Wachtkamer
- Column
Een wachtkamer in een gebouw voor geestelijke gezondheidszorg. Ik ga zitten aan een huistafel. Naast mij een legpuzzel (‘iedereen mag meedoen’). Ik puzzel wel thuis, ik heb mijn lectuur bij me. Telkens komen mensen binnen, ze verdelen zich over de wachtkamer. Het is moeilijk om niet even op te kijken.
Een tienermeisje komt met haar moeder binnen. Moeder gaat op een stoel zitten, het meisje neemt schuin tegenover mij plaats. Puzzelen in afwachting. Ze begint een enthousiast en vrolijk gesprek; in het begin praat ik al inhakend op haar woorden terug. Maar al snel merk ik dat het daarvan niet opknapt. ‘Manisch’, denk ik en als ze weg is voor haar gesprek zegt haar moeder dat uit eigen beweging. Verder is het stil rond de anderen.
Een jonge meid komt binnen en gaat zitten, ogen strak naar voren, geen oogcontact zoekend. Een ander, in louter wit en zwart gekleed, blijft staan voor de driezitsbank die leeg is. Ze gaat niet zitten, maar kiest voor staan. Een vrouw van ergens in de veertig (denk ik) zoekt een plekje aan het andere eind van de wachtkamer, ogenschijnlijk heel ‘normaal’. Maar dan komt haar dochter binnen: een moedertje in verwachting. Verkleinwoord, want het is duidelijk dat zij veel te jong is om ‘gewoon’ zwanger te zijn. Ze ziet er verdrietig uit, met haar hand zo kenmerkend beschermend over haar buik, waarin haar kindje groeit.
Ik probeer verder te lezen, maar de inhoud dringt niet meer tot me door. De beelden hebben mijn hart gevuld met gebrokenheid. Ik denk aan de gesprekken die noodzakelijkerwijs in deze instelling bitter nodig zijn. Wat een respect en bewondering mogen we hebben voor de behandelaars die professioneel en gelovig met deze mensen oplopen. Wat moeten zij een kennis hebben van al deze ziektebeelden en de manier waarop zij het leven meer perspectief proberen te geven.
Ik bid voor hen, in stilte. Tegelijk gaan mijn biddende gedachten uit naar dat waar de komende maand weer vol van is: de verwachting van ‘het leven van de wereld die komt’, de wereld waarin al die gebrokenheid achter ons komt te liggen. De terugkomst van Jezus op de wolken.
Dingeman Quant is emeritus predikant in de CGK en kerkrechtdeskundige.