‘Ik zie dat God met ieder mens een eigen weg gaat’

Ineke Zuidhof | 10 januari 2025
  • Algemeen
  • Ontmoeting

Het is drieëndertig jaar geleden dat Leni van der Weijden (87) samen met anderen startte met een koffiebus die wekelijks op de bekende Markt in het stadshart van Gouda te vinden is. Na een zomerweek van E&R (Evangelisatie & Recreatie, een project van de GKv, red.) bleek dat er veel jongeren naar de koffiebus kwamen. ‘Je krijgt hen niet zover dat ze de kerk inlopen, maar de bus trok wel veel jongeren’, vertelt Leni. ‘We kregen de smaak te pakken, kochten zelf een bus die we met z’n allen hebben opgeknapt en geverfd. Inmiddels zijn we al drie bussen verder!’

Als ik aanbel bij Leni’s huis dat prachtig uitkijkt over de Reeuwijkse plassen, ontmoet ik een dame met een jeugdige uitstraling. Voor dat uitzicht is ze God dankbaar, vertelt ze. ‘We hebben onze zes kinderen destijds de keuze gegeven: een ander huis en een auto of dit huis en openbaar vervoer. Iedereen koos zonder aarzelen voor dit huis!’ Leni haalt haar schouders op over haar leeftijd. ‘Mensen zeggen weleens: waarom stop je niet? Maar zolang ik nog niet in de war ben en geen rollator nodig heb, geniet ik nog te veel van het koffiebuswerk. Trouwens, het is nu geen bus meer, omdat er tegenwoordig geen dieselvoertuigen in de binnenstad mogen. Het is nu een bouwkeet die we ‘de Keet’ noemen. De oude naam moet er nog opgeschilderd worden: ‘’t Stadslicht’.’

Kreeg je het geloof al mee in je opvoeding?

‘Jazeker! Ik ben geboren in Alblasserdam in een fijn gezin met negen kinderen. Ik ben er zo dankbaar voor hoe God zijn weg is gegaan met ons voorgeslacht, dat zij bewust tot geloof zijn gekomen. Mijn voorouders gingen eigenlijk alleen op hoogtijdagen naar de kerk. Maar mijn grootmoeder is door een vriendin meegenomen naar de kerk en daardoor is zij bewust gaan geloven, evenals mijn grootvader. Mijn vader sprak veel over het geloof met ons. Dat is de mooiste erfenis geweest die ik uiteindelijk van God gekregen heb: dat ik me een verlost en vrij kind van Hem mag weten.’

Je werd vlak voor de oorlog geboren, heb je nog een herinnering aan die tijd?

‘Ik kan me niet herinneren dat ik bang ben geweest in de oorlog. Mijn ouders waren er immers. Tijdens het bombardement van Rotterdam zaten we in de kelder, ik was tweeëneenhalf. Onze fabriek, voorheen een smederij en later een constructiewerkplaats, stond nog overeind terwijl alles eromheen was platgebombardeerd. Dat was voor ons echt een wonder. Mijn zus wist nog dat mijn vader ging bidden met een arm om mijn moeder heen. Ik heb ervan genoten op te groeien met mijn broers en zussen, er was zoveel warmte. Ik wilde ook altijd een groot gezin.’

Zelf heb je zes kinderen gekregen?

‘Ja, ook dat was een wonder. Tijdens de zwangerschap was ik rhesus-negatief, mijn bloedgroep verschilde met die van de baby, dat kan gevaarlijk zijn voor het kind. Bij de derde en vierde ging het goed doordat ze de baby meteen ander bloed gaven. Maar toen we weer in verwachting waren, vreesden de artsen voor het leven van onze vijfde en raadden ons abortus aan. Toch ging het goed, er was niet eens een bloedtransfusie nodig! Ook bij de zesde ging het goed. Tijdens de zwangerschap vloog het me weleens aan, maar ik kreeg rust van God. De kinderartsen begrepen er niets van, want de antistoffen in mijn bloed waren vlak voor de geboorte torenhoog. Hoe kon dit? Wij waren zo dankbaar. Achteraf weet ik niet hoe wijs het van ons was dat we weer zwanger werden, maar het zijn prachtkinderen, ik had ze niet willen missen.’

Wat voor opleiding(en) heb je gedaan?

U moet u inloggen om dit artikel te bekijken. Inloggen om toegang te krijgen.

‘Niemand van ons weet hoe het zit’

‘Niemand van ons weet hoe het zit’

Arie Kok
  • Reportage
  • Thema-artikelen
Slim zijn ze, wie maakt ze wijs?

Slim zijn ze, wie maakt ze wijs?

Alexandra Matz
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief