‘Gods levendmakende liefde gaat ons menselijk begrip van spiritualiteit te boven’
- Reportage
- Thema-artikelen
Wat gebeurt er met je wanneer je door de bodem zakt van je bestaan? Wat moet je met een begrip als spiritualiteit, wanneer je niet eens meer weet hoe je ‘gewoon’ moet ademen? Als de verbinding met de levendmakende Geest van God verbroken lijkt, het gebed opdroogt en plaats maakt voor schaamte en schuld om wat niet is gelukt? Wat gebeurt er als het daarbij niet blijft?
Dit is in één alinea samengevat wat mij is overkomen nadat ik in 2011 in een hooggebergtekliniek belandde voor ernstig astma- en COPD-patiënten in het Zwitserse Davos. Door mijn betrokkenheid bij een eerder ongeluk met een chemische brand ging het in die tijd ineens bergafwaarts met mijn gezondheid. Ik was opstandig en boos, want ik had er toch alles aangedaan om ‘beter’ te worden? Sommige van mijn vrienden beweren dat wij ons in nood vastklampen aan iets wat we God noemen, om onszelf moed in te spreken in moeilijke situaties. Hadden zij dan toch gelijk?
Aanraking
Ik besloot te stoppen met bidden, nadat mijn laatste gebed slecht uit één zin bestond: ‘God, als U werkelijk bestaat, zoek mij dan maar op, want zélf kan ik U niet vinden.’ Het is ruim dertien jaar geleden dat ik dit gebed hardop uitsprak in het pikkedonker waarin mijn ziel op dat moment verkeerde. Toch herinner ik me als de dag van gisteren hoe ik niet veel later tijdens een ademhalingsoefening voor het eerst die wonderlijk tere aanraking voelde van de heilige Geest. Met geen pen te beschrijven, maar vanaf dat moment wist ik onherroepelijk: het komt goed.
De verhoring van dat ene gebed heeft mijn leven in een totaal nieuw perspectief geplaatst, al was dat zeker niet van de ene op de andere dag. Tot aan mijn opname werd ik meestal voortgejaagd door mijn veel te lange ‘to-do-lijst’ en stress over de niet-gehaalde doelen.
Kloktijd en kwali-tijd
Om te beginnen kreeg ik pittige lessen in geduld oefenen: wachten op het herstel van mijn levensenergie. Daarna kwam de Eeuwige met de volgende uitdaging: leren leven vanuit een nieuw besef van tijd en tijdelijkheid. Van slavernij aan kloktijd die ‘mijn’ kostbare minuten wegtikt, naar kwali-tijd: tijd als ruimte, als geschenk van de Eeuwige aan zijn schepping. Oftewel: de weg van chronos naar kairos leren bewandelen. Genieten van overvloed aan tijd, in plaats van stressen om een eeuwig tekort aan tijd. En pittige lessen in nederigheid: beseffen dat ik niets ‘klaarkrijg’ zonder Hem: tijd voor echte spiritualiteit.
Containerbegrip
Het begrip ‘spiritualiteit’ is inmiddels een uitgehold containerbegrip geworden, waarover genoeg te lezen is in dit nummer van OnderWeg. Voor míj is spiritualiteit: biddend wandelen met God. Aangeraakt worden door zijn levendmakende liefde gaat ons menselijk begrip van spiritualiteit te boven. Hij leerde mij zien met nieuwe ogen, met een aandachtig hart voor wat is. Dat opende een innerlijke ruimte die ik nooit eerder betreden had. Een ruimte waarin mijn getraumatiseerde ziel door de adem van de heilige Geest liefdevol is aangeraakt. Ik werd boven mijn dor en ten dode opgeschreven bestaan uitgetild om open te mogen bloeien.
Hij leerde mij zien met nieuwe ogen
Dat proces begon met een boek dat ik in Davos kreeg toegestuurd over de zoektocht naar God van de monnik Benedictus van Nursia. Hij wilde met een onverdeeld hart de liefde voor Christus leren ‘leven’ met zijn kloostergemeenschap. Ik begreep eerst niet hoe acht keer per dag bidden vol te houden is in combinatie met arbeid die ertoe doet voor een zelfvoorzienend klooster. Maar juist rond zíjn klooster bloeide de ziekenzorg op. Onderwijs, handel, boekdrukkunst en ambachtelijk werk brachten zegen tot in de wijde omtrek.
Welk geheim was Benedictus op het spoor gekomen, vroeg ik me af. Bidden en werken beschouwde hij kennelijk als twee onderscheiden bezigheden die samen één geheel vormen. Onverdeelde aandacht en concentratie voor het één of het ander, met tijd voor voldoende slaap en ontspanning, zorgden voor balans in het leven van zijn monniken. De zegen die daaruit voortvloeide, bleek geen eenmalig gift te zijn, maar een beproefd geluk dat monastieke gemeenschappen door de eeuwen heen droeg tot vandaag toe.
Levensritme
Dat deze zegen ligt ingebed in de ritmische orde die de schepper heeft aangebracht in zijn werk, leerde de Geest mij uit Psalm 19 en 104. Dag en nacht, eb en vloed wisselen elkaar onvermoeibaar af, lezen we daar. Ons in- en uitademen kent een vergelijkbaar ritme dat ook een spirituele dimensie heeft: Gods goedheid inademen; stil worden voor Hem, luisteren naar zijn woorden van leven. Gevolgd door de uitademing van onze lofliederen, dank- en smeekbeden en van onze arbeid.
We worden uitgenodigd in die zegen te delen. In een persoonlijk én gemeenschappelijk ritme, precies zoals de schepper dat ook geleerd heeft aan zijn oogappel Israël. Voor mijzelf ging ik op zoek naar een ‘warmhartig’ gebedsleven. Het anglicaanse morgen- en avondgebed leek het meest haalbaar, hoewel ik dacht: dat houd ik nog geen week vol. Maar ik ging ermee door, ook als ik niet zoveel zin had, want het bleek een zachte, maar intense aantrekkingskracht op mij uit te oefenen. In mijn binnenste voltrokken zich veranderingen die ik herkende als de zegen die Sint Benedictus en zijn volgelingen al hadden ontdekt.
Verandering
Mijn transformatie bleef niet onopgemerkt. Steeds meer mensen in mijn omgeving vroegen hoe ook zij kennis konden maken met deze vorm van bidden. Daaruit is mijn verlangen gegroeid om het geheim van een gezegend leven dat lukt volop te mogen delen.
Ik – die in Davos te horen had gekregen dat ik volledig invalide zou blijven – begon met het bestuderen van de oude bronnen van het getijdengebed, vijf jaar lang. Ik volgde aan de Theologische Universiteit Kampen een aantal vakken om hier ‘dichterbij’ te komen. Vol enthousiasme bouwde ik een website met een simpele vorm van getijdengebed, in aanvulling op bestaande, merendeels rooms-katholiek georiënteerde versies: mijngetijdengebed.nl. In 2017 kwam Mijn getijdengebed. Bidden op het ritme van de dag op de markt als compact klein en handig reisboek. Op negenhonderd bladzijden bijbelpapier heeft het inmiddels zijn weg gevonden naar veel ‘binnenkamers’ en levens mogen zegenen.
Dertien jaar later
Wat mij zo verwondert: nog steeds blijft het bidden op de uren van de dag een avontuur dat nieuwe inzichten en ervaringen in mij teweegbrengt. En ja, valkuilen en dieptepunten zijn er ook. Het getijdengebed is niet goedkoop. Ik kan bij God niet iets ‘afkopen’. (Zelfopgelegde) rituelen afraffelen met een steelse blik op de klok voedt je ziel al helemaal niet. Dat God onze gebeden niet nodig heeft, begrijp ik zo langzamerhand. Wijzelf zijn het die niet zonder kunnen. Wijzelf zijn het die opdrogen en uitdrogen zonder een levende (gebeds)relatie met Hem. Net zomin als we het lang zonder water en brood uithouden.
Bidden is voor mij allereerst: op adem komen bij God. Mijn schepper loven en prijzen om wie Hij is en wat Hij doet en gedaan heeft voor mij, voor ons. Soms is dat met een simpel, kort gebed. Liever neem ik de tijd, zing en bid ik de Psalmen, naast vrije gebeden, lees ik uit het Oude en het Nieuwe Testament op de scharnieren van de dag. Maar voor God maakt het niet uit wat ik doe en wanneer. Hij ziet mijn hart. Kent mijn verlangen, de onuitgesproken vragen en onrust in mij, zoals ik geprobeerd heb vast te leggen in het gedicht ‘Kunstenaarsgebed’.
Kunstenaarsgebed
O, Schepper, oorsprong
van het licht van schoonheid bron
van eeuwig zijn
laat mij
ontdaan van duisternis van schijn
met nieuwe ogen kijken naar
mijn zwakheid als uw kracht
mijn zweet mijn zwoegen
heel mijn onmacht mijn gejacht.
Leer mij
met aandacht en geduld
mijn gang vertragen en bevragen
mijn ontvouwen in vertrouwen op
uw Geest die alles ruimt maakt zoveel lichter
laaiend vuur
dat heel mijn binnen loutert.
Wijs mij
uw weg van overvloed – laat me maar
dauw verzamelen voor mijn dorre grond
totdat ik barst en al
mijn dromen open
bloedend – beeld en kleur en klank
mijn bron, mijn taal
een nieuwe wereld voor mijn ogen
zich ontsluit
Elise is sinds 2019 als oblaat verbonden aan de benedictijnse Sint Adelbertabdij te Egmond.
Elise Lengkeek publiceert literaire non-fictie, is tekstschrijver en journalist.