De kerk als heilzaam tegengif
- Algemeen
- Opinie
Rust; echte ontmoetingen met mensen van buiten je sociale bubbel; ruimte voor de kwetsbaarheid en de gebrokenheid van het bestaan; verbondenheid met een groter verhaal dat je niet zelf bij elkaar hoeft te bedenken; hoop en realiteitszin. Veel mensen in onze samenleving snakken naar deze elementen. Juist ook in de kerk zijn deze elementen te vinden – dat is in ieder geval de bedoeling. Toch weten weinigen de weg naar de kerk te vinden. Dat is zonde. Het is tijd voor een heilzaam charmeoffensief voor de kerk.
Pas overkwam het me weer. In de trein raakte ik in gesprek met een jonge vrouw, een student scheikunde. Ze vroeg me wat ik in het dagelijks leven deed. Ik vertelde over mijn werk als theoloog, over de kerk en jonge generaties en ik vroeg aan haar of zij iets met kerk of geloof had. Er ontstond een gesprek over de kerkpijn van haar moeder, maar ook over haar warme herinneringen aan haar eigen communie. Over de waarde van gemeenschappen en over haar vrienden, die zich zo vaak eenzaam voelen en veel druk ervaren, omdat ze hun eigen sociale leven moeten vormgeven. ‘Misschien is die kerk toch zo gek nog niet’, zei ze.
Een week eerder had ik een soortgelijk gesprek met vriendinnen. Leeftijdgenoten die hoegenaamd zonder kerk en geloof zijn opgegroeid, enkelen zijn atheïst. Ik vertelde dat mijn man bevestigd was als ouderling en dat leverde oprechte nieuwsgierigheid in het fenomeen kerk op. Het was best een uitdaging om alle vragen jargonloos te beantwoorden. Toch gebeurde het zomaar: het beeld van de kerk als beknellend instituut vervaagde in ons gesprek. Ik proefde lichte heimwee naar gedeelde waarden en een groter verhaal in de samenleving. Er was lichte jaloezie over gegronde kaders bij het opvoeden van tieners. ‘Als ik jou zo hoor vertellen’, zei een vriendin, ‘denk ik: misschien is die kerk toch zo gek nog niet.’
Vlak onder de oppervlakte
Bijzonder, zulke gesprekken? Mijn ervaring is juist dat zulke momenten vlak onder de oppervlakte liggen.
Het vraagt slechts twee dingen. Eén: laten merken dat je gelovig kerkganger bent en twee: een oprechte, open vraag naar wat de ervaringen van de ander met kerk en geloof zijn. Ik ben geen straatevangelist, mensen de kerk in praten of overtuigen dat ze redding door Jezus nodig hebben, is niet mijn doel. Maar ik houd wel van gesprekken die ergens over gaan. Ik houd van de kerk, de gemeenschap van mensen ‘doing life in Christ’ (een definitie van de Britse ecclesioloog Clare Watkins). De gemeenschap waarin we al struikelend samen Jezus volgen. Ik gun het meer mensen om aan te haken en mee te struikelen.