op Hem leggen en onze fouten en missers op Hem projecteren. We storten al ons vuil over Hem uit. Laten we Hem dan daarom haten, uitjouwen, wegjagen. Hij is een vervloekte. Hij deugt niet. Weg ermee! We sturen hem naar een verlaten gebied, de woestijn in. Het kwaad wordt uit ons midden verdreven.
Weerstand
Het stuit ons tegen de borst om zo over Jezus te schrijven. Kun je dit wel zo zeggen? Ja, zoals Paulus zei: Hij heeft Jezus voor ons tot zonde gemaakt. Hij moest als een Lam geslacht worden om de zonde van de wereld weg te nemen. De weerstand die dit oproept, kun je ervaren tijdens een Goede Vrijdagdienst. Het is een oude gewoonte om dan het lijdensverhaal te laten lezen door drie voorlezers: een evangelist, iemand die Jezus’ woorden leest en iemand die de woorden van de anderen uitspreekt. Er kan ook een rol aan de andere aanwezigen gegeven worden. Zij mogen dan de woorden uitspreken van de menigte, woorden die in alle evangeliën voorkomen: ‘Kruisig Hem’, ‘aan het kruis met Hem.’ Maar wie durft dat mee te roepen met de Jeruzalemmers? En toch, daarover gaat het op Goede Vrijdag. Het waren niet de Joden die U kruisigden, Heer. Maar ik ben het.
Wie gecanceld wordt, is afgeschreven. Zelfs als er vergeving en verzoening plaatsvinden, blijft het stigma. Al zegt niemand het, je hoort de mensen denken: “Jij bent toch die man die ooit…” In Gods oplossing is Jezus de enige die het zondebok-zijn werkelijk overleeft. Hij keert als enige zondebok terug van de vernietiging, maar zonder de zondeballast. Toch staat Hij niet uit de dood op met een onbeschadigd lichaam. Thomas wordt uitgenodigd om zijn vingers en zijn hand in Jezus’ wonden (stigmata) te leggen (Johannes 20:27). Johannes ziet Jezus als Overwinnaar en als Lam dat geslacht is (Openbaring 5:7-12). Christenen hebben ook daarna dat beeld vastgehouden: Jezus wordt meestal afgebeeld hangend aan het kruis, bloedend uit zijn wonden.
De wonden van Jezus zijn open wonden. Sommige wonden helen niet. Dat moet je zelfs niet willen, want dat leidt onderhuids alleen maar tot levensgevaarlijke ontstekingen. Denk aan de wond van de holocaust, van eeuwenlang antisemitisme, van slavernij en discriminatie. Het is goed om elk jaar weer stil te staan op 4 mei en bij de afschaffing van de slavernij. Niet om onszelf te wentelen in schuldgevoel, maar om te erkennen: wij kunnen deze schuld niet dragen en de gevolgen ervan niet helemaal oplossen. We erkennen het onrecht dat wij of degenen die ons voorgingen slachtoffers hebben aangedaan en dat wij nooit helemaal goed kunnen maken.
Zo is ook Goede Vrijdag het openhouden van een wond. Jij en wij zullen ermee moeten leven dat we ons collectief tegen het meest zuivere bokje hebben gekeerd en Hem aan het kruis hebben laten slaan om van onze last af te komen. Dat is niet om onszelf te wentelen in schuldgevoel, maar om te erkennen: wij kunnen onze schuld niet dragen en die schuld is van ons afgenomen. Opdat we niet vergeten.
Bijzondere positie
Het betekent dat je als christen een bijzondere positie in de samenleving inneemt. Met afschuw voor kwaad en onrecht, maar in verbondenheid met degene die dat kwaad en onrecht begaat. Dat kan onbegrip en zelfs afgrijzen oproepen van degenen die je scharen onder de ‘deugmensen’ of juist van degenen die door boosdoeners te cancelen het kwaad zogenaamd willen uitbannen. Denk bijvoorbeeld aan de reacties die Rikko Voorberg kreeg, toen hij een aantal jaren geleden actie voerde voor de veroordeelde pedofiel Benno L. onder de kreet: ‘Benno L. is welkom in mijn straat.’
Als je met Jezus bij de zondaars bent, hoef je niet bang te zijn voor schuld en voor de erkenning ervan. Dan is het voor jou als christen onnodig en zelfs onmogelijk om afschuw van een zondaar te hebben om jezelf schoon te houden. Je hoeft niet mee te doen met de cancel culture. Niemand hoeft gecanceld te worden, omdat die Ene gecanceld is voor ons allemaal.
Bram Beute en Jaap Cramer zijn beiden predikant en redacteur van OnderWeg