Klimaatcrisis in het Oude Testament
- Achtergrond
- Blog
Dat het klimaat verandert, staat wel vast, al zijn er nog genoeg mensen die het ontkennen. Maar erkenning dat het klimaat verandert, betekent nog niet dat men ermee rekening houdt.
Neem bij voorbeeld het stikstofprobleem: wij rijden er niet minder auto om; vliegen doen we ook liever dan reizen met de trein. Toch zouden de smeltende ijsbergen op de Noordpool of de verschrikkelijke stormen die de kusten van Amerika of van de Caribische eilanden treffen, ons moeten dwingen deze crisis serieus te nemen. De migrantencrisis in Amerika en Europa zal toenemen als we de opwarming van de aarde niet weten in te dammen. Kan de Bijbel ons helpen de juiste houding tegenover deze crisis te bepalen?
Het klimaat in bijbels Israël
Laatst las ik een artikel in een archeologisch tijdschrift over onderzoek naar het klimaat in oud-Israel. Men had bewijzen gevonden dat daar een zware droogte had geheerst van ongeveer 520-450 voor Christus. Er heerste een ernstige klimaatcrisis in de zuidelijke regio’s van Juda, toen een provincie van het Perzische wereldrijk. Vooral Edom, Juda’s zuidelijke buren ten oosten van de Araba Vallei, werd door de droogte zwaar getroffen. Het vernietigde de landbouweconomie waardoor veel mensen wegtrokken uit Edom naar de zuidelijke streken van Juda met steden als Berseba, Ara, en Kades-Barnea. Joden en Edomieten, aangevuld met Arabische stammen, bevolkten het land. Een armelijke bestaanseconomie werd ondersteund met inkomsten uit de handelskaravanen die door de streek trokken van de Arabische landen naar de havensteden aan de kust van de Middellandse Zee.
Droogte als straf van God
We komen in het Oude Testament verwijzingen tegen naar deze alles vernietigende droogte. Volgens Haggaï, een profeet van na de ballingschap, leed ook Juda onder deze droogte. Hij trad op juist aan het begin ervan (rond 520 voor Christus) en heeft de ellende ervan zelf meegemaakt. Er was aan alles gebrek. Eten en drinken was er te weinig, want het gezaaide zaad leverde niet veel op door gebrek aan regen. Het was armoede troef (Haggaï 1:6).
Het was armoede troef
Haggaï zet de droogte en de economische gevolgen ervan in profetisch licht (Haggaï 1:10-11). God hield de regen tegen zodat de akkers niets meer opbrachten. Hun leiders, de hogepriester Jozua en de Perzische gouverneur van joodse komaf Zerubbabel, hadden toen moeten ingrijpen door te herinneren aan Gods woord in Deuteronomium 28:23-24. Daar lezen we over de zogenaamde verbondsvloeken: ongehoorzaamheid aan het verbond met God zou door God worden beantwoord met straffen. Hij zou stof laten regenen op de akkers (een zandstorm?). De hemel boven hun hoofd zou van koper zijn en de grond onder hun voeten van ijzer. Deze droogte had hen tot het inzicht moeten brengen dat ze God te kort deden. Ze brachten Hem wel offers maar ze herbouwden de tempel niet. Voor God werd geen plaats ingeruimd onder de teruggekeerde ballingen, terwijl tijdens de ballingschap de profeet Ezechiël in Babel juist de herbouw van de tempel als begin van het herstel had aangekondigd (Ezechiël 43-44).
Tegen het einde van deze droogteperiode trad de profeet Maleachi op met eenzelfde boodschap (Maleachi 1:3-4; 3:10-12). De intussen toch herbouwde tempel was geen plek waar God oprecht gediend werd, zo verwaarloosd werd de tempeldienst (Maleachi 1:10-14). Terugkeer tot God zou aan de droogte een einde maken.
Klimaat en profetie
Wat kunnen wij vandaag met deze profetische verklaring van de klimaatverandering in het Israël van na de ballingschap? Eerst een waarschuwing: laten we niet een-op-een deze profetie toepassen op onze situatie van vandaag. Wij weten gewoon niet of en hoe Gods hand in onze klimaatcrisis aan het werk is. En al helemaal niet of deze crisis verwijst naar zijn oordeel over de wereld. Deze profeten traden op in een zeer specifieke context, die van het verbond tussen God en Israël, ook na de ballingschap. Dat is niet de context waarbinnen onze huidige wereldwijde klimaatcrisis zich ontwikkelt. Wij moeten met het oog op onze situatie iets anders van deze profeten leren.
Wie was er verantwoordelijk voor de droogte in de vijfde eeuw voor Christus? Wie zijn er vandaag verantwoordelijk voor de huidige klimaatcrisis? Dat zijn wij mensen! Dat was toen zo en dat is vandaag zo. Treffend is hoe de profeten naar de teruggekeerde ballingen wijzen als de veroorzakers van de droogte, zoals ook wij vandaag mensen, onszelf dus inbegrepen, verantwoordelijk houden voor de huidige opwarming van de aarde. En mensen, onszelf inbegrepen, moeten er dus wat aan doen. Dat vertellen deze profeten ons.
Op dit punt van de menselijke verantwoordelijkheid kunnen wij als christenen en niet-christenen elkaar vinden. De zorg voor deze aarde en voor hen die daarop wonen verbindt ons. De een wordt daartoe gemotiveerd door bezorgdheid over de toekomst van de nieuwe generaties: welke aarde laten we achter voor hen? De ander wordt daarnaast door een nog verder reikend motief gestimuleerd: hoe zal deze aarde er uitzien in de Toekomst wanneer de Heer terugkomt om haar te vernieuwen? Kunnen we dan eerlijk zeggen dat ook de heling van zijn schepping ons alles waard was behalve het heil van de ongelovigen? Op die dag zal de zon stralend over deze aarde opgaan, de zon die gerechtigheid en heling brengt (Maleachi 3:20). Gerechtigheid en heling zijn de twee kernwaarden die onze houding tegenover de klimaatcrisis moeten bepalen.
Ds. Bob Wielenga is emeritus predikant van de NGK Kampen en woonachtig in Zuid-Afrika.