‘Zo’n jongen met een glimlach op zijn gezicht, voor hem doe ik het’

Ineke Zuidhof | 11 april 2025
  • Interview
  • Thema-artikelen

Acht alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Een preek. Twee christelijke jongeren in de CGK van Haarlem. Een christelijke projectcoördinator die werkt met vrijwilligers die zich inzetten voor vluchtelingen. Zomaar wat ingrediënten waardoor jongeren in beweging kwamen: wat als we nu eens gaan voetballen met die gevluchte jongeren? On the move!

Het ontstond als vanzelf. Jeroen Zuyderduyn (22), student Bestuurskunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam (VU), en Remco Sluik (20), student bedrijfskunde Hoge School van Amsterdam (HVA), trainden regelmatig met een zaalvoetbalteam van christelijke jongens uit verschillende kerken in de buurt. Al pratend ontstond het idee iets dergelijks te doen voor jongere jongens, die misschien niet zoveel kansen hebben om te sporten. Ze kenden Lieke Baardse (21) die sinds een jaar werkt als projectcoördinator bij Cityshapers, een netwerk waarin jongeren zich vrijwillig inzetten voor (kwetsbare) mensen in Haarlem en omgeving.

Hoe is dit idee ontstaan?

Jeroen: ‘We wilden nog meer doen met voetbal, misschien jongere jongens trainen. We kenden Lieke goed, ook haar werk met vluchtelingen. Daarom dachten we: waarom gaan we niet jongens die gevlucht zijn een voetbaltraining geven? We begonnen erover tegen Lieke en het idee raakte in een stroomversnelling.’

Lieke: ‘Er startte een nieuwe locatie, een groot huis voor maximaal vijfentwintig alleenstaande minderjarige vreemdelingen uit deze regio. We dachten hé, dat is misschien een match! Na het eerste overleg ging het snel, binnen anderhalve week zaten we er.’

Remco: ‘We maakten kennis met de jongeren en hun begeleiders en hebben meteen een balletje getrapt. Als je zag hoeveel plezier ze hadden! Ze waren even lekker buiten en konden lol maken. Voor ons was het een klein gebaar, maar voor hen was het de wereld.’

Jeroen: ‘Heel bijzonder, ik denk dat we anderhalf uur bezig waren, het was pikdonker buiten.’

Lieke (lacht): ‘…allemaal met hun eigen zaklamp In de regen.’

Jeroen: ‘Ja, met de zaklampjes op hun mobieltjes, ze wilden niet naar binnen toe.’

Remco: ‘Helemaal vies, onder de modder… op badslippers sommigen ook. Ze waren bang dat het zou stoppen. Toen hebben we nog binnen FIFA gespeeld, wat muziek geluisterd. Ze waren super vriendelijk en ontzettend gastvrij, renden meteen naar de keuken om thee te zetten.’

Wat zijn het voor jongeren? Zijn het allemaal jongens?

Lieke: ‘Ja dat klopt, allemaal jongens. De meesten komen uit Arabische of Afrikaanse landen. ‘Alleenstaand’ betekent dat ze vaak zijn gekomen zonder ouders of begeleiding. Ze hebben soms contact met hun familie. Een andere jongere die ik ken, vluchtte samen met zijn oom, maar die is hij kwijtgeraakt. Ieder verhaal is weer anders.’

Jeroen: ‘De jongens zijn dertien tot vijftien jaar. Toen het project begon, ging van de acht jongens er een naar school, de rest moest nog wachten tot er plek was. Daarna gingen ook de anderen snel naar school.’

Remco: ‘Die beginfase was lastig voor hen, ze konden alleen maar thuiszitten. Ze waren blij om vreemdelingen te zien die met hen kwamen voetballen. Zo mooi om te zien. Indrukwekkend.’

Jeroen: ‘Zij zijn echt onze doelgroep: jongeren voor wie het niet vanzelfsprekend is om te sporten, bijvoorbeeld om financiële redenen. We vinden belangrijk dat sporten laagdrempelig is en voor iedereen beschikbaar. Nu voetballen we eenmaal per twee weken op dinsdagavond, in een zaal. In de zomer hopen we buiten een plek te vinden.’

Een preek van jullie dominee heeft ook een rol gespeeld?

Jeroen: ‘Dat was wel grappig inderdaad. We waren al gestart en in die tijd kwam onze dominee Marco Hofland met een preek van: ‘je geloof uitdragen in iets doen voor een ander’. Toen sprak ik Marco over dit project dat wij startten en hoe mooi de preek erbij aansloot. Marco was heel trots dat zijn preken toch ergens toe leiden. De preek was voor ons niet de aanleiding maar wel een mooie bevestiging.’

Remco: ‘Het ging volgens mij over Abraham die bidt voor Sodom en in de preek was de vraag van Marco: wat doe je voor je stad? Gaan de mensen je ter harte? Dat sprak ons aan.’

Kunnen jullie iets vertellen van wat jullie met ze meemaken?

Jeroen: ‘Je ziet dat deze jongens echt wel een lange weg hebben gelopen, dat merk je aan hun emoties en de reacties die ze geven. De een geeft snel op als hij de bal verliest of kan boos worden als hij voor de zoveelste keer een verkeerde pass geeft. Dan zie je dat er van binnen veel leeft wat je aan de buitenkant niet ziet.’

Remco: ‘We proberen ze te begeleiden, maar veel mensen zullen herkennen dat het moeilijk is een razende puber rustig te krijgen. We proberen ze meer vertrouwen te geven, ik denk dat ze daarin iets missen. Iemand die zegt dat het wel goedkomt, hen geruststelt dat het niet uitmaakt als je iets verkeerd doet. Een slechte bal is niet het einde van de wereld.’

Jeroen: ‘Er zijn altijd begeleiders mee, Lieke is er ook vaak bij. Die kunnen hen vaak wel tot bedaren brengen. Een van de jongens kan ongelooflijk goed voetballen, maar hij doet niet zijn best om de bal terug te winnen. Waarom niet? Hij zei dat hij veel passie is verloren. Dan praat je met een jongetje van veertien, dat klopt toch niet! Dan zie je de littekens die ze hebben.’

Ga je iets voelen voor de jongens, groeit er een band met hen?

Jeroen: ‘Ja, het doet me veel om ze blij te zien. Ik geloof dat ze dit nodig hebben, mensen die iets leuks met ze willen doen. Die iets van liefde willen uitdragen. Dat is in lijn met hoe ik mijn geloof invulling wil geven, Gods liefde uitdragen, ongeacht waar je vandaan komt of wie je bent. Als ik zo’n jongetje met twee uur in de week een glimlach op zijn gezicht kan geven, voor hem doe ik het.’

Lieke: ‘Ik ben vol hoop. Ze hebben zoveel kracht en doorzettingsvermogen. Wie weet wat voor knelpunten ze hadden in hun verleden en tijdens hun reis, pushbacks in Griekenland bijvoorbeeld. Ik wil ze het liefst met alle liefde ontvangen. Ik gun iedereen een kans en een mooi leven.’

Remco: ‘Het doet je beseffen dat je niet alles voor het zeggen hebt. Je kunt in een ongelukkige situatie geboren zijn, bijna niets meer hebben van toen, maar toch nog proberen door te leven, plezier te hebben, vrienden te maken. Er iets positiefs van maken. Dat leer ik van hen. Ik weet niet hoe ik het zou doen als ik in hun schoenen zou staan. Dat maakt me bewust dat we het hier in Nederland goed hebben.’

Lieke, hoe ben je bij Cityshapers terechtgekomen?

Lieke: ‘In de coronatijd ben ik er ingerold als vrijwilliger bij een kinderevenement, daarna deed ik nog andere projecten. Ik ben net klaar met mijn opleiding hbo Pedagogiek; tijdens de stages merkte ik dat ik het leuk vond als ik andere culturen en gewoonten leerde kennen, zoals bij een Marokkaans en Sierraleoons gezin. Daarna liep ik stage bij CityShapers en zag hoe jongeren met hun inzet een grote impact hebben op het leven van anderen. Ik dacht: dit is super waardevol, hiervan wil ik mijn werk maken!’

Geniet je van dit project van Jeroen en Remco?

Lieke: ‘Ja enorm! Ik word zo enthousiast en dankbaar als ik dit zie! Het is leuk om te zien hoe Jeroen en Remco zich zo inzetten. Na afloop spat het enthousiasme van ze af, ik zie hen op de terugweg als ze napraten, dat is echt gaaf. Ze zijn dan zo blij en trots.’

Jeroen: ‘We verwerken al fietsend alle prikkels. Het klopt, we zijn echt trots op ze als ze hebben gescoord of als ze het leuk hebben gehad. Het is belangrijk dat ze lol hebben gehad. Je ziet ze groeien, een jongen sprak beter Nederlands, ik was trots op hem. Het laat zijn doorzettingsvermogen zien. Een jongen die eerder agressief kon worden, bleef nu rustiger. We zeggen hen ook dat ze het goed doen, daaruit spreekt waardering voor hun kwaliteiten.’

Remco: ‘Ja, met de gebrekkige woorden die we af en toe kunnen uitwisselen.’

Lieke: ‘Communiceren is meer dan alleen praten.’

Spreken jullie ook met hen over het geloof?

Jeroen: ‘Nee, dat doen wij eigenlijk niet. In dit project vindt er vooral verbinding met de jongeren plaats, het is beter geen voorkeur uit te spreken over politiek of religie. Dat geeft niet, we kunnen liefde uitstralen richting de jongens. Maar we willen juist de boodschap naar anderen uitstralen dat we dit doen met ons geloof als basis. Dus ik praat daarover veel, om twee uur ’s nachts in de kroeg en dan vertel ik: dit doe ik en dit is mijn motivatie. God is onze motivator naar gemeenteleden, vrienden, studiegenoten, werk. Hopelijk werkt dat aanstekelijk.’

Remco: ‘Zoals het eerste gebod zegt: heb je naaste lief als jezelf.’ Help je naaste, daarvan is dit een perfect voorbeeld: je kunt iets bieden aan mensen die niks hebben, al is het maar je eigen tijd die je geeft. Dat vind ik al prachtig. Voetbal is dan eigenlijk bijzaak.’

Is je geloof hierdoor veranderd?

Remco: ‘Ja, ik vond het eerst lastig, geloofde alleen de dingen die bewezen zijn. Bij veel jongeren om me heen zie ik zoiets van laat maar zitten, ik ga nu niet naar de kerk, ik zoek het later wel uit. Je hoort en ziet zoveel, het is gemakkelijk om er dan af te stappen, maar ik probeert het wel vol te houden.’

Jeroen: ‘Wat doet dit project voor jouw geloofsleven?’

Remco: ‘Ik ben er nu achter: het geloof is het mooiste wat er is. Dat je een mooi doel hebt, dat het je leven een stukje mooier maakt en je met kleine dingen anderen blij kunt maken. Ik dacht laatst: alles is perfect gemaakt. Bijvoorbeeld vijftig graden warmer dan zou het niet kloppen, dan kon je niet leven. Alles hangt met elkaar samen. Het kan niet dat er geen God is. Nu kunnen we van de zon genieten en van vrijheid. We kunnen ervan genieten dat we het hier goed hebben.’

Jeroen: ‘Dat klopt, ik denk dat God een plan heeft voor ons en voor de jongens. Dat het prachtig op zijn plek valt, is alleen maar een bevestiging dat God wil dat zijn liefde wordt uitgedragen en zijn koninkrijk sterker mag worden. Ik had wel verwacht dat ik het leuk zou vinden, maar vind het verrassend dat het zo leuk is! Je kunt echt impact maken op iemand wiens leven op de kop staat. Mensen zijn soms zo bang voor de toekomst. Ik geloof dat Gods liefde meer het omarmen is van wat je niet goed kent. Hoe is dat vers ook weer? Wat de toekomst brengen moge… – geen jongerenlied, nee. Maar als je het onbekende samen met God omarmt, hoef je niet bang te zijn, kun je het samen met Hem aangaan. Niet bang voor wat je niet kent.

En jij Lieke? ‘Dat vind ik een moeilijke vraag, daarmee ben ik niet zo bezig tijdens dit project. Mijn ouders deden altijd wel dingen voor een ander, dus dat is voor mij heel normaal.’

Jeroen: ‘Dat vind ik het mooie bij jou. Dat het vanzelfsprekend en normaal is. Het is toch normaal dat je als christen inzet voor de ander!’

Komen jongeren gemakkelijk in beweging voor anderen?

Lieke: ‘Als jongeren weten wat er mogelijk is, zijn ze vaak sneller gemotiveerd. Een woord als ‘vrijwilligerswerk’ klinkt zo groot. Als ze weten dat het ook iets kleins of eenmaligs kan zijn, doen ze eerder mee.’

Jeroen: ‘Leuk om met vrienden te voetballen, dat doe ik nu op dinsdagavond. Zoiets.’

Remco: ‘Jongeren zijn nu heel ondernemend, dat is vaak wel veel op zichzelf gericht. Wij krijgen vaak als feedback: geweldig dat jullie dit doen – dat geeft de indruk dat dit zeldzaam is. Ik had me dit twee jaar geleden ook niet kunnen voorstellen. Nu zeg ik: je mag je eigen leven prima vormgeven, maar denk ook aan mensen om je heen, je kunt elkaars leven mooier maken. En voetballen vind ik sowieso geweldig.’

Jeroen: ‘Jongeren hebben ruimte nodig, weten dat die er is. In onze kerk zeggen ze: doe maar. Dat is de ultieme ruimte. Iedereen in de meewerkstand: ga ervoor! Zo ging het ook met dit project. Als jongeren dat weten, kunnen ze die ruimte echt benutten.’

‘Vragen stellen is een oefening in nieuwsgierigheid’

‘Vragen stellen is een oefening in nieuwsgierigheid’

Arjen Uil
  • Interview
  • Thema-artikelen
Gods ingrijpen in de tijd door jongeren

Gods ingrijpen in de tijd door jongeren

Ron Becker
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief