Katholiek onder de grote rivieren

Bram Beute | 26 juni 2021
  • Achtergrond
  • Interview
  • Thema-artikelen

Geloven onder de grote rivieren is voor protestanten én katholieken anders dan boven de grote rivieren. Bisschop Gerard de Korte groeide op in Vianen, studeerde in Utrecht, was deken in Zwolle en bisschop in Groningen om uiteindelijk bisschop van ’s-Hertogenbosch te worden. Welke verschillen ziet hij tussen Noord- en Zuid-Nederland in mentaliteit en geloof? Hoe verzet de Rooms-Katholieke Kerk zich in Brabant tegen de secularisatie? En welke mogelijkheden zijn er voor gereformeerden en katholieken voor samenwerking?

De Korte formuleert snel en gemakkelijk. Interviews geven is een onderdeel van zijn taak als bisschop. Bezinnen en besturen ook. De Korte trekt de grote lijnen: hoe staat de kerk in de samenleving, wat is daarin haar roeping? Dat alles gaat samen met veel kennis van en inzicht in de geschiedenis en de cultuur. Tegelijk klinkt in zijn woorden een verlangen door. Een verlangen dat mensen zich meer en meer in geloof in Christus verbonden weten en voelen aan God en zo aan elkaar.

Wat ziet u in het algemeen als een belangrijk cultureel verschil tussen Nederland onder en boven de grote rivieren?
‘Het gemeenschapsgevoel. Dat is hier groter. Hier zeggen ze ‘ons moeder’ en ‘ons vader’, terwijl ik altijd ‘mijn vader’ of ‘mijn moeder’ zeg. De protestanten hebben van Luther veel meer individualisme geleerd: “Hoe ben ík rechtvaardig voor God?” Dat is anders dan de middeleeuwse mens die zich vooral deel wist van een geloof dat hemzelf oversteeg. Ook het katholicisme is hier anders dan boven de grote rivieren. Ik ben opgegroeid in Vianen, in een grote katholieke kerk, maar met een protestantse meerderheid. Dat stempelde ook ons katholicisme. Ik merkte dat door een tante uit Brabant. In Brabant was katholicisme gemoedelijker, vrijer, opener en misschien ook wel gemakkelijker. Het katholicisme hier is sterk verbonden met het volksgeloof. In deze omgeving is bijvoorbeeld een sterke Mariadevotie. In de meimaand, de Mariamaand, hing de stad vol blauwwitte Mariavlaggen. Er zijn processies voor Maria waar duizenden aan meedoen. Dat is mooi. Tegelijk vind ik het wel belangrijk dat het niet alleen om Maria op zich gaat, maar dat we via Maria bij Christus komen.’

Wat doet u ertegen als u bang bent dat die volksdevotie op zichzelf komt te staan? Verbiedt u dan processies?
‘Nee, dat niet. Het enige wat ik kan doen, is in de preken duidelijk maken wat Maria’s positie is. We zijn een volkskerk. Daardoor bereik je veel mensen. Maar je moet ook aanvaarden dat er verschillende graden van betrokkenheid zijn. Sommige mensen, zoals u en ik, zijn heel betrokken. We hebben van het geloof ons werk gemaakt. Anderen leven meer aan de rand en komen zelden of nooit in de kerk. Maar ze vinden het toch belangrijk dat de kerk er is en dragen bijvoorbeeld wel financieel bij, zodat de kerk in hun dorp kan blijven bestaan.’

Geïnspireerd door magazine OnderWeg? Neem een gratis proefabonnement.

De kerk is onderdeel van de cultuur, zoals bijvoorbeeld ook bij carnaval?
‘Jazeker. Tijdens de mis voor het carnaval, voordat prins carnaval van het station wordt gehaald, komen er wel drieduizend mensen naar de kerk. De prins moet hier van buiten komen en protestants zijn. Vroeger had de kerk moeite met alle aberraties rond het carnaval. Men deed alles wat God verboden had. Nu ontvang ik de prins met zijn gezelschap wel tijdens carnaval.’

Tegelijk is hier ook secularisatie en heeft de kerk niet bij iedereen een goede naam.
‘Dat is zo. De kerk is lange tijd een machtsfactor geweest. De verhalen van autoritaire priesters worden beter onthouden dan die van de milde priesters. Het is eigenlijk zoals je dat zo vaak ziet: als de macht te lang bij een groep of partij ligt, dan gaat het mis. Er ontstaat vriendjespolitiek en er is weinig ruimte voor andere opvattingen of beleving. Dat zie je ook op andere plaatsen. Macht moet ook gecontroleerd worden: Dat de kerk geen machtsfactor is, daar ben ik echt niet rouwig om. Wij volgen de gekruisigde Christus. Degene die wij Heer noemen heeft naar aardse maatstaven ook weinig macht. In het verleden is dat wel misgegaan. Politieke en religieuze macht raakten te veel met elkaar verweven.’

(beeld Bisdom Den Bosch)

Ziet u daarmee secularisatie als iets positiefs? Dat heeft toch gezorgd voor een inperking van de macht van de kerk en voor meer evenwicht.
‘Nee, ik zie secularisatie vooral als afbraak van de katholieke cultuur die leidt tot sprakeloosheid als het gaat over God. Christelijke socialisatie, dat mensen opgroeien in het christelijk geloof, is een groot goed. Bij secularisatie spelen verschillende factoren een rol, zoals het seksueel misbruik en de machtspositie die de kerk had. Maar ook het feit dat mensen hoger geschoold zijn en meer geld hebben. Dat leidt bijna altijd tot meer individualisering. Verder zijn er, zoals de Franse filosoof Paul Ricoeur ze noemt, ‘de meesters van het wantrouwen’. Darwin, Freud en Marx reduceren godsdienst tot biologie, psychologie of economie. Dat leidt tot religieuze onzekerheid. Daarbij komt dat er een enorme diversiteit aan religie is. Alles komt op de mensen af. Benedictus XVI noemde dat misschien wat te streng ‘de dictatuur van het relativisme’. Het lijkt op wat Paulus in Athene aantreft (Handelingen 17): een enorm religieus aanbod. Dus vragen jonge mensen zich af: “Waarom zou ik voor Jezus kiezen?” Mensen durven niet zomaar te luisteren naar het natuurlijke verlangen waarover Augustinus spreekt: “Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in U, o God.”’

Hoe helpt u de mensen om rust in God te vinden?
‘We zetten als kerk sterk in op gezins- en familiepastoraat. Uit onderzoek blijkt dat de gezinnen het belangrijkste zijn voor de religieuze vorming. Tussen nul en twaalf jaar hebben we als kerk drie momenten waaromheen we pastoraat en cursussen organiseren: de doop, de eerste communie en het vormsel. Zo worden kinderen ingewijd in de liturgie. Daarbij gaat het niet alleen om de liturgie van de kerk. Mensen komen niet langer elke dag of elke week in de kerk. Daarom is huisliturgie ook belangrijker geworden. Denk aan: samen bidden rondom de maaltijd, een kruisje op het voorhoofd of een bedevaart.’

Helpen cursussen en huisliturgie tegen de secularisatie?
‘Het houdt die secularisatie niet helemaal tegen. We zijn kerk in de marge geworden. Nog maar vier procent van de mensen gaat naar de kerk. Maar dat betekent niet dat we marginaal zijn. In de tijd van Constantijn, toen het christendom een staatsgodsdienst werd, was waarschijnlijk ook maar zo’n tien procent van de bevolking christen. Toch hadden die christenen een grote invloed en betekenis. Dat kan nog steeds. Als tien procent van Nederland leeft uit het geloof, dan is dat zeker niet marginaal.’

Kunnen kerken samen optrekken? In Zwolle en Groningen had u veel contacten met protestanten? Hoe is dat in Brabant?
‘Ook hier hebben we goed contact met elkaar op institutioneel niveau, vooral met de protestantse kerk, maar ook met een Luthers bisdom. In 2017 – het Lutherjaar – ben ik veel gevraagd om iets te zeggen over de oecumene en de verhouding tussen protestantisme en katholicisme. Bij oecumene denkt men vaak, veel te vaak, alleen aan gezamenlijke vieringen en dan krijg je ook gelijk de problematiek van eucharistie en avondmaal. Maar bij de catechese en het diaconaat is nog een wereld te winnen. Daar wordt gelukkig ook al samengewerkt. Kerken en parochies nodigen elkaars leden uit voor hun cursussen en studieavonden.

Diaconaal werken we landelijk samen met veel protestantse kerken aan het ‘Armoederapport.’ Enerzijds is dat om de overheid te vragen om werk te maken van armoedebestrijding. Anderzijds ook om ook te laten zien wat de kerk op dit terrein doet. Het gaat dan niet zozeer om geld, maar vooral om de inzet van vrijwilligers. Lokaal is mijn indruk dat de Parochiële Caritas Instellingen en de (protestantse) diaconieën nog grotendeels hun eigen lijn trekken. Al zijn er in de grote steden wel initiatieven, zoals het stadpastoraat dat wel gezamenlijk met protestantse kerken wordt georganiseerd. Maar we kunnen hier meer samen optrekken. Jezus zet ons aan tot dienstbetoon. Dat aanvaarden we toch allemaal? Over diaconie hoeven we geen wilde discussies te voeren zoals rond eucharistie en avondmaal.’

In veel protestantse kerken is er een onbalans tussen woord en sacrament

Hoe kijkt u aan tegen missionaire initiatieven in Brabant die proberen een nieuwe kerk te planten?
‘Ja, dat is echt protestants. In de Katholieke Kerk gebeurt dat vanuit het bisdom. Als er iets geplant wordt, doet de bisschop dat.’

Iemand begint bijvoorbeeld een wijkcentrum in Den Bosch, mensen komen daar naartoe en worden lid van een nieuwe kerk? Wat vindt u daarvan?
[Zucht.] ‘Als Jezus wordt bekendgemaakt, dan kan ik daar slecht op tegen zijn. Maar het is niet wat wij katholieken propageren. Wij doen dat vanuit de parochies, zoals hier in de Groote Wielen, een enorme nieuwbouwwijk. Daar is geen kerkgebouw, maar vanuit de bestaande parochie van Empel proberen we via de gezinnen het evangelie binnen te krijgen. Daarnaast zijn er ook parochiekerken waar de charismatische spiritualiteit meer dominant is. Dat trekt mensen die binnen de katholieke kerk wat meer evangelisch georiënteerd zijn. Daar is dan ook interesse voor samenwerking met evangelische christenen.’

Ten slotte: wat zouden gereformeerde kerken van katholieken moeten leren?
‘Sacramenteel denken. In veel protestantse kerken is er een onbalans ontstaan tussen woord en sacrament. Het avondmaal komt te weinig in beeld. Maar ook breder dan dat. Vaak mist het besef dat de werkelijkheid ook naar God verwijst. Zoals Ignatius van Loyola, de stichter van Jezuïetenorde zei: “God vinden in alle dingen.” Dat zou ik de protestanten gunnen.

Het mooie van de oecumene is ook dat we van elkaar leren. Wij als katholieken kunnen leren van de liedcultuur en de liefde voor de Bijbel. Mensen zeggen nogal eens: ik gun de islam een verlichting. Ikzelf gun de islam een oecumenische beweging, zodat Sjiieten en Soennieten ontdekken dat ze veel meer met elkaar gemeen hebben dan hun leiders suggereren. Voor mij is de oecumenische beweging namelijk echt een geschenk van de Geest aan de kerken. Als christenheid hebben we elkaar eeuwen uitgescholden, vervolgd en gedood. De afgelopen halve eeuw is ook de katholieke kerk met de grote christelijke tradities in gesprek gegaan en is er enorm veel bereikt. Het binnen-christelijke geweld is bijna overal verdwenen.’

Dit interview komt uit de OnderWeg van 26 juni 2021. Geïnspireerd? Neem een gratis proefabonnement.

Over de auteur
Bram Beute

Bram Beute is redacteur van OnderWeg en voorganger van Oase voor Nieuw-West en De Bron in Amsterdam Nieuw-West.

Gods Geest in het Oude Testament

Gods Geest in het Oude Testament

Koert van Bekkum
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Reisbagage: ‘Leren omgaan met de Bijbel is als leren fietsen’

Reisbagage: ‘Leren omgaan met de Bijbel is als leren fietsen’

Pieter Kleingeld
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief