Wat kan er in een kerkgebouw? reflectievragen
Jorien Holsappel | 15 november 2024
- Beschouwing
- Thema-artikelen
Afwegingen bij multifunctioneel gebruik van kerkgebouwen
Vragen voor reflectie
Als je als kerk gaat nadenken over multifunctioneel gebruik of als je het nevengebruik eens tegen het licht wilt houden, is het behulpzaam om nader in te zoomen op elk van de verschillende dimensies en vervolgens vooral te kijken of de verschillende keuzes en observaties een samenhangend verhaal vormen.
Hieronder zijn per dimensie steeds drie vragen geformuleerd:
Conceptuele dimensie:
- Welke noodzaak of drijfveer ligt er onder verhuur of nevengebruik? Denk hierbij bijvoorbeeld aan diaconale, missionaire, economische of pragmatische drijfveren of aan drijfveren zoals gastvrijheid etcetera.
- Zien we de kerk primair als gebouw voor de gemeente of als gebouw voor de bredere?
- Zien we de kerk als open voor alles of zijn er dingen die we beslist willen handhaven, bewaren of afschermen? De onderliggende vraag hierbij is: wat is ons heilig?
Fysieke dimensie:
- Welke kansen en bezwaren zijn er op het gebied van capaciteit, flexibiliteit, veiligheid, energie, onderhoud en personele bezetting voor de vormen van nevengebruik die passen bij de visie en de manier waarop het kerkgebouw nu gebruikt wordt?
- Wat zijn in esthetisch opzicht de sterke en zwakke punten van het gebouw? Hoe kunnen we die gebruiken?
- Wat moeten de ruimtes uitstralen: moet er accent op het christelijke karakter liggen of juist niet?
Geleefde dimensie:
- Wie komen op dit moment al ‘over de vloer’ en op welke momenten? Is dat alleen bij geplande bijeenkomsten of is er ook veel ‘inloop’ van gemeenteleden?
- Wat is voor de leden van de gemeente die dit gebouw gebruiken belangrijk? Met welke plekken in het gebouw voelen zij zich echt verbonden?
- Is er betrokkenheid vanuit de buurt, dorp of stad op dit gebouw of ligt de kracht van het gebouw in de stilte of in de dynamiek?
Karakter van het gebouw:
- Hoe verhoudt het gebouw zich tot de omgeving (ligt het bijvoorbeeld ‘in de loop’ of juist meer aan de rand? Welke andere faciliteiten zijn er in de buurt, welke faciliteiten ontbreken? Wat kenmerkt de wijk en de wijkbewoners?
- Wat is de geschiedenis van het gebouw en welke sporen daarvan draagt het in zich? Hoe verhoudt de gemeente zich daartoe? Wat maakt het verhaal van dit gebouw mogelijk interessant voor anderen, onder wie bijvoorbeeld toeristen?
- Zien we de kerk als een gegeven plek of als eigendom.