Weerloze kerken, onschatbare waarde
- Beschouwing
- Thema-artikelen
‘Alles van waarde is weerloos’, schreef de dichter Lucebert in 1974. Het is een bekende regel geworden. Over de kwetsbaarheid van datgene wat werkelijk waardevol is in het leven, zoals liefde, medemenselijkheid en kunst. Er zijn dingen in het leven die niet zomaar te koop zijn. Dus als je erover beschikt, wees er zuinig op! Ik moet soms aan deze regel denken als het over onze kerkgebouwen gaat.
Tegelijkertijd weet iedere kerkrentmeester of lid van een commissie van beheer hoe lastig het kan zijn om een kerkgebouw overeind te houden. Kerken zijn de belichaming van geloof, gemeenschap en traditie – allemaal dingen die van grote waarde zijn. Maar ze zijn ook kostbaar, fragiel en soms lastig aan te passen aan de wensen van de tijd. Als bovendien de levende gemeenschap die het gebouw droeg en onderhield kleiner wordt, verliest een kerk stukje bij beetje haar ziel en haar draagkracht. Dan kom je erachter: architectuur alleen is niet genoeg. De heiligheid van een gebouw is ook afhankelijk van de levendigheid binnenin.
Je kunt constateren dat ook kerkgebouwen weerloos zijn. Dat is evident. Maar om op een goede manier met die ‘weerloosheid’ om te kunnen gaan, is het verstandig om vooral de ‘waarde’ ervan niet uit het oog te verliezen. Waarom is het ook alweer de moeite waard om tot het uiterste te gaan om onze kerken te bewaren voor de generaties na ons? Kunnen we de waarde ervan misschien verhogen door deze gebouwen – tegen de stroom in – op nieuwe manieren te gaan gebruiken? Ligt de echte waarde ervan misschien in die kwetsbaarheid zelf?
Ligt de echte waarde van kerkgebouwen in kwetsbaarheid?
Barmhartigheid
Eerder dit jaar verscheen de Nederlandse vertaling van een boek van de Amerikaans-Japanse kunstenaar Makoto Fujimura. In dit boek, Kunst + Geloof, Een Theologie van Creatie (Kokboekencentrum, 2014), verbindt de auteur het christelijk geloof aan de begrippen barmhartigheid en schoonheid. Daarbij betrekt hij ook de rol van de kunsten. Elke gelovige is in zekere zin een kunstenaar en geroepen om kunst te maken. Hoe dan? Door vorm te geven aan barmhartigheid en schoonheid. Dat maakt geloven niet alleen een zaak van het hoofd maar ook van het hart. Bestaat er een betere plek om deze kunst in de praktijk te brengen dan in het kerkgebouw?
Het is de moeite waard om verder in te zoomen op die begrippen barmhartigheid en schoonheid. Je kunt ze heel goed twee verschillende ‘waarden’ noemen. Neem de waarde van barmhartigheid. Volgens Fujimura speelt barmhartigheid een centrale rol in de kunst. Hij verbindt haar met de praktijk van zijn eigen kunstzinnige expressie en benadrukt dat kunst een manier kan zijn om medemenselijkheid en empathie te tonen. In de kunst kan barmhartigheid tot uitdrukking komen door het werken met de imperfecties en gebrokenheid van de menselijke ervaring en door deze elementen op een manier te verkennen die hoop en herstel bieden. Fujimura gebruikt daarbij de metafoor van de Japanse kunstvorm Kintsugi. Dit is de kunst van het herstellen van gebroken keramiek met goud of zilver, waardoor de barsten zichtbaar blijven en zelfs benadrukt worden. Ze zijn immers onderdeel van de geschiedenis van het voorwerp. De auteur wil hiermee zeggen dat kunst en geloof kunnen bijdragen aan de heling van gebroken levens.
De stap naar het kerkgebouw vind ik niet zo ingewikkeld. Zeker, onze gebouwen zijn weerloos. Misschien dragen ze littekens. Maar is het mogelijk om vanuit een creatieve geest op zoek te gaan naar een weg vooruit? Welke kansen liggen er op het vlak van de barmhartigheid? Ik denk aan voedselbanken die soms in kerkgebouwen worden gehuisvest. Of aan het straatpastoraat in de grote steden. In de Jacobikerk in Utrecht, waar ik predikant ben, hebben we deze zomer een buurtkast geopend. Inmiddels wordt het kastje in de volksmond al ‘de ijskast van Wijk C’ genoemd. Gemeenteleden en buren zorgen samen dat de kast gevuld blijft met houdbaar eten, verzorgingsmiddelen en nog veel meer. Zo kunnen we stadsgenoten met een kleine beurs helpen en ontstaat er bovendien een mooie samenwerking met de buurt. Het kastje is ontworpen en in elkaar gezet door een vakman.
Schoonheid
Aan de andere kant van het kerkgebouw verzorgt een gemeentelid met groene vingers de stokrozen die hij tegen de gevel heeft geplant. Dat brengt me bij de tweede waarde die Fujimura noemt: schoonheid. Fujimura ziet schoonheid als een belangrijke en transformerende kracht. Voor hem is schoonheid niet alleen esthetisch, maar ook geestelijk en ethisch relevant. Hij stelt dat echte schoonheid ons kan aanspreken op een dieper niveau en ons kan helpen om de wereld te begrijpen vanuit een meer transcendent perspectief. Fujimura ziet schoonheid als een middel om de werkelijkheid te verheffen en de waarde van het scheppende werk van God te weerspiegelen. Barmhartigheid en schoonheid gaan in de kunsten hand in hand. Zo kan schoonheid bijvoorbeeld een vorm van barmhartigheid zijn, doordat zij ons helpt om te reageren op de wereld met medemenselijkheid en compassie. Barmhartigheid kan onze waardering en creatie van schoonheid verdiepen. Denk aan de Kintsugi: het gebroken keramiek dat hersteld wordt met goud of zilver.