De schoorsteen moet roken

Joost Schelling | 15 november 2024
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen

In Nederland staan zevenduizend kerkgebouwen die eigendom zijn van christelijke geloofsgemeenschappen. Van eeuwenoude monumentale kerkgebouwen tot moderne multifunctionele zalencentra. Ze worden allereerst gebruikt om de lofzang tot de Eeuwige te bezingen en dienen tevens als ontmoetingsplaats voor de geloofsgemeenschap zelf en voor dienst aan de samenleving. Maar het zijn ook vierkante meters die een groot deel van de week onbenut zijn. Hoe geeft breder gebruik extra opbrengsten in het laatje zodat ook voor de zondagen de schoorsteen kan blijven roken? Wat kan er op zo’n locatie wel of niet, als deze ook als een heilige ruimte door de kerkgangers wordt beleefd?

In katholieke kerkgebouwen wordt de vraag of de ruimte een heilige ruimte is bepaald door de speelruimte rond het gebouw. De liturgische ruimten van de katholieke kerken zijn bestemd voor de sacramenten en worden daarvoor gewijd. Officieel is een kop koffie drinken al niet toegestaan. Daarom laat ik voor dit artikel de katholieke kerkgebouwen buiten beschouwing.

Maar ook kerkgebouwen van sommige protestantse geloofsgemeenschappen beleven de gemeenteleden verrassend katholiek en daarmee als heilig. In de kerkruimte mag er officieel van alles, maar emotioneel en praktisch kunnen de gemeenteleden dit heel anders beleven. Daarom is het altijd belangrijk om te starten met een gesprek in het kerkbestuur hoe het kerkgebouw geëxploiteerd kan worden. Voor welke doeleinden wil je het gebruiken? Wie wil je graag uitnodigen om bij jou over de vloer te komen? Wie liever niet? Ga je voor de hoogst mogelijke opbrengst of gun je het gebouw liever aan meer maatschappelijke doelen en neem je genoegen met een lagere huur?

Hoewel we als protestanten vaak belijden dat het kerkgebouw ‘zomaar een dak boven wat hoofden’ is (lied 276, Liedboek, 2013), blijkt snel dat niet iedereen zomaar aan elke groep de toegang tot haar heilige ruimten wil geven. Dat is vaak niet zonder reden. Van de plek waar jouw kind is gedoopt of vanwaaruit jouw moeder begraven is, wil je wel dat er ook met een zekere eerbied wordt omgegaan. Hoe praktisch de ruimte ook is ingedeeld, er zijn activiteiten die deze ruimte zomaar kunnen ontwijden. Maar waardoor dat gebeurt, is op elke plek weer anders. Dat geldt niet alleen voor de kerkzaal, maar ook voor alle mensen die onder jouw dak in een bijzaal bijeenkomen. Willen we een bijeenkomst van een extreme politieke partij in huis halen? Of vinden we het ongepast als schaarsgeklede vrouwen – als ware het een catwalk – over het liturgisch centrum lopen? Past de yogagroep minder goed in zaal drie dan de schaakclub?

Hoewel je daar dus vooraf goed over moet spreken en zo de beheerders van de kerk heldere instructies voor verhuur kunt meegeven, zal het ook aankomen op een goed Fingerspitzengefühl. Je kunt nu eenmaal niet alle potentiële activiteiten op voorhand bedenken. Dat ondervang je het beste door te zorgen voor een goede plek waar het beheer bij ingewikkelde vragen de situatie kan voorleggen. In een gemeente hadden ze daarom een app-groep van twee kerkrentmeesters, de voorzitter van de kerkenraad en de beheerder. Als de beheerder twijfelde, werd de vraag in de app-groep besproken. Alleen bij twijfel kwam de vraag op de vergadering van de kerkenraad. Zaken als reputatieschade, goede zeden, activiteiten die passen bij de ruimte en het liturgisch gebruik kwamen het meest voorbij. Stel dus een heldere set met afspraken en richtlijnen op voor gebruik en evalueer deze geregeld. Zorg bovendien dat de beheerder niet het gevoel krijgt in de interpretatie daarvan alleen te staan.

Verhuren met visie

In een tijd waarin de ruimte in ons land schaars is, kan het als kerk zeker geen kwaad om na te denken wat je doet met een gebouw dat doordeweeks grotendeels leeg staat. Als je besloten hebt om het gebouw te verhuren aan derden, kun je ook nadenken over hoe je dat gaat doen en of je op bepaalde doelgroepen inzet.

In de protestantse gemeente Doorn leerde verhuren ze de ruimtes niet maximaal maar optimaal. Bij het honoreren van verzoeken wordt vooral rekening gehouden met de beschikbare capaciteit van de gemeente, met zowel de tijd van de professionele beheerder als van het team van vrijwilligers. Want de tijd die mensen (vrijwillig) inzetten om het gebouw te openen, voor koffie te zorgen en de ruimtes schoon te houden, kunnen ze niet meer inzetten voor het gemeentewerk. In een tijd waarin de vrijwillige inzet, ook in de kerk, onder druk staat, blijft het van belang om te beseffen: de mensen zijn ons belangrijkste kapitaal! Maar als de openstelling juist past bij je missie als kerk, mag je daarvoor ook de benodigde menskracht vrijspelen.

De mensen zijn ons belangrijkste kapitaal

Met visie verhuren leerde ik jaren geleden in de kerk van Sint Martin-in-the-Fields aan Trafalgar Square in Londen. Priester Samuel Wells zag dat zijn kerkgebouw op een triple A locatie geweldige kansen bood om ook commercieel een mooie omzet te maken. In de kerkzaal kwamen vieringen, lezingen, prachtige concerten en exposities. Onder de kerkzaal was de crypte van de kerk verbouwd tot een aantrekkelijk grand café, waar een prachtige omzet werd gedraaid – voor boven. Maar Wells zag ook dat onder de grond niet anders werd gewerkt dan in een naastgelegen horeca: hoge winsten, lage lonen, minder gericht op duurzaam of lokaal eten. Dus gooide men de boel om: nu werkt er personeel met een afstand tot de arbeidsmarkt, die een net salaris verdienen, die werken met eerlijke en lokale producten en is de plek niet alleen de plaats waar omzet voor de kerk wordt gegenereerd. Het is ook de plaats voor kerkzijn en maatschappelijke zichtbaarheid. De visie van de gemeente wordt zo niet alleen boven maar ook onder de grond uitgedragen.

 Heart Edge

Een paar jaar later gaf Samuel Wells in zijn boek ‘De toekomst die groter is dan het verleden’ (Kok Boekencentrum, 2020) woorden aan deze benadering. De gemeenschap wil graag vanuit het hart van het Evangelie present zijn aan de rand van de samenleving.

Zo zag Heart Edge het licht en kreeg de werkwijze rond het kerkgebouw ‘4C’s’ mee. De visie van de gemeenschap komt terug in Culture, Commerce, Community en Compassion. De gemeenschap zoekt ernaar om dit niet vier afzonderlijke aspecten van het gebouw te laten zijn, maar ze op elkaar te betrekken. Zo versterken ze elkaar niet alleen, maar wordt in de exploitatie ook de gemeenschap en haar diaconale hart zichtbaar.

Dit gedachtegoed van Heart Edge kan inspirerend zijn voor onze kerkgebouwen. Wat betekent het als we onze zalen verhuren aan het kinderdagverblijf of aan de schaakvereniging? Wat gebeurt er als we in de ruimte ook een inlooppunt laaggeletterden van de lokale overheid of het papiercafé van Schuldhulpmaatje huisvesten?

Kerk als third place

Filosoof Thijs Lijster betreurt in zijn recente boek Wat we gemeen hebben (De Bezige Bij, 2022) het verdwijnen van zogenaamde ‘meenten’ (commons). In haar boek Goedheid voor het oprapen (Kokboekencentrum, 2023) pleit Margriet van der Kooi voor third places, waar mensen anders dan in eigen huis of op het werk thuis kunnen komen en mensen ontmoeten ‘om niet’. Plekken die we gemeen hebben en die voor iedereen toegankelijk zijn, ongeacht economisch vermogen of politieke voorkeur. Gemeenplaatsen die ons betekenis geven in plaats van dat ik als individu het weer moet ‘maken’ of ‘creëren’. Juist in deze leegte kunnen onze stads- en dorpskerken ‘vanouds’ een verbindende ruimte bieden. Het zijn gemeenplaatsen bij uitstek. Ruimte om stil te worden, om niets te hoeven en tot rust te komen. Plekken die niet zozeer vragen om betekenis, maar die ons betekenis willen geven; die onze rusteloze levens een thuis kunnen geven. Dat we nog zoveel van dit soort plekken in Nederland hebben, is daarom iets om te koesteren. Koesteren is liefhebben, maar ook zorgdragen. Gemeenplaatsen vragen gezamenlijke zorg. Juist in deze leegte kunnen stads- en dorpskerken als ‘vanouds’ een verbindende ruimte bieden.

Die verhuur van de kerk hoeft vandaag zeker niet gratis, want zoals gezegd: vierkante meters en zeker maatschappelijk vastgoed zijn in Nederland schaars geworden. Om te weten wat jouw plek waard is, moet je de lokale markt verkennen. Vraag aan een naburige kerk wat hun tarieven voor verhuur zijn, want algemene bedragen zijn niet hiervoor te geven.

Als de huurders eenmaal in huis zijn, ga dan als kerk contact met je huurders aan. In Valkenburg (l) bijvoorbeeld bleek dat de muziekschool de kerk veel te bieden had. Of collecteer als kerk op zondag voor de taallessen die stichting Ontmoeting op maandag in jouw gebouw verzorgt. In diverse kerken werkt de kerkelijke gemeenschap op zondagen en doordeweeks samen met de migrantenchristenen, die de kerkzaal later op de zondag huren. Trouwens, wist je dat veel migrantengemeenschappen juist in het westen van het land om (eigen) kerkruimte verlegen zitten? Beperk je zoektocht voor gebruik niet enkel tot commerciële huurders.

Opletten

Niet onbelangrijk is de wijze waarop je je kerk gaat verhuren en exploiteren. Een kerkgenootschap is namelijk ook een ANBI (Algemeen Nut Beogende Instellingen red.) en dus dient het geld dat je verdient met activiteiten, besteed te worden aan de doelstelling van de ANBI zelf. Ga je deelnemen aan het maatschappelijk verkeer en bied je (commerciële) diensten aan, dan kan het zijn dat je btw-plichtig wordt. Soms hoeft dat niet meteen nadelig te zijn, want dat betekent ook dat je zelf btw mag aftrekken.

Niet alleen fiscaal moet je opletten, als kerk kun je ook niet zomaar alles als commerciële organisatie doen. Je dient als horeca te beschikken over de benodigde vergunningen en veiligheidseisen, je kunt een oneerlijke concurrent worden voor de horeca in de buurt en soms stelt de verzekeraar van het kerkgebouw ook eisen en beperkingen aan het (neven)gebruik van de kerk. Kortom, laat je hierin goed adviseren en soms is het nodig deze exploitatie niet via de kerk maar via een aparte stichting te laten lopen.

Tenslotte liggen zeker bij de commerciële verhuur de verwachtingen van huurders hoog. Zorg dat de verhuurde ruimtes schoon, verwarmd, up to date en van alle benodigde faciliteiten voorzien zijn. Zorg daarom ook voor een passende dotering in je onderhoudsplan en financiën. Vergeet niet vooraf goed door te rekenen wat het kost om je gebouw door de week te exploiteren. In veel gevallen zullen de kosten voor het beheer hoger uitvallen. Maak ook een inschatting hoeveel inkomsten je als kerk nodig hebt zodat je met de verhuur een extra inkomstenbron kunt aanboren. Of als het je niet gaat om de opbrengst, maar om je ruimte beschikbaar te stellen, hoeveel geld daarvoor van de kerk of diaconie beschikbaar is. Ruimte die leeg staat, kost namelijk wel geld, maar gevulde ruimte levert niet automatisch geld op. Maar als je wilt dat de schoorsteen van je kerk blijft roken, al dan niet duurzaam gestookt, zul je ook moeten kijken hoe je jouw gebouw breder kunt inzetten. Daarmee is het inzetten van je gebouw een prachtige kans om anderen bij jou over de drempel te krijgen en hen zo te laten ontdekken hoe deze plek voor jou ook een heilige ruimte is

Tips voor de verhuur van je kerkgebouw

Gemeenten kunnen een beroep doen op het kennisnetwerk van de organisatie van kerkrentmeesters binnen de PKN. Bezoek de kennisbankpagina, met onder andere een model huurovereenkomst. Zie ook de website van kerkrentmeester.nl onder de pagina ‘verhuur kerkgebouw’. Je vindt een artikel op de website van het Nederlands Dagblad door te zoeken op ‘Wat mag je wel en niet doen in een kerk’.

Godshuizen wereldwijd

Godshuizen wereldwijd

Inger Hoegee
  • Reportage
  • Thema-artikelen
Wat kan er in een kerkgebouw? reflectievragen

Wat kan er in een kerkgebouw? reflectievragen

Jorien Holsappel
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief