Ik zie wel hoe het een eenheid wordt in Gods nieuwe wereld
- Algemeen
- Ontmoeting
Halverwege vorig jaar nam Erik de Boer afscheid als hoogleraar aan de Theologische Universiteit die lang in Kampen was en sinds kort in Utrecht gevestigd is. Kerkgeschiedenis van de Reformatie werd de rode draad door zijn theologisch leven. ‘Ik heb geprobeerd de onmacht van het heden rond de belijdenis te begrijpen vanuit het verleden en tegelijk te doorbreken vanuit het verleden.’
Bij zijn emeritaat kreeg Erik de Boer (1957) een vriendenboek aangeboden: Gevarieerde oogst. ‘Dat is zo’n geweldige verrassing geweest. Er staan 37 artikelen in, net zo veel als in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, maar daarmee heeft het niets te maken. Ze zijn zelfs niet op het idee gekomen erop te zinspelen, zo postmodern zijn ze.’ De Boer is een smakelijk verteller, onder zijn relativerende toon zit een ernstige onderlaag: er staat iets op het spel. ‘Het is zo leuk dat ze 37 mensen gevonden hebben die het blijkbaar de moeite waard vonden iets over een aspect van mijn werk te schrijven. Als ik erin lees, zit ik de hele tijd te glimlachen. Je moet weten dat mijn leidinggevenden altijd zeiden: maak eens een plan voor vijf jaar, een eenduidig programma als hoogleraar. Als we als universiteit met iets herkenbaars komen, dan kunnen we er bovenuit steken. Eén focus was aan mij niet besteed, en nu blijkt het er toch te zijn: dit boek. Dat is ook emeritaat, verlost zijn van leidinggevenden.’
De Boer werd geboren in Alphen aan de Rijn als vijfde in een gezin van zeven. Vader was onderwijzer, later leraar aan het Gereformeerd Lyceum (later Gereformeerde Scholengemeenschap Rotterdam). ‘Hij was een stille man, ik denk dat hij al zijn energie voor zijn schoolwerk nodig had. Hij leerde mij de etymologie van woorden, daarvan heb ik wel een tik meegekregen. Ik ben vooral in Rotterdam opgegroeid, mijn vrouw is er zelfs geboren.’ Een overgrootvader van Erik was geboren Jood. Deze Maurits Sanders stierf in 1944, vanwege ouderdom. ‘Wij hebben hem natuurlijk niet gekend, alleen uit verhalen. Ik heb ooit een boek over hem geschreven: De schoenmaker en zijn leest. Hij was een van de eerste bekeerlingen in de kerken rond de Doleantie en werd secretaris van de jodenzending in Den Haag. Toen ik het boek zo’n beetje af had, was ik benieuwd naar wat er met de andere joodse familieleden gebeurd was. Ik kwam op honderdvijftig namen van mensen die allemaal in Auschwitz en Sobibor zijn vermoord. Dat geeft een enorm gewicht aan dat boek.’
Wat heeft dat onderzoek met jouzelf gedaan?
‘Twee dingen. Het eerste is dat in mijn jeugd in de kerk het huidige Israël geen rol van betekenis speelde. Het werd een beetje in de hoek gezet van wat professor J. Kamphuis het ‘filosemitisme van de EO’ noemde, dat was niet goed. En het is zo – ik ben maar voor een achtste joods, ik blaas niet hoog van de toren erover – dat je voor je gevoel toch diepgeworteld bent in dat oude volk van God. Het geeft een speciale betrokkenheid op het lot van het joodse volk. En ja, dan staan er ook namen van je familie op het monument in Amsterdam: Sanders, maar ook van aangetrouwden en kleinkinderen met andere namen. Een vrouw en een meisje zijn op dezelfde dag gestorven, met de trein aangekomen en vergast. Dan komt het wel heel dichtbij. Door opa Sanders’ bekering zijn wij de enige tak van de familie die niet uitgeroeid is. Vroeger thuis spraken we hierover niet veel. Ik kon in die tijd de vervangingstheologie wel verdedigen. Pas toen ik het bekeringsverhaal van mijn overgrootvader in zijn eigen handschrift las, viel het kwartje. Ik zat het uit te typen en begon te begrijpen.’
Wat hebben deze joodse wortels betekend voor je predikantschap?
‘Veel heb ik daarmee niet gedaan. Ik had als een achtste Jood niet de vrijmoedigheid om dat zo te benoemen, laat staan te etaleren. Het stemt me wel altijd een beetje droevig dat zo veel joodse gebruiken zijn vervangen. De besnijdenis bestaat bijvoorbeeld niet meer. Dat het Nieuwe Testament op één auteur na joods is, leeft helaas niet zo bij ons in de kerken.’
Wanneer wist je dat je predikant wilde worden?
Arie Kok is journalist en tekstschrijver.