God alleen overtuigt het hart
- Reportage
- Thema-artikelen
Hoe kunnen kerken moslims bereiken? Drie voorbeelden hoe kerken of groepen contacten hebben met moslims. Hoe behouden ze hun eigenheid in het geloof en komen ze niet tegenover elkaar te staan? Zijn ze voorzichtig met getuigen of is dat niet nodig?
Evangelische gemeente Ommoord: vrouwenkring
‘We zagen de wijk Ommoord veranderen,’ vertelt Annette Doggen (61). ‘Er kwamen veel mensen uit andere culturen wonen. Op de woensdagse kinderclub kwam een aantal moslimkinderen. Daarom startten we een gezellige middag voor vrouwen die nu ruim twintig jaar draait, bedoeld om elkaar te ontmoeten en ook om het Evangelie te delen. Daarvan hebben we nooit een geheim gemaakt, al respecteren we andere overtuigingen – er is geen enkele druk. Soms blijven vrouwen weg als we over Jezus vertellen, maar anderen zijn juist benieuwd wat wij als christenen geloven.’
Annette is er vrijwel vanaf het begin bij, ze is blij dat de gemeenteleiding het werk draagt en steunt. ‘Zij hebben er mensen bij gezocht toen ik een tijdlang de enige was. Nu zijn we weer met zijn drieën. Enkele moslimvrouwen komen al heel lang, langzamerhand is er een band opgebouwd. Sommige vrouwen delen nu soms iets van hun verhaal met ons, ook over hun vlucht en de angst die ze gehad hebben. We helpen ook met praktische zaken: brieven en formulieren, meegaan naar consulaten of advocaten. Bijzonder is dat een vrouw met twee kinderen tot geloof is gekomen in Jezus. Als ik soms bij haar thuis ben, nodigt haar man me uit om met hen te bidden aan tafel. Alleen staat haar geloofsgroei nu wat stil, want ze is erg bang voor wat de familie in haar thuisland zou kunnen overkomen.’
Geraakt door Jezus
Annette ziet verschillen tussen vrouwen uit verschillende landen. ‘Met name vrouwen uit het Midden-Oosten staan open voor het geloof en vinden het fijn om erover te praten. We denken over veel dingen hetzelfde, zoals eerbied voor God, graag willen bidden. Uiteraard komen we ook verschillen tegen en vinden we het niet erg als die worden blootgelegd. We zijn niet voorzichtig met vertellen over Jezus. We willen geen woordenstrijd, maar geven aan wat wij geloven. Het is ontroerend om te zien dat vrouwen soms echt geraakt zijn. Een vrouw kwam laatst in het kinderlokaal en zag de afbeeldingen van Jezus. Zij werd zo blij en zei: “Ik word er zo warm van als ik over Jezus hoor!” We hoeven niet aan te dringen, ik geloof dat God zelf deze mensen op onze weg brengt en zich wil openbaren aan hen. Ik leer zelf ook veel, van hun gastvrijheid en vooral van hun oprechtheid. Ze zeggen: “Jullie zijn onze familie geworden” of: “Jij bent mijn zus”. Zij missen hun familie en de vrouwenkring in hun eigen land. Ik vind het prachtig als wij hen dat kunnen bieden!’
Huis van Vrede Utrecht: buurthuis
Negen jaar geleden emigreerde Meysam Heydary (32) uit Iran en kwam terecht in een AZC in Nederland. Na twee jaar ging hij naar het Huis van Vrede in Utrecht. Dit is een buurthuis en kerkgemeenschap waar buurtbewoners, christenen, moslims en moslimjongeren samenkomen. Je kunt er binnenlopen voor koffie en een gesprek, kleding- of fietsreparatie, of je kunt een boek lezen in de boekenhoek. Inmiddels werkt Meysam hier twee dagen per week, de andere drie dagen bij McDonalds. ‘Het duurde jarenlang voordat ik overtuigd was,’ zegt Meysam. ‘Ik zat op die bank daar helemaal achterin waarop mensen op zondagen naar de kerkdienst luisteren en vragen stellen. Ik weet hoe zij zich voelen.’ Meysam kon in Iran zijn vragen niet stellen: Wie is God? Is Mohammed een ware profeet? ‘Je maakt dan shirk (verkeerde dingen zeggen over Allah) en dan is je leven niet meer veilig. Niet de theorie van de christelijke mensen overtuigde mij, maar juist de vrijheid om vragen te stellen. Iedereen was bereid met mij te praten en te bidden. Uiteindelijk was het God die mij overtuigde door het gevoel dat ik in mijn hart kreeg.’’
Zachtheid
Voor Meysam was vooral de Drie-eenheid moeilijk te begrijpen: ‘Jezus als zoon van God, dan zeg je toch dat God met een vrouw geslapen heeft: dat is heiligschennis. Maar ik bleef hier komen, luisterde naar de diensten en de bijbelstudies. Langzamerhand zag ik hoe God bezig was in mijn leven. Ik bedacht hoe ik een uitdaging kon oplossen, maar dan deed God iets wat honderd procent beter was dan wat ik bedacht. Door het gevoel in mijn hart ging ik God vertrouwen. Nu vraag ik God niet meer zoveel, bijvoorbeeld over gezondheid of oorlogen, maar ik bedank Hem veel. Ik bedank Hem dat Hij voor mijn leven een plan heeft gemaakt om Hem te leren kennen. Ook bid ik om wijsheid.’
Ik bid om wijsheid
Meysam en het team van Huis van Vrede benaderen bezoekers op dezelfde manier: open en zonder aandringen. ‘Jongeren zitten hier op deze Marokkaanse bank, we praten met hen over hun leven, studie of problemen. We geven één woord uit de Bijbel. Bijvoorbeeld: “Geef liefde aan iedereen”. Dan komen zij met hun vragen, soms agressief: “Is Jezus jouw God?” Wij proberen dan op een zachte manier te antwoorden. Niet: “Ja, Jezus is God”, maar we geven een voorbeeld van hoe Jezus leven geeft. We kunnen iets laten zien van de liefde van Jezus. Maar het is niet mijn doel dat iedereen christen wordt. Dat is Gods doel. Daarover maak ik me geen zorgen. God laat het zien in hun hart. Daarvoor bidden wij en Hij doet het.’
Stadshartkerk in Amstelveen: vriendschap
In de Stadshartkerk in Amstelveen leeft onder leden het verlangen om meer contacten te hebben met moslims. Voorganger Lars Grijsen: ‘Het is moeilijk om uit het niets echt in contact te komen, dat lukt hooguit in individuele contacten via het werk. We willen het graag, omdat we een open gemeenschap willen zijn voor mensen met allerlei achtergronden.’ Rianne Bos (42) was jarenlang lid van de Stadshartkerk. Zij had regelmatig contact en vriendschap met een moslima. Teruggekomen uit het buitenland kwam Rianne terecht in een buurt met sociale huurwoningen, waar ook haar kinderen naar school gingen. ‘Ik kreeg vriendschap met een Marokkaanse moslimmoeder en merkte dat ze graag over het geloof wilde praten, ze was er net zoveel mee bezig als ikzelf. Door dit contact kreeg ik alleen maar meer verlangen om woorden uit te wisselen over het geloof.’ Rianne maakte in 2020 dit onderwerp tot afstudeerproject voor haar studie theologie aan de Christelijke Hogeschool Ede (zie leestips, pagina 14). ‘Ik deed onderzoek naar de verbinding tussen de (tweede) generatie moslima’s in Amstelveen en christenen uit de Stadshartkerk. Mijn conclusie was dat de moslima’s nieuwsgierig zijn naar het geloof van christenen. Maar ze geven aan dat ze niet veel christenen kennen, want ze ‘zien’ het niet aan iemand als die christen is. Deze vrouwen doen een appèl op ons: leef je vrijmoedig als christen? Vertel je erover dat je bidt, dat God voor je zorgt? Praktiserende christenen gevraagd dus!’
Geloven is doen
Rianne stuitte op het verschil dat het voor christenen niet gaat om ‘goede werken’, maar om vertrouwen op Jezus. ‘Voor christenen is dat de kern. Terwijl het bij moslims gaat om het ‘doen’ van je geloof. Toch heeft het mij erbij bepaald dat ook ik worstel om de genade te aanvaarden. In die zin zijn we gelijk en daarover kunnen we prima een gesprek voeren. Ik wil vertellen over Jezus, maar ben ook voorzichtig. Ik wil echt geïnteresseerd zijn en hun leven delen, niet als middel om hen voor mijn geloof te winnen. Ik bid dat mensen Jezus tegenkomen in mij.
Voor hen bestaat de Drie-eenheid niet en kan Jezus geen God zijn, ‘omdat God één is’. Maar er zijn meer knelpunten. Sociaal ligt het moeilijk als een moslim van geloof verandert. Hun wereldbeeld is sowieso anders, met een andere kijk op de geschiedenis en op politiek. Het maakt mij nederig dat we naast elkaar leven maar toch in zulke verschillende werelden. Dan kan alleen God zelf hen overtuigen. Tegelijk is dit ook een reden waarom ik zou willen dat iedere christen minstens één moslimvriend had: het is zo nodig dat de beide geloven elkaar leren kennen, elkaar leren begrijpen en uitwisselen. Eenmaal kwam iemand naar mij toe, zij had een Nieuw Testament gekregen: “Zou je dit met mij willen lezen?” Ze zijn echt heel open voor een geloofsgesprek. Voor mij is het heel bijzonder geweest te merken dat mijn moslimvriendinnen dat net zo fijn vinden als ikzelf!’