Islam in Nederland
- Beschouwing
- Thema-artikelen
De islam is een van de wereldreligies die in Nederland vertegenwoordigd zijn. De islam bestaat uit twee hoofdstromingen die ook in Nederland aanwezig zijn: het soennisme en het sjiisme. De grote meerderheid van de islamieten in Nederland behoort tot de soennitische stroming.
De islam kreeg in ons land voor het eerst bredere bekendheid in de zestiende eeuw. Het Ottomaanse Rijk was een bondgenoot in de strijd tegen de Spaanse koning. Vanaf de zeventiende eeuw kwamen er vanuit de Indische archipel incidenteel moslims naar Nederland. Vanaf de twintigste eeuw kwamen er meer islamitische immigranten, in de tweede helft van die eeuw werd de islam een stroming van enig belang. In de leeftijdscategorie vanaf vijftien jaar is zes procent moslim in Nederland. Hiermee is de islam na het christendom de grootste religie in Nederland.
Toename
Vanaf het begin van de twintigste eeuw arriveerden er nieuwe groepen moslims in Nederland. Het ging met name om studenten uit het toenmalig Nederlands-Indië die aan Nederlandse universiteiten kwamen studeren, om Javaanse zeelieden die werkten in de havens van Amsterdam en Rotterdam en om Indonesische huisbedienden en restauranteigenaars die met Nederlandse koloniale families op verlof meekwamen.
In de jaren zestig van de twintigste eeuw arriveerden de eerste Turkse en Marokkaanse gastarbeiders die hun eigen moskeeën stichtten en vrij vroegen op islamitische feestdagen.
Marokkaans-Nederlanders vormen sinds 2010 de grootste groep binnen moslims in Nederland, met zo’n 355.883 personen, gevolgd door Turks-Nederlandse moslims met bijna 325.000 personen. Van de groep ‘overige niet-westerse allochtonen’ vormen Surinaamse moslims met 34.000 personen de grootste groep, daarna volgen Afghaanse moslims en Irakese moslims.
Uit een onderzoek in 2016 is gebleken dat jonge moslims in Nederland seculariseren: ruim een kwart van hen vindt het geloof minder belangrijk dan hun ouders, ze brengen de islamitische regels en gebruiken minder in de praktijk en beschouwen religie in toenemende mate als een privézaak. Ze noemen zich nog steeds moslim, maar laten dat in het openbare leven minder blijken en zijn minder streng in het naleven van islamitische voorschriften. Zo draagt vijfendertig procent van de meisjes van wie hun moeder een hoofddoek droeg, zelf geen hoofddoek en gaat dertig procent van de jongens minder vaak naar de moskee dan hun vader. Een minderheid van zeventien procent is het geloof juist serieuzer gaan nemen dan hun ouders.
Maatschappelijke spanningen
De aandacht voor de islam binnen Nederland nam toe nadat de Iraanse leider Ayatollah Khomeiny in 1989 een fatwa (juridisch advies binnen de islam) uitsprak over de Brits-Pakistaanse schrijver Salman Rushdie. De schrijver moest volgens de geestelijk leider worden omgebracht, omdat zijn boek De duivelsverzen beledigend zou zijn voor de islam.
De moord op regisseur en columnist Theo van Gogh op 2 november 2004 wordt vaak gezien als het eerste voorbeeld van moslimterrorisme in Nederland. In de periode rond de aanslag deed de AIVD onderzoek naar mogelijk terrorisme in Nederland, waaronder de zogenaamde Hofstadgroep.
Hoe kunnen wij in een land verschillende religies en culturen in gesprek gaan en blijven met elkaar? Kunnen we een interreligieus gesprek aangaan met als doel om meer begrip te krijgen voor elkaar en elkaars religie en met elkaar in verbinding te komen, in plaats van weerstand op te roepen en elkaar uit de weg te gaan? Bekend maakt immers bemind.
Annelies Smouter is theoloog en eind- en webredacteur van OnderWeg.