Siebe Sietsma: ‘Iedereen kijkt door zijn eigen bril’

Arie Kok | 26 juni 2021
  • Interview
  • Ontmoeting

Als journalist houdt Siebe Sietsma zich bezig met de donkere kant van het leven. Zijn vertrouwen in de mens heeft er niet onder geleden. Het overzichtelijke denken van zijn jeugd heeft wel plaatsgemaakt voor meer nuance. Een gesprek over journalistiek, ethiek en het vertrouwen in de overheid.

Persoonlijk
Siebe Sietsma (44) is verslaggever bij Nieuwsuur. Eerder werkte hij voor TV West, de Evangelische Omroep en RTL Nieuws. Als student schreef hij voor Kivive en ChristenUnie Perspectief. Siebe is getrouwd met Noortje. Ze hebben drie zoons van 9 tot 15 jaar en zijn betrokken bij GKv De Schaapskooi in Amersfoort.

Op de vraag waarom hij journalist is geworden, grijpt Siebe Sietsma (44) terug op de coronacrisis. Hij zat er als verslaggever bij Nieuwsuur dicht bovenop. ‘Mijn overbuurmeisje had enorme gezondheidsproblemen. Ze was achttien en wilde graag naar buiten. Maar omdat ze een canule in haar luchtpijp had, was ze kwetsbaar voor ontstekingen en besmettingen. Toch kwam ze aanvankelijk als minderjarige niet in aanmerking voor een vaccin, omdat er te weinig bekend was over de effecten. In zo’n geval wil ik weten hoe het zit, vooral omdat het in Amerika wel kon. Waarom ben ik journalist geworden? Omdat ik dit soort dingen wil uitzoeken.’

Siebe wist op zijn elfde al dat hij journalist wilde worden, maar aanvankelijk koos hij toch voor personeelsmanagement. De vrees dat hij als journalist zou blijven hangen op het niveau van de lokale krant won het. Na een stage bij een schoonmaakbedrijf wist hij: dit is niets voor mij. Siebe stapte over naar Journalistiek. Een stage bij RTV West in Den Haag leidde tot zijn eerste baan, stadsverslaggever.

‘Het was meteen raak. Geweldig was het. Je spreekt iedereen, van de bedelaar bij de V&D tot de burgemeester. We gingen in Den Haag wonen, de leukste stad van Nederland en binnen een jaar wist ik overal de weg. Het leuke van regionale journalistiek is dat je zo dicht op je onderwerp zit. Toen door de hele stad hanging baskets aan lantaarnpalen werden opgehangen, een prestigeproject van een wethouder, hingen de bloemen er na een paar weken verlept bij. Bleken ze niet over het onderhoud nagedacht te hebben. Het viel me ook op dat de torenklok van de Jacobskerk op een dag stilstond. Ik ging uitzoeken wat daarvan de reden was, dezelfde avond zonden we het al uit. Ik stond met mijn neus er bovenop toen rond het Binnenhof de rellen na de moord op Pim Fortuyn uitbraken. De jongen van de Veluwe wist niet wat hij meemaakte, maar vond het geweldig. Ik wil getuige zijn van wat er in de wereld gebeurt. Ik vind ook dat dingen goed moeten lopen en als dat niet zo is dan wil ik achterhalen wat er aan de hand is.

In hoeverre heb je journalistiek van huis uit meegekregen?
‘Mijn opa schreef voor het Nederlands Dagblad naast zijn baan als onderwijzer in Zuidhorn. Hij schijnt een rechtlijnige man geweest te zijn die ik vooral als vriendelijke en warme opa heb gekend. Mijn vader werkte als ambtenaar en zat voor het GPV in de gemeenteraad van Ermelo waar mijn moeder in een GGZ-instelling werkte. Er werd thuis wel veel over politiek en maatschappelijke vragen gesproken. We hadden een abonnement op Time Magazine, dat gaf mij een brede blik op de wereld.’

Na TV West stapte je in 2002 over de EO, TweeVandaag, later Netwerk. Waarom?
‘Ik wilde verder, landelijk nieuws verslaan, ik was ambitieus. De onderwerpen bij TweeVandaag vond ik interessant. Ik kwam in een leuk en jong team terecht, heel gedreven, waarin ik me goed heb kunnen ontwikkelen. Vier mensen uit dat team zijn later bij Zembla terechtgekomen, bij de VARA, dat zegt wel wat. Blijkbaar is er iets wat we in elkaar herkennen, het gewetensvolle, je niet laten leiden door de omgeving, verantwoordelijkheid nemen. De EO was een goede werkgever, maar vanuit de landelijke omroeppolitiek was er altijd wat. Op een gegeven moment moesten we Netwerk gaan maken, met de NCRV en de KRO. Die zaten niet te wachten op de heilige boontjes van de EO. Achteraf een totale misvatting, waarvan ze binnen een jaar terugkwamen. Journalistiek deden we echt niet voor ze onder. Ik ben bij de EO vertrokken toen het zoveelste nieuwe programmaformat eraan kwam. De druk om geprofileerde EO-afleveringen te maken werd steeds groter, dat voelde te veel als een beperking.’

Toen werd het RTL Nieuws…
‘Ik wilde journalistiek bedrijven voor elke Nederlandse kijker en niet alleen voor de EO-achterban. Bij de EO bekeken we elke dag de kijkcijfers, want stel dat ze tegenvallen, dan worden we straks opgeheven. Bij RTL lag er een heldere missie, dat gaf rust. Ik kon daar gewoon vertellen wat er aan de hand is in de wereld. Ik heb daar nooit meegemaakt dat de redactionele onafhankelijkheid in het geding was.’

(beeld Hans van Sloten)

Sinds 2017 werk je voor Nieuwsuur. Toch weer terug naar de omroeppolitiek?
‘Bij Nieuwsuur dienen we elke avond een stevig diner op dat nog wel eens zwaar op de maag kan liggen. Voor mij is het een fantastische plek, vooral doordat we verdieping kunnen bieden. Nieuwsuur wordt overigens veel bekeken door oudere kerkelijk betrokkenen. De EO doet, behalve OP1, op tv niets meer aan actualiteiten. Het verbaast me dat de leden dat pikken. Steeds minder mensen zijn lid van een omroepvereniging. Daardoor valt een stuk legitimatie van de publieke omroep weg, het gevoel dat de omroep van de mensen is, van ons dus.’

Zou jij voor elke omroep kunnen werken?
‘Hoe fijn ik het ook heb gehad bij de EO, ik ben in een seculiere omgeving toch beter op mijn plek. Welke overtuiging je ook hebt, iedereen kijkt door zijn eigen bril. Ik heb nooit een redactie meegemaakt waarin er geen ruimte was voor mijn afweging. Maar als je vindt dat we meer moeten berichten over de kerk, dan moet je niet bij Nieuwsuur gaan werken. Hoewel we tijdens de coronacrisis wel aandacht hadden voor de rol van de kerk. Ik heb bijvoorbeeld een item gemaakt over de begrafenis van drie nonnen. Dan helpt het dat ik hun drijfveren goed begrijp. We voeren ook wel levensbeschouwelijke discussies op de redactie, over het levenseinde of prostitutie. Maar om tot de conclusie te komen dat prostitutie vrouwenuitbuiting is, hoef je geen christen te zijn. Er zijn voldoende raakvlakken met andere collega’s voor goede gesprekken.’

Eigenlijk is journalistiek bij uitstek een ethisch vak. Herken je dat?
‘Ik heb anderhalf jaar geleden een reportage gemaakt over de Maltezer paspoorthandel, waarbij rijke mensen voor veel geld een paspoort konden verwerven. Die handel beweegt zich binnen de grenzen van de wet. Je kunt je wel afvragen of het maatschappelijk gewenst is. Dat is een ethische afweging, je kunt er veel morele vragen bij stellen. Waarom zou vermogen bij het verkrijgen van een paspoort geen rol mogen spelen en humanitaire nood wel? Ik besloot me te richten op de risico’s en de keerzijde van de paspoorthandel. Daarin zit een morele component, want hoewel het legaal is, leidt die handel wel degelijk tot problemen op Malta, het bevordert corruptie. Ik heb ook een uitzending gemaakt over arbeidsmigranten die frauderen met de WW. Als je kijkt hoeveel de Nederlandse staat jaarlijks uitkeert aan WW, dan is misschien nog niet 1 procent daarvan frauduleus. Is het daarom niet erg? Ik denk dat de overheid een ultieme poging moet doen om het geld op een fatsoenlijke manier uit te keren en de rechtmatigheid van die uitkering vast te stellen.’

Is het jouw rol de overheid in de gaten te houden?
‘Als je het laat lopen, gaat het door, dan wordt het wellicht groter. Mijn taak is proportioneel en accuraat berichten, het is aan de overheid om iets ermee te doen. Bij Defensie is een jonge commando doodgeschoten tijdens een oefening in een overdekte hal. Ze schoten met scherp, omdat de wanden van kogelwerend materiaal behoorden te zijn. Maar daarvoor was geen geld, zodat een soldaat door de wand heen zijn collega doodschoot. Een ministerie dat compleet kapot bezuinigd is, laat die jongens trainen in een levensgevaarlijke situatie. Dit gruwelijke incident is het gevolg van falend beleid; het is dus geen incident. Waarom is er geen minister afgetreden voordat zo’n incident plaatsvindt, omdat ook dan al bekend is dat veilig werken voor militairen niet meer gegarandeerd kan worden? Je ziet hetzelfde bij de toeslagenaffaire, een overheid die onvoldoende zicht heeft op het eigen functioneren.’

Wat is de kern van dit probleem?
‘Het is niet alleen een probleem van de overheid, maar ook van de democratie. De lokale democratie functioneert onvoldoende. Politieke partijen zijn verzwakt, hebben het vermogen niet meer om dingen grondig te onderzoeken. Voor de kleinere fracties in de Tweede Kamer geldt hetzelfde. Controle door de lokale journalistiek wordt zeldzamer of is al verdwenen. Wat op het niveau van de burger gebeurt, bereikt daardoor de overheid nauwelijks. Mensen zijn vaak geen lid meer van kerken, vakbonden en verenigingen, waardoor de dempende werking van het maatschappelijk middenveld voor een deel is weggevallen. De burger staat in zijn eentje tegenover een overheid die zeventien miljoen burgers tegenover zich heeft. De afstand is veel te groot geworden.’

Bedreigingen van journalisten nemen toe. Heb je daarmee persoonlijk te maken gehad?
‘Ik doe vooral onderzoeksverhalen. Dat waarderen mensen enorm. Ik heb er minder last van dat mensen denken dat ik de agenda van de overheid aan het uitvoeren ben. Voor collega’s bij de NOS is dat heel anders, dat is echt verschrikkelijk.’

Na alles wat je gezien en gehoord hebt, vertrouw je de overheid nog?
‘Ik heb vertrouwen in veel individuele ambtenaren. Omdat mijn vader ambtenaar was, had ik het beeld van een betrouwbare overheid. Daar ben ik wel vanaf gestapt. Een incident ontstaat niet vanzelf. Er worden actief dossiers weggewerkt. De eerste reflex van ambtenaren is: schade beperken. Pas daarna wordt naar oplossingen gekeken. Het gaat te veel over reputatie. Sociale media dragen daar ook aan bij, voor je het weet, ben je het voorwerp van een publieke afrekening. Dingen worden daardoor vaak te groot gemaakt. Je wordt als bestuurder afgefakkeld als je iets fout hebt gedaan. Dan stop je het liever weg.’

Is je vertrouwen in de mens door je werk veranderd?
‘Het is soms verschrikkelijk duwen en trekken om verhalen rond te krijgen. Maar er zijn genoeg mensen die het de inspanning waard maken, zij brengen niet als hooligans hun probleem naar voren. Mijn vertrouwen in de mens is door mijn werk niet aangetast, de donkere kant hoort erbij. Ik heb wel veel mensenkennis opgedaan. C.S. Lewis zei: ‘Integriteit is als je het juiste doet, ook als niemand kijkt.’

Sommige journalisten zijn door hun confronterende werk hun geloof kwijtgeraakt. Ken je iets van die aanvechting?
‘Nee, niet op die manier. Voor Netwerk heb ik ook wel crisisverslaggeving gedaan, maar ik was geen oorlogsverslaggever. Je ziet in ons werk de donkere kant van het leven van dichtbij, maar dat leidde bij mij niet tot geloofstwijfel. Ik ben wel het overzichtelijke denken van het vrijgemaakte kwijtgeraakt, het was duidelijk wat goed was en wat niet. Ik ben katholieker geworden, zie wat meer nuances. Het kwaad is onderdeel van ons leven. Dat zegt niet zoveel over of God er nu wel of niet is. Je kunt God in je denken uitschakelen, maar dan blijft de mens over. Wat moet je daar dan mee?’

Over de auteur
Arie Kok

Arie Kok is journalist en tekstschrijver.

Gods Geest in het Oude Testament

Gods Geest in het Oude Testament

Koert van Bekkum
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Reisbagage: ‘Leren omgaan met de Bijbel is als leren fietsen’

Reisbagage: ‘Leren omgaan met de Bijbel is als leren fietsen’

Pieter Kleingeld
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief