Gereformeerd zijn in een katholiek parochiehuis
- Opinie
- Thema-artikelen
Het stadsbeeld van Maastricht ademt het katholicisme. Op het Onze Lieve Vrouweplein krijg ik het gevoel op heilige bodem te staan. Hier is het evangelie al verkondigd vanaf de vierde eeuw na Christus. Jacob Glas, emeritus predikant van de NGKv in Maastricht en de GKv Venlo, gaat in op de vraag: hoe kunnen wij door verbinding met dit oude katholicisme groeien in eenheid in Christus?
Vanaf 2001, toen de gemeente onderdak vond in het parochiehuis in de wijk Wolder, hebben we een open vizier gehad naar de rooms-katholieke omgeving, sterker nog, we hebben ons harnas uitgetrokken. Toen we ruimte zochten voor onze activiteiten en een woning voor ons gezin, vonden we onderdak in het parochiehuis van de Rooms-Katholieke Kerk en in het huis van de vroegere kapelaans in de wijk Wolder. Wanneer je nauwer contact met elkaar krijgt, ontdek je binnen de dwarsverbinding tussen katholiek en gereformeerd elkaars geloof in een geseculariseerde omgeving. Kerk zijn in de dwarsverbinding is groeien in eenheid, zoals Jezus die verlangt (Johannes 17).
Geloofsverbinding
De kist met het lichaam van een parochiaan wordt de kerk ingedragen en voor het doopvont gezet. ‘Welkom in het huis van de Vader’, roept de dienstdoende pastoor. Hij pakt de wijwaterkwast en in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest werpt hij het wijwater in de vorm van een kruisteken over de kist, de druppels spatten met een dof geluid tegen het hout. De link met de doop is weer gelegd. Dat een mens mag eindigen waar hij is begonnen: opgenomen in het verbond met God en onvoorwaardelijk geliefd.
Na de dienst wordt de kist op het pleintje voor de kerk gezet. De pastoor heeft nog een boodschap voor de kinderen en kleinkinderen die nooit meer naar de kerk gaan, maar nog wel – in de geest van hun geliefde – met een kerkelijke begrafenis konden instemmen. Hij legt het bijbeltje van de gestorvene op de kist en vertelt waarom het niet meer in goede staat is. Zijn parochiaan, hun vader en opa had het stukgelezen. Dat is de andere kant van het verbond: hoe reageer je op Gods liefde? Dat moeten mensen horen, want dat hebben ze nodig: een levende verbinding met de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Pastoor
Dezelfde pastoor was eens op bezoek bij een bisschop die met emeritaat was gegaan en zijn beklag bij hem deed dat hij terminaal ziek was: waarom moest hem dat nu overkomen? ‘Nou moet je ophouden vriend’, zei de pastoor, ‘je hebt je hele leven de mensen over Christus verteld. Nu mag je naar Hem toe en begin je te sputteren?’ Zo ging hij als dienaar van het evangelie met z’n collega’s om. Toen de kanker zijn eigen lichaam kapot maakte, heeft hij wel de pijn en onzekerheid gevoeld, maar nooit heeft hij ermee gezeten dat het einde van zijn leven heel dichtbij kwam.
De afscheidsdienst was zowel evangelisch, als katholiek en gereformeerd. De manier waarop veel pastoors met de secularisatie omgingen is heel leerzaam voor mij geweest, omdat ik me altijd realiseerde dat het met de kleinere gereformeerde kerken dezelfde kant uitgaat als God dit proces niet omkeert. Ze gaan door met het leveren van hun bijdrage aan de diensten. Het maakt niet uit of er tien of honderd mensen in de kerk zitten, als de lofzang en de gebeden maar doorgaan. Want ze doen het voor Degene die hen gezonden heeft. Ze zijn blij als het Kerst is en de kerk vol zit. Toon Hermans heeft daar een prachtig gedichtje over gemaakt dat ongeveer als volgt gaat:
Jan gaat twee keer naar de kerk
Hij doet dat, omdat het Kerstmis is
En Petrus, op een wolk gezeten, zegt:
Kijk Lieve Heer, daar is Jan
We hebben hem het hele jaar niet gezien
Maar hij is er toch maar weer.
Bovendien merk ik aan hen dat de pastoors zich onderdeel voelen van de wereldkerk. Met de Nederlandse kerkprovincie gaat het slecht, maar elders in de wereld is sprake van groei. Gods Geest werkt breder dan hun blikveld wijd is.
Andere wereld
In onze kerk komen jaloersmakend veel jonge mensen en gezinnen. Toen we het parochiehuis in de wijk Wolder gebruikten voor diensten en andere activiteiten, zeiden de parochianen me dat we beter konden ruilen: zij in het parochiehuis en wij in de kerk, dat zou beter passen bij het verschil in opkomst. Ze gunden het ons van harte en gingen zichzelf vragen stellen. Hoe kan dit? Wat is de reden dat het bij ons niet kan? Toen we als kerk nog overwegend uit studenten bestonden, hebben we gedurende vakanties hele dagen gevuld met activiteiten voor kinderen waarbij de Bijbel openging. Ook hebben we Athletes in Action-projecten gedaan met tieners uit een nabijgelegen stadswijk. Uiteraard nooit zonder toestemming van meneer pastoor. Anders komen de mensen niet. Wij zagen dit project als een dienst aan de samenleving.
De parochianen zien dat we behalve de kerkdiensten ook groepsactiviteiten hebben waarbij niet alleen mensen uit de kerkgemeenschap, maar ook anderen welkom zijn. Ze verbazen zich over de gezelligheid die er is als mensen met totaal verschillende achtergronden samen gaan eten. Ze verbazen zich ook over de vrijmoedigheid waarmee we de Bijbel lezen en het geloof met elkaar en anderen delen. Zij zijn immers niet gewend om het ene en het andere te doen.
We gaven een cursus over het voeren van geloofsgesprekken waaraan een paar parochianen deelnamen. Een van hen zei na afloop: ‘Ik wist van tevoren niet dat het zo’n andere wereld zou zijn, maar ik had het nooit willen missen.’ Ik voerde zelf, indien nodig, geloofsgesprekken met parochianen. Ik ben wel eens bij een man geroepen die terminaal ziek was. Dus had ik een geloofsgesprek met hem en zijn vrouw, maar niet nadat ik tegen de pastoor had gezegd dat ik een van z’n parochianen zou gaan bezoeken en dat hij wel weet wat ik daar ga doen. De pastoor zei eens tegen me: ‘Jij bent goed in straatpastoraat, je weet iedereen voor je in te nemen en intussen gaat het wel over Onze Lieve Heer.’
Heiligdomsvaart
Het parochiebestuur heeft ons jarenlang gedurende de zomer gratis gebruik laten maken van de parochiekerk, omdat het parochiehuis te klein was voor de grote opkomst in de zomermaanden. We hebben de gelegenheid benut om te wijzen op de betekenis van de ornamenten in katholieke kerkgebouwen voor ons geloof. Waarom staat bijvoorbeeld vaak het laatste oordeel afgebeeld op het plafond in de entree? Opdat mensen zich realiseren wat er gebeurt als ze niet de woorden in praktijk brengen die zij in de kerk hebben gehoord. Iedereen moet onder het oordeel door: van koning, keizer en admiraal tot het gewone kerklid.
Tijdens de laatstgehouden Heiligdomsvaart (een zevenjaarlijks religieus en historisch evenement in Maastricht) konden we als protestanten, gereformeerden en baptisten iets van onze samenwerking in Maastricht zichtbaar maken. Indrukwekkend om mee te maken dat het publiek stil toekijkt wanneer de stoet voorbij trekt. We vormden een groep van 35 man die de werken van barmhartigheid uitbeeldden. Zo heb ik persoonlijk en hebben we als gemeente in Maastricht de verbinding ontdekt en ervaren, de eenheid in geloof beleefd en doorvoeld.
Regionaal kerkverband
De kerk in Maastricht bevindt zich in de periferie van de kerkverbanden van de NGK en GKv. Je mist voorzieningen die de zusterkerken boven de rivieren hebben, zoals het gereformeerd onderwijs. Voor landelijke activiteiten in het kader van toerusting en training moeten we een paar provinciegrenzen passeren. We hebben dankbaar onze plek ingenomen binnen de classis Eindhoven van het kerkverband van de GKv en sinds enige jaren ook dat van de NGK. Het contact met onze zusterkerken beschouwen we als waardevol en heeft inhoud. We hebben anderhalf uur nodig voor een enkeltje woning-kerkgebouw om de regionale vergaderingen te bezoeken, maar ik heb daar nooit iemand over horen mopperen.
Op de vergaderingen van de classis en de regio wordt tijdens het rondje langs de kerken altijd ruime aandacht besteed aan het wel en wee van iedere aangesloten kerk. Limburgse leden van de classiskerken gaan jaarlijks op bezoek bij Brabantse Kerken en omgekeerd. De verslagen van die bezoeken leveren voldoende stof om thematisch met elkaar door te spreken. Maastricht heeft altijd ruimte gekregen voor het experiment, zoals voor de huiskerk die in een van de stadswijken functioneert, maar ze heeft ook inzicht gegeven in en rekenschap afgelegd aan de zusterkerken die ons feedback hebben gegeven. Ook heeft ze haar waardering uitgesproken en lessen getrokken.
Stedelijke samenwerking
De activiteiten die je als kerk onderneemt van eredienst tot kringen en de aandacht voor de jeugd vinden plaats op locatie, net als overal in beide kerkverbanden. Daarbij kijken wij als kleine gemeente misschien meer om ons heen dan andere kerken, omdat wij eerder de noodzaak voelen tot samenwerking. We hebben daaraan vormgegeven door met de NGK samen te gaan, door samenwerking te zoeken met de Baptistengemeente met het oog op de jeugd, gezamenlijke diensten in het kader van de Week van de Eenheid te vieren met de Verenigde Protestantse Gemeente Sint Jan en voor te gaan in de Nederlandstalige diensten van de Chinese Kerk in Maastricht en Heerlen. We hebben ons aangesloten bij de Raad van Kerken, waarvan ook de Rooms-Katholieke Kerk deel uitmaakt. Wij hebben zo in onze lokale situatie gehoor kunnen geven aan de eenheid waarom Christus heeft gebeden (Johannes 17).
Gebroken vaas
Bij mijn afscheid van de Raad van Kerken in Venlo lees ik Efeziërs 4:1-6 en vraag aan de aanwezigen: ‘Hoe denken jullie dat ik in het begin van mijn predikantschap deze tekst uitlegde?’ Een op zijn hoge leeftijd nog altijd actieve pastoor zei zonder aarzelen: ‘Je paste de tekst toe op je eigen kerkgemeenschap. Als je ons gaat vragen hoe jij deze tekst nu leest, luidt mijn antwoord dat je de tekst nu gebruikt om op de eenheid van kerken te wijzen.’ In de roos.
Dit voorval tekent mijn ontwikkeling als predikant langs de GKv in Curaçao, Almelo, Maastricht en Venlo en de NGK in Maastricht. Ik ben me steeds meer ervan bewust dat ik als gelovige de Bijbel lees met de bril op van wie ik ben, welke omstandigheden invloed op me hebben uitgeoefend en vanuit welk perspectief ik naar de kerkgeschiedenis kijk. Behalve de woorden uit de brief aan de gemeente in Efeze zijn meer teksten in de Bijbel breder toepasbaar dan op de plaatselijke kerk of het eigen kerkverband. Jezus wijst in Johannes 17 al in die richting. De kerkgeschiedenis is geen dikke zwarte lijn waaruit allerlei zijlijnen ontspringen, en die eindigt met vermelding van de naam van de kerk waarvan ik lid ben. Dit plaatje gebruiken ook andere kerken in de catechese, maar dan met vermelding van hun kerknaam. De kerkgeschiedenis is een vaas die in stukken uiteengevallen is. Er zal iemand van buiten, van boven, moeten komen om de gebrokenheid te helen.
Moeder
Dit is een inkijkje op hoe we in Maastricht de dwarsverbinding zoeken. De praktische noodzaak ligt daar misschien eerder voor de hand dan boven de rivieren. Maar de roeping tot eenheid die voortvloeit uit het gebed van Christus in Johannes 17:20-23 komt af op alle kerken: de eenheid tussen gelovigen laat het karakter zien van de eenheid tussen de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Pakken we onze kans om naar eenheid toe te werken, iedere kerk op haar eigen plek en landelijk?
Er circuleren binnen de Raad van Kerken documenten waarin op essentiële punten van verschil tussen protestant en katholiek – het ambt, de gezagsstructuur, de sacramenten en Maria – integere en intelligente formuleringen worden aangedragen die mijns inziens de eenheid dichterbij kunnen halen. Vervang het beeld van een vaas die in stukken uiteen is gevallen door dat van een moeder die haar kinderen bij zich roept en omarmt. Zoek die documenten maar op, ga ze lezen, zet ze op de agenda van kerkelijke vergaderingen. Boven heeft ook vertrouwen in beneden om gebrokenheid te helen.
Speuren in Maastricht
Wij kunnen veel leren van geloof dat is gestold in beelden en afbeeldingen. Bezoek in Maastricht de Onze Lieve Vrouwekerk. Het glas-in-loodraam links achterin de kerk toont de Christusfiguur aan het kruis. Je ziet twee bijzonderheden die je waarschijnlijk nooit eerder hebt gezien. Spoor die op en ga eens na bij jezelf wat die bijzonderheden voor jou betekenen.
Jacob Glas is emeritus predikant van de GKv.