Het geheim van de barmhartige Samaritaan

Roel Venderbos | 10 november 2023
  • Bijbelstudie
  • Thema-artikelen

Het is prachtig om te zien hoe dat bij God ‘werkt’. Wanneer de nazaten van vader Jacob in het land Egypte tot slaaf zijn gemaakt, maken ze een vreselijke tijd door. Ze worden uitgebuit en moeten werken onder vreselijke omstandigheden onder een onbarmhartig hete zon. Ze schreeuwen het uit van ellende. Niet tot God zoals je misschien zou verwachten. Maar het komt wel binnen bij God. Hij hoort hun geschreeuw en roepen om hulp en wordt er diep door geraakt. Dan komt Hij in beweging.

Zien, bewogen worden, in beweging komen: het is de bekende trits in het gedachtegoed van de zogenaamde ‘menslievende zorg’. Dat zie je hier gebeuren bij God. Het is het begin van een eeuwenlang proces van liefdevolle zorg, waaruit je veel kunt leren over de vraag wat goede zorg is.

Goede zorg

In de lijn van die geschiedenis vertelt Jezus de bekende gelijkenis over de barmhartige Samaritaan. Een verhaal dat altijd weer tot de verbeelding spreekt. Heel betekenisvol voor mensen die bij de zorg betrokken zijn. Als professional of als vrijwilliger. Je kunt er allerlei kanten mee op. Zo lees je in het verhaal dat je als zorgverlener moet weten dat niet je 24/7 door kunt gaan. Je moet weten waar je grenzen liggen. Ook moet je weten dat je zorg kunt delen met anderen en zorg kunt overdragen. En dat goede zorg ook gewoon geld kost. Maar – denk je misschien – gaat het de verteller van dit verhaal toch ook niet om iets anders? Spoort Jezus ons niet allemaal aan om iets meer te doen dan het gewone? Net iets meer liefhebben dan je zou doen op het eerste gezicht?

Zo wordt het vaak uitgelegd en iedereen vindt dat prachtig. Of je nu christen bent of niet. Een gelovig christen misschien, omdat hij zich associeert met de Samaritaan. Hij vindt zichzelf misschien wel een goede zorgverlener of is minder trots op zichzelf, maar prijst zich gelukkig te horen bij Jezus, de meest onbaatzuchtige zorgverlener die er in de wereld geweest is. Maar ook een humanist kan het verhaal prachtig vinden, want zij zien in de priester en de Leviet vrome kerkmensen die nota bene door Jezus zelf een veeg uit de pan krijgen, terwijl de ongelovige Samaritaan de good guy is. Zo kan iedereen het verhaal op zijn eigen wijze interpreteren.

Spade dieper

Ik denk dat Jezus nog een spade dieper gaat met dit verhaal. Hij vertelt dit verhaal niet zomaar, maar in de context van een man die Jezus wil ‘pakken’. Deze man – een joodse wetgeleerde – is het niet eens met Jezus’ onderwijs en wil Hem en public vloeren. Daar is hij op uit, maar het omgekeerde gebeurt: Jezus vloert hem. ‘Ik weet wel wat ik moet doen om het eeuwige leven te beërven: God liefhebben en mijn naaste als mezelf. Maar wie is precies mijn naaste?’ vraagt hij aan Jezus. Dat ga ik je vertellen, zegt Jezus. Niet met een ingewikkeld betoog, maar met een verhaal over vier mensen.

Waardeloze mensen

In dat verhaal geeft Jezus de wetgeleerde ook een rol. Wie is hij in het verhaal? In ieder geval niet de priester, hij maakt er in de ogen van de wetgeleerden een potje van. Het ging hen niet om de dienst aan God, ze deden hun werk alleen om er zelf beter van te worden. Ze hadden een uitstekend inkomen, woonden in prachtige huizen en de mensen keken tegen hen op. Maar zich met hart en ziel inzetten voor God en voor hun naaste was er niet bij. Als Jezus in het verhaal vertelt dat de priester aan de nood van die man voorbijloopt, begrijpt de wetgeleerde dat goed: uiteraard kun je van hem niets verwachten. Dat geldt ook voor de Leviet, de hulp van de priester. Die is even onbetrouwbaar. Geen wonder dat hij wegkijkt en gewoon voorbij loopt. De priester en de Leviet, het zijn in zijn ogen bijzonder waardeloze mensen!

Verrassend

Dit alles kan de wetgeleerde zelf ook wel bedenken. Als er nu eens een wetgeleerde zou langskomen. Die had de gewonde man vast wel geholpen. De wetgeleerde had het goede voorbeeld kunnen geven waaraan de mensen ook werkelijk iets hebben. Maar er komt iemand anders voorbij: een Samaritaan. Dat had Jezus niet moeten doen. In een goed verhaal laat je geen Samaritaan voorkomen. Van hem moeten een Jood en zeker een wetgeleerde niets hebben. Je kunt beter een Romein (de bezetter van het Joodse land) in je verhaal gebruiken dan een Samaritaan. De Samaritanen werden immers vervloekt in de synagoge. Joden hadden geleerd om aalmoezen van Samaritanen te weigeren, omdat zelfs hun geld besmet zou zijn. Verder meden Joden het gebied waar de Samaritanen woonden, het was levensgevaarlijk om daar te komen. Nu voert Jezus in het verhaal zo’n verachtelijke Samaritaan op. Dat komt vast niet goed. Dat gaat het leven van die gewone man kosten. Of misschien even erg: het zou vreselijk zijn om door zo iemand geholpen te worden. Dan ga je nog liever dood…

U moet u inloggen om dit artikel te bekijken. Inloggen om toegang te krijgen.
Over de auteur
Roel Venderbos

Roel Venderbos is deeltijd predikant van de NGK Kampen en deeltijd geestelijk verzorger in een verpleeghuis.

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief