Geduld is een manier van leven

Bas Luiten | 13 januari 2023
  • Algemeen
  • Eyeopener

De vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld … (Galaten 5:22)

Wij hopen op God en op de vervulling van al zijn beloften. Geduld is de oefening van die hoop. Om enerzijds niet de moed te verliezen nu de tijd verstrijkt en de rampen toenemen, om anderzijds niet ongeduldig voorbarige eisen te gaan stellen. Als vrucht van de Geest gaat geduld in het spoor van liefde, vreugde en vrede.

 Het hoeft niet allemaal op één dag af. Dat geldt voor ons allemaal. Zo zijn hemel en aarde geschapen, het is meegegeven in ons bestaan. Iets kan al goed zijn, ook als het nog niet af is. Zo genoot God van zijn scheppingswerk. Terwijl Hij op het resultaat was gericht en daarnaar verlangde, beperkte Hij zich per dag om zich te verheugen in elk afzonderlijk deel van zijn werk. Wie de Geest ontvangt, mag als vrucht delen in wat God diep beweegt. De Geest kent de diepten in God, vanuit die diepten geeft Hij. Hij doet ons delen in Gods liefde, in zijn vreugde, vrede en in zijn geduld. Zo worden wij nieuwe mensen. Bovendien leren wij God zo kennen. Al voor de zondeval was God geduldig. Want zo is Hij in zichzelf, als Vader, Zoon en Geest. Dat kunnen wij niet bevatten, maar we leren het geloven en herkennen in al zijn werken.

Ons leven begon met het geduld van onze moeder, toen zij ons maandenlang droeg en de dagen telde. Vervolgens werden we als kind gedragen en gereden. Een veulen kan binnen een dag lopen, een mens niet. Uren, dagen, maanden heeft het geduurd voordat wij zover waren. En dat was zeer goed. We werden gevoed met aandacht, zorg en liefde, als onze ouders daarvoor het geduld hadden. Geduld is en blijft gezond voor alle mensen. Wie ongeduldig is, veroorzaakt stress. Ongeduld is sfeerbedervend en ziekmakend.

Herschepping

Na de zondeval is God niet alleen bijzonder genadig, maar ook uitermate geduldig. De mens die al zijn goddelijke kennis is kwijtgeraakt, hoeft die niet op een dag opnieuw te leren. Hij mag fouten maken, leren met vallen en opstaan. Zo ging God met Abraham op weg. Hij kon hem lang niet alles vertellen, Hij kon hem alleen het begin van het nieuwe toevertrouwen. Hij leerde hem standvastig geloven, een levenslange leerschool voor deze aartsvader. Hij moest geduldig wachten op de zoon die Sara zou baren. Het leek te lang, maar zo leerde hij God niet op te sluiten in menselijke verwachtingen en mogelijkheden. Sinds die tijd gaan geloof en geduld hand in hand, ze kunnen niet zonder elkaar. De periode van het Oude Testament was voor het volk van God een doorlopende verwachting van de messias. Velen haakten af, omdat ze dit niet zo lang konden opbrengen. Voortdurend werd hun geduld beproefd. Het ging God om het unieke geschenk van zijn eigen Zoon, die onze geconcentreerde aandacht waard is! Door Hem zingen wij nu dat het geloof nooit te veel kan verwachten, al zijn we alweer ruim twintig eeuwen verder.

Voor God zijn duizend jaren als een dag, toch telt Hij elke dag als duizend jaren. Niet alleen het eindresultaat telt, maar elke dag is van eeuwige waarde om te leven met en namens God, in geloof, hoop en liefde, tot vreugde van Hem en van onszelf.

God telt elke dag als duizend jaren

Gaven en vrucht

Het is van belang het verschil te zien tussen gaven en vrucht van de Geest. Gaven zijn in meervoud en worden verschillend geschonken. Vrucht is enkelvoud en kenmerkend voor elke christen. Met gaven kun je iets doen, de vrucht laat je zijn wie je bent. Geduld als vrucht van de Geest is daarom geen opdracht die je moet uitvoeren, het is een manier van leven, van zijn. Om te zijn als God, immers uit Hem geboren. Het onuitputtelijke geduld waarmee God met jou omgaat, komt tevoorschijn in jouw omgang met je naasten als een vrucht die groeit en rijpt. Dat bepaalt je gebed, je vraag naar de Geest. Bid dat Hij je leert denken en kijken zoals God doet, dat je gaat verlangen als God en geduldig wordt als God.

Geduldig zijn

Wij hebben een nieuwe geduldige geest nodig om met het onvolmaakte om te gaan, met mensen en situaties. Zeker ook in de kerk, omdat we daar nauw met elkaar samenleven en veel ons dierbaar is. Verschil in opvatting of praktijk heeft dan al gauw iets explosiefs. Bovendien leven we in de kerk samen als ervaren gelovigen met nieuwe generaties die anders denken en zingen. Voeg daarbij de claimcultuur waarin we leven en de cocktail is compleet. Waarin moeten we nu al één zijn en in hoeverre mogen we zeggen dat het volmaakte nog komt?

Klip en klaar schetst Paulus in Efeziërs 4 het wezen van de kerk: één lichaam, één Geest, één geloof, één hoop, één doop, één Heer, één God en Vader van allen, in allen en door allen. Daar staat veel, maar veel ook niet. Zaken en kwesties ontbreken. Ze zijn zeker niet onbekend en ook niet onbelangrijk, maar kennelijk niet fundamenteel. Als we geduldig met elkaar omgaan en deze eenheid in elkaar herkennen, geven we eer aan de heilige Geest door wie Jezus zijn gemeente vergadert. Wij kunnen de kerk niet naar onze hand zetten, wij ontvangen haar zoals ze is om lief te hebben en trouw te dienen.

Ik hoor nog mijn leermeester J. Kamphuis op college zeggen over de drie Formulieren van Eenheid: ‘Mijne heren, de belijdenis is ruim, er staat veel in en veel ook niet. Dit is onze eenheid, niet minder en niet meer. Denk erom dat u dit respecteert en niet bindt boven de belijdenis uit, want er is ruimte voor de persoonlijke overtuiging, Romeinen 14:5.’ Dat was voor mij een openbaring in alle tumult van de zestiger jaren. Er was veel ongeduld met elkaar. Als je werkelijk gelooft dat de kerk eens zal stralen als het nieuwe Jeruzalem, kun je wachten op God en haar nu geduldig liefhebben als de bruid van Christus in haar nederige staat. Het volk in de woestijn was ongeduldig, het eiste vlees en verse groenten alsof het al in het beloofde land was. Zo moeten wij nu niet de kerk overvragen, terwijl we nog onderweg zijn.

Uitstel van oordeel

God is geduldig met zijn oordeel, want Hij wil dat mensen tot inkeer komen en dat niemand verloren gaat (2 Petrus 3). Dat zet een spanningsboog over deze tijd om haar tot dit doel te gebruiken. Ook om het oordeel aan God te laten en zonder onderscheid aan alle mensen het evangelie te brengen. Als je zelf leeft door Gods geduld, kun je je naaste niet alvast afschrijven en zijn redding vergeten. De Geest en de bruid zeggen: ‘Kom, laat wie dorst heeft komen’ (Openbaring 22). Wees zo geduldig om je naaste te blijven nodigen, met alle liefde.

Voor de verwerking:

    1. Lees Jacobus 5:7-11. God heeft onuitputtelijk geduld met jou, hoe ver gaat jouw geduld met God als Hij je beproeft?
    2. Waarmee heb je geen geduld in de kerk? Wil je je ongeduld in bespreking geven? Dit vanuit Efeziërs 3:14-19, waar staat dat we ‘met alle heiligen’ tot inzicht komen.
    3. Hebben medegelovigen te weinig geduld met jou, met jouw opvattingen? Dan is dit is een goede gelegenheid om dat te benoemen en nader tot elkaar te komen.
    4. Gods verbond omvat alle generaties met hun verschillende levenservaringen. Hoe kunnen we het positieve daarvan benoemen en benutten?
    5. Vandaag is er ook sprake van onenigheid in de kerk om allerlei redenen. Wat kom jij daarvan tegen? Gaat het om zaken die wel of niet worden genoemd in onze belijdenis? Is dit een onderscheid dat je helpt?

 

Over de auteur
Bas Luiten

Bas Luiten is predikant van de GKv Amersfoort-De Horsten.

De kerk als proeftuin

De kerk als proeftuin

Petra de Jong
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
‘De kracht van de lokale kerk kunnen we onderschatten’

‘De kracht van de lokale kerk kunnen we onderschatten’

Femke Woertink
  • Interview
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief